§2.3 Waarom zou je lenen? (deel 2)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom klas 1A

Wat gaan we deze les doen?

• Lesdoel
• 3-Starter
• Instructie
• Extra instructie
• Zelfstandig werken
• Afsluiting 

Lesdoel

Aan het einde van de les...

... kun je de kosten van een lening berekenen.

... kun je een percentage berekenen.
 

 

 

3-Starter

1. Wat is geen reden om te lenen?

1. Je wil iets duurs kopen
2. Je wil extra geld op je bankrekening zetten
3. Je hebt onverwachts en snel geld nodig

2. Je leent € 1.500 en betaalt 9% rente per jaar.
Welk bedrag ben je jaarlijks kwijt aan rente?

3. Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Percentage berekenen

Percentage = aantal of bedrag ÷ totaal × 100

Percentage berekenen

Percentage = aantal of bedrag ÷ totaal × 100

1. Maak van de vraag een som.
2. Deel het aantal of bedrag dat je in procenten wilt 
3. Vermenigvuldig de uitkomst met 100 en zet er het %-teken achter.

Percentage berekenen

Je betaalt voor je lening in totaal € 672 terug. Het leenbedrag was € 600.

Hoeveel procent betaal je meer terug dan je hebt geleend?

- Je hebt €72 meer geleend

Percentage berekenen

Je betaalt voor je lening in totaal € 672 terug. Het leenbedrag was € 600.

Hoeveel procent betaal je meer terug dan je hebt geleend?

Percentage = aantal of bedrag ÷ totaal × 100

- Je hebt €72 meer geleend

      ...              =            72                 ÷  600    × 100

Percentage berekenen

Je betaalt voor je lening in totaal € 672 terug. Het leenbedrag was € 600.

Hoeveel procent betaal je meer terug dan je hebt geleend?

Percentage = aantal of bedrag ÷ totaal × 100

- Je hebt €72 meer geleend

        12%        =            72                 ÷  600    × 100

Aan de slag met:

Paragraaf 2.3

Klaar?

- Nakijken

Lesdoel

check

Aan het einde van de les...

... kun je de kosten van een lening berekenen.

... kun je een percentage berekenen.
 

 

 

Ik kan de kosten van een lening berekenen.

Ik kan een percentage berekenen.

Ik heb deze les goed kunnen werken.

Huiswerk voor de volgende les:

Paragraaf 2.3