Je kunt de uitwerkingen van een kracht benoemen.
Je kunt kracht meten met een krachtmeter/veerunster.
Je kunt de drie onderdelen van een krachtpijl benoemen.
Je kunt verschillende soorten krachten herkennen.
Je kunt het verschil beschrijven tussen elastische en plastische vervorming.
Je kunt trekkrachten en drukkrachten in een constructie onderscheiden.
Je kunt bij een aantal soorten bruggen benoemen welke krachten optreden.
Je kunt rekenen met de formule voor de zwaartekracht
Je kunt de resulterende kracht (nettorkracht) op een voorwerp bepalen