H4-4 Klas 2KTL: Geluid en beeld

2KTL H4-4 Geluid en beeld 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VK

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2KTL H4-4 Geluid en beeld 

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
  • Wat toonhoogte inhoudt
  • Hoe de toonhoogte verandert kan worden
  • Wat frequentie inhoudt
  • Het verband tussen frequentie en toonhoogte
  • Wat een oscilliscoop is en wat je hier mee kunt doen
  • Wat het frequentiebereik van onze oren is

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?

Geluid maken en horen:
  • iets wat geluid maakt is een geluidsbron
  • elke geluidsbron maakt trillingen
  • geluidsgolf, gebiedjes met hoge en lage luchtdruk in alle richtingen
  • frequentie, aantal trillingen per s
  • f = 1 / T (T = trillingstijd)


Slide 3 - Tekstslide

Herhaling: Frequentie ?
Het aantal trillingen per seconde;
  • Aantal trillinger per seconde wordt uitgedrukt in Hertz  (Hz)
  • Hoge frequentie, hoge toon, dus meer trillingen per sec
  • Lage frequentie, lage toon, dus minder trillingen per sec
  • T is de trillingstijd, ook wel periodetijd genoemd
  • T periodetijd is een volledige trilling (zie afbeelding)

Slide 4 - Tekstslide

Uitrekenen van de frequentie

Slide 5 - Tekstslide

Grootheden en eenheden bij uitrekenen frequentie!




Grootheid        symbool                eenheid                    symbool
Frequentie               f                           Hertz                             Hz 
Trillingstijd              T                          seconde                         s
 



Slide 6 - Tekstslide

Trillingstijd berekenen





grootheid        symbool                eenheid                    symbool
frequentie               f                           Hertz                             Hz 
trillingstijd              T                          seconde                         s
 



Slide 7 - Tekstslide

Of in korte vorm (alleen met symbolen)

Slide 8 - Tekstslide

Zichtbaar maken van geluid
Een oscilloscoop kan geluidstrillingen omzetten in een elektrisch signaal.

Met de oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken

Slide 9 - Tekstslide

Bron 3 Blz 91
  1. Elk hokje is ingesteld op 1,0 ms (0,001s).
  2. Bekijk afbeelding en tel de hokjes.
  3. Bepaal de trillingstijd.
  4. Bereken met de formule de frequentie van deze trilling.
  5. Controleer het antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Controleer of de frequentie in de afbeelding inderdaad 333Hz is!

Slide 11 - Tekstslide

Hoge/lage & harde/zachte tonen

Slide 12 - Tekstslide

Geluid gemaakt met een gitaar!
  • Dikke snaar geeft lage toon
  • Dunne snaar geeft hoge toon
  • Door een snaar korter of langer te maken verandert toonhoogte
  • Hard of zacht aanslaan snaar verandert de hardheid van de toon 
Bekijk volgende les gaan paragraaf 3-3 Muziekinstrumenten!

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk bron 5 blz. 60 goed!

Slide 14 - Tekstslide

Geluid dooft uit:
  • Harde toon heeft een grote uitwijking (amplitude)
  • Zachte toon heeft een kleine uitwijking (amlitude)
  • Gaat amplitude van een grote uitwijking (maximaal) naar  een kleine  uitwijking (minimaal), daan dooft het geluid!

Slide 15 - Tekstslide

Hoorbaar geluid
  • Een mens kan maar een bepaald geluidsgebied horen

  • Ligt tussen de 20Hz en 20.000 Hz

  • Dit noem je het frequentiebereik

  • Verschillende dieren hebben andere frequentiebereiken

Hoe goed is jouw gehoor?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Inloggen in Lessonup en oefenen maar!

Slide 18 - Tekstslide

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 19 - Quizvraag

De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de eenheid waarin de frequentie wordt gemeten?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq

Slide 21 - Quizvraag

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 22 - Quizvraag

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 24 - Quizvraag

Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon

Slide 26 - Quizvraag

Check, check, doublecheck
Wat hebben we vandaag geleerd?

  • Wat houdt toonhoogte in?
  • Hoe kun je de toonhoogte van een snaarinstrument veranderen?
  • Wat houdt frequentie in?
  • Wat is het verband tussen frequentie en toonhoogte?
  • Wat is een oscilloscoop en wat kun je hiermee doen?
  • Wat is het frequentiebereik van onze oren?

Slide 27 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?

Maak de vragen in je werkboek op blz. 148 t/m 151.
Naslagwerk staat in je leerboek op blz. 90 t/m 93
Je mag een rekenmachine gebruiken.

Slide 28 - Tekstslide