gebruik onregelmatige ww. nolle, velle, maale, ire en ferre

vertaal de vormen van de werkwoorden of beantwoord de vragen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

vertaal de vormen van de werkwoorden of beantwoord de vragen

Slide 1 - Tekstslide

vertaal: ierat
A
hij ging
B
hij zal gaan
C
hij was gegaan
D
hij is gegaan

Slide 2 - Quizvraag

wat is waar?
A
alleen ferre heeft passieve vormen
B
ire en ferre hebben passieve vormen
C
velle, nolle en malle hebben passieve vormen
D
alleen ire heeft passieve vormen

Slide 3 - Quizvraag

vertaal: tuleramus
A
wij droegen
B
wij hadden gedragen
C
wij zijn gedragen
D
wij zullen dragen

Slide 4 - Quizvraag

vertaal: volemus
A
wij willen niet
B
wij willen
C
wij zullen willen
D
wij hebben gewild

Slide 5 - Quizvraag

vertaal: volebam te dona tulisse.
A
ik wil dat jij de geschenken brengt
B
ik zal willen dat jij de geschenken brengt
C
ik heb gewild dat jij de geschenken had gebracht
D
ik wilde dat jij de geschenken had gebracht

Slide 6 - Quizvraag

vult
A
jij wil
B
hij wil
C
ik wil
D
hij wil niet

Slide 7 - Quizvraag

volueris
A
jij zult hebben gewild
B
jij hebt gewild
C
jij zal willen
D
jij wilt

Slide 8 - Quizvraag

exibant
A
jullie gingen weg
B
zij gingen weg
C
zij zijn weggegaan
D
zij gaan weg

Slide 9 - Quizvraag

mavult
A
jij wilt niet
B
jij wilt liever
C
hij wil liever
D
hij zal liever willen

Slide 10 - Quizvraag

wat is waar?
A
vol- is de perfectumstam van velle
B
volu- is de praesensstam van velle
C
volu- is de perfectumtam van velle
D
volu- is de perfectumstam van nolle

Slide 11 - Quizvraag

vertaal: dico virum ex urbe exisse.
A
ik zeg dat de man in de stad was
B
ik zeg dat de man uit de stad is gegaan
C
ik zei dat de man uit de stad was gegaan
D
ik zeg dat de man uit de stad was gegaan.

Slide 12 - Quizvraag

non vis: de overeenkomende vorm van het perfectum van dit werkwoord is:
A
non voluit
B
non volui
C
noluisti
D
non voluisti

Slide 13 - Quizvraag

tulerunt
A
zij hebben gedragen
B
zij zullen hebben gedragen
C
zij zullen dragen
D
zij hadden gedragen

Slide 14 - Quizvraag

alle voltooide tijden van nolle worden op de stam nolu- gemaakt; antwoord met ja of nee

Slide 15 - Open vraag

tulerit
A
hij heeft gedragen
B
hij had gedragen
C
hij zal hebben gedragen
D
hij zal dragen

Slide 16 - Quizvraag

malumus
A
praes.1e mv. van malle
B
fut. 1e mv. van malle
C
perf. 1e mv. van malle
D
imp. 1e mv. van malle

Slide 17 - Quizvraag

malo consul quam servus esse.
A
ik wil de consul zijn die slecht is,
B
ik wilde liever slaaf zijn dan consul
C
ik wil liever slaaf zijn dan consul.
D
Ik wil liever consul zijn dan slaaf

Slide 18 - Quizvraag

nolui, tulisti, ieramus: wat is waar
A
ze zijn alle drie perfectumvormen
B
ze zijn alle drie plusquamperfectum vormen
C
nolui en tulisti zijn perf., ieramus is imperfectum
D
nolui en tulisti zijn perf., ieramus is plusq.perf.

Slide 19 - Quizvraag

Dat waren de vragen.....

Slide 20 - Tekstslide

Ken je de vormen nu goed genoeg?
ja
nee
nou, half

Slide 21 - Poll