H8 Rekenen
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Vul in wat op de stippellijn moet staan:
Een getal zoals .. noem je een .....
Een getal zoals .. noem je een .....
Slide 4 - Open vraag
Het bovenste getal van een breuk is de
A
Teller
B
Som
C
Noemer
D
Breuk
Slide 5 - Quizvraag
Het onderste getal van een breuk is de
A
Teller
B
Som
C
Noemer
D
Breuk
Slide 6 - Quizvraag
Ik vereenvoudig de breuk .... zo veel mogelijk.
De breuk wordt dan
De breuk wordt dan
A
1/2
B
2/3
C
3/7
D
6/14
Slide 7 - Quizvraag
Ik vereenvoudig de breuk ..... zo veel mogelijk.
De breuk wordt dan
De breuk wordt dan
A
1/10
B
1/5
C
5/10
D
2/5
Slide 8 - Quizvraag
Ik vereenvoudig de breuk ..... zo veel mogelijk.
De breuk wordt dan
De breuk wordt dan
A
1/11
B
1/5
C
5/10
D
2/5
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kan ik breuken vereenvoudigen? Vul in:
Ik kan breuken vereenvoudigen door ....
Ik kan breuken vereenvoudigen door ....
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Sleep de tekens tussen de juiste breuken:
Niet gebruikt:
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de tekens tussen de juiste breuken:
Niet gebruikt:
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Een decimaal getal is...
A
Altijd een breuk
B
Een getal met een komma
C
Een geheel getal
D
Een getal onder de 10
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Sleep de juiste tussenstap naar de juiste plek:
Niet gebruikt:
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Tekstslide
Vul het getal in dat op de puntjes moet komen:
De stapgrootte op de getallen lijn is .....
De stapgrootte op de getallen lijn is .....
Slide 20 - Open vraag
Vul het getal in dat op de puntjes moet komen:
De stapgrootte op de getallen lijn is .....
De stapgrootte op de getallen lijn is .....
