Bs. 1.7 Roken en Blowen

Bs. 1.7 Roken blowen vapen lachgas
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bs. 1.7 Roken blowen vapen lachgas

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Bs. 6  Roken, blowen, vapen shisna, esigaret en lachgas

Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken en blowen.

Zelf aan de slag
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Gezonde longen
Rokers longen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Tabaksrook
Nicotine: verslavende stof

Teer: beschadigt de binnenkant van de luchtwegen (rokershoest), kankerverwekkende stoffen

Koolstofmonoxide: opgenomen in het bloed --> weinig zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Verslaving
Nicotine
Geestelijk afhankelijk: Verlangen naar een sigaret

Gewenning: Steeds meer nicotine nodig voor hetzelfde effect

Lichamelijk afhankelijk: Ontwenningsverschijnselen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

E-sigaret vs Waterpijp
E-sigaret: verdampen vloeistof met nicotine
Schadelijke stoffen: Metalen, stikstofverbindingen en nicotine
Waterpijp: 30x meer koolstofmonoxide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Door welke stof in rook worden de longen van rokers zwart?
A
Tabak
B
Nicotine
C
Smog
D
Teer

Slide 12 - Quizvraag

Stelling: van shisha (waterpijp) kan je geen longkanker krijgen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Roken is niet goed voor je... welke nadelige effecten van roken ken je al?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de verslavende stof in sigaretten?
A
Nicotine
B
Teer
C
Koolmonoxide

Slide 15 - Quizvraag

Wat is niet waar over teer?
A
Zorgt voor rokershoest
B
Kankerverwekkend
C
Maakt de longen zwart
D
Heeft psychisch effect

Slide 16 - Quizvraag

Passief roken of meeroken is
A
Om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
Tegelijk een sigaret opsteken
C
Als niet-roker rook inademen
D
Roken terwijl je niet wil

Slide 17 - Quizvraag

Je hebt nu een aantal keer CO gezien ivm met roken. Waarvoor staat CO?

Slide 18 - Open vraag

De psychoactieve stof van de cannabisplant heet:
A
Cannabis
B
Hasj
C
THC
D
CDB

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meest schadelijk voor de gezondheid bij gelijk gebruik?
A
Roken
B
E-sigaret/shishapen
C
Waterpijp
D
Blowen

Slide 20 - Quizvraag

Zuurstof overal?
Niet als je rookt, blowt, vaped, of andere verdovende middelen gebruikt.

Zuurstof wordt vervoerd in hemoglobine in je bloed, maar dan dus niet meer....

Slide 21 - Tekstslide

Lachgas (N2O) wordt door jongeren steeds vaker gebruikt als partydrug. Zij beschouwen het als een relatief onschadelijk middel dat je een lachkick bezorgt. Vwo-scholier Lia liep ernstige zenuwschade op door het gebruik van lachgas.
Doordat de lucht in de ballon geen zuurstof bevat, daalt tijdens het in- en uitademen in de ballon de pO2 in de longen naar ongeveer 6 kPa. Bovendien stijgt het koolstofdioxidegehalte (pCO2) in de longen.

Welk gevolg heeft deze hogere pCO2 voor het verloop van de zuurstofverzadigingscurve van hemoglobine? En neemt de hoeveelheid zuurstof die wordt gebonden door hemoglobine in de longhaarvaten hierdoor af of toe?
A
Curve verschuift naar links Hoeveelheid gebonden zuurstof neemt toe
B
Curve verschuift naar links Hoeveelheid gebonden zuurstof neemt af
C
Curve verschuift naar rechts Hoeveelheid gebonden zuurstof neemt af
D
Curve verschuift naar rechts Hoeveelheid gebonden zuurstof neemt toe

Slide 22 - Quizvraag

Gevolgen van lachgas (korte termijn)
3 antwoorden goed.
A
Je stem klinkt alsof je helium hebt ingeademd
B
Je gaat hallucineren
C
Flauwvallen
D
Lachbuien

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het risico van lachgas?
A
alertheid
B
hersenschade
C
verslaving
D
sterke spieren

Slide 24 - Quizvraag

Experimenteren met drugs zoals wiet en lachgas hoort bij de puberteit
A
Daarmee ben ik het eens
B
Daarmee ben ik het oneens

Slide 25 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Lachgas is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Zelf aan de slag!


Maak de opdrachten van bs 1.7 : Roken en Blowen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video