Toets H4 - grammatica

Grammatica
Toets
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Toets

Slide 1 - Tekstslide

Dit is een (formatieve/zelf-) toets voor grammatica zinsdelen H1. 

Je gaat tijdens de toets vier zinnen ontleden. Je gaat zinsdeelstrepen zetten en aangeven wat de persoonsvorm is. 

Zorg ervoor dat je geen slordige fouten maakt bij het overschrijven van de zin, want dat wordt automatisch fout gerekend. 

Succes!
Toets grammatica - H4

Slide 2 - Tekstslide

Voordat je je antwoorden gaat invullen in LessonUp, neem je de zinnen over in Word of in je schrift. Pas daarna vul je je antwoorden hier in. 

Hierdoor krijg je alle tijd om rustig na te denken over je antwoord. 
Toets grammatica - H4

Slide 3 - Tekstslide

Noteer van onderstaande zinnen de persoonsvorm. Zet zinsdeelstrepen en noteer ook het onderwerp en het lijdend voorwerp.
  1. Volgens sommige waarnemers bezoeken buitenaardse wezens met enige regelmaat onze planeet. 
  2. Toch hebben wetenschappers in ons zonnestelsel vooralsnog nergens leven gevonden. 
  3. De dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel staat op 4,2 lichtjaren vanaf onze zon. 
  4. Een vliegreis daarvandaan naar de aarde zou veel te lang duren. 
De toets

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt de vier zinnen ontleed. Nu ga je je antwoorden invullen in de volgende dia's. Lees de opdracht goed om fouten te voorkomen. 
De toets

Slide 5 - Tekstslide

1. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Volgens sommige waarnemers bezoeken buitenaardse wezens met enige regelmaat onze planeet.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

Slide 6 - Open vraag

1. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Volgens sommige waarnemers bezoeken buitenaardse wezens met enige regelmaat onze planeet.

Slide 7 - Open vraag

1. Wat is het onderwerp van de zin:
Volgens sommige waarnemers bezoeken buitenaardse wezens met enige regelmaat onze planeet.

Slide 8 - Open vraag

1. Wat is het werkwoordelijk gezegde van de zin:
Volgens sommige waarnemers bezoeken buitenaardse wezens met enige regelmaat onze planeet.

Slide 9 - Open vraag

1. Wat is het lijdend voorwerp van de zin:
Volgens sommige waarnemers bezoeken buitenaardse wezens met enige regelmaat onze planeet.

Slide 10 - Open vraag

2. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Toch hebben wetenschappers in ons zonnestelsel vooralsnog nergens leven gevonden.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

Slide 11 - Open vraag

2. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Toch hebben wetenschappers in ons zonnestelsel vooralsnog nergens leven gevonden.

Slide 12 - Open vraag

2. Wat is het onderwerp van de zin:
Toch hebben wetenschappers in ons zonnestelsel vooralsnog nergens leven gevonden.

Slide 13 - Open vraag

2. Wat is het werkwoordelijk gezegde van de zin:
Toch hebben wetenschappers in ons zonnestelsel vooralsnog nergens leven gevonden.

Slide 14 - Open vraag

2. Wat is het lijdend voorwerp van de zin:
Toch hebben wetenschappers in ons zonnestelsel vooralsnog nergens leven gevonden.

Slide 15 - Open vraag

3. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
De dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel staat op 4,2 lichtjaren vanaf onze zon.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

Slide 16 - Open vraag

3. Wat is de persoonsvorm van de zin:
De dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel staat op 4,2 lichtjaren vanaf onze zon.

Slide 17 - Open vraag

3. Wat is het onderwerp van de zin:
De dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel staat op 4,2 lichtjaren vanaf onze zon.

Slide 18 - Open vraag

3. Wat is het werkwoordelijk gezegde van de zin:
De dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel staat op 4,2 lichtjaren vanaf onze zon.

Slide 19 - Open vraag

3. Wat is het lijdend voorwerp van de zin:
De dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel staat op 4,2 lichtjaren vanaf onze zon.

Slide 20 - Open vraag

4. Plaats zinsdeelstrepen in de zin:
Een vliegreis daarvandaan naar de aarde zou veel te lang duren.

Doe het als volgt: De kinderen - lopen - naar school.

Slide 21 - Open vraag

4. Wat is de persoonsvorm van de zin:
Een vliegreis daarvandaan naar de aarde zou veel te lang duren.

Slide 22 - Open vraag

4. Wat is het onderwerp van de zin:
Een vliegreis daarvandaan naar de aarde zou veel te lang duren.

Slide 23 - Open vraag

4. Wat is het werkwoordelijk gezegde van de zin:
Een vliegreis daarvandaan naar de aarde zou veel te lang duren.

Slide 24 - Open vraag

Dit is het einde van de toets. Controleer je antwoorden nog eens. Controleer ook of je geen overschrijffouten hebt gemaakt. 
Einde van de toets

Slide 25 - Tekstslide