Literatuurprogramma H4

Literatuurprogramma H4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Literatuurprogramma H4

Slide 1 - Tekstslide

Literatuur lezen in de bovenbouw
Voor het schoolexamen Nederlandse literatuur moet je in de klassen 4 en 5 beargumenteerd verslag doen van je leeservaringen met een aantal door je docent en door jezelf geselecteerde literaire werken. 
Je leest daarvoor minimaal 8 boeken die oorspronkelijk geschreven zijn in de Nederlandse taal en die op de website www.leesadviezen.nl te vinden zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Literaire begrippen
Je moet naast het lezen van de boeken bovendien een aantal literaire begrippen (bijlage 2) kennen om literaire teksten te kunnen analyseren. 

Slide 3 - Tekstslide

Leesdossier
  1. Leesautobiografie (P1)
  2. Verwerkingsopdrachten gelezen boeken (P2, P3)
  3. Balansverslag (P4) - evaluatie leeservaringen

Boek 1 + 2 komen terug in VT2!
De film en de romanfragmenten zijn ‘boek’ 3 en 4
Boek 5 is een gezamenlijk boek

Slide 4 - Tekstslide

Beoordeling H4
 Cijfer 4-6-8. Niet op tijd ingeleverd = 1 (op te halen naar een 4). Heb je de opdracht op tijd ingeleverd én voldoet deze aan de eisen, dan heb je automatisch het cijfer 6. Doe je net iets meer en is je werk inhoudelijk en qua verzorging FANTASTISCH, dan krijg je die 8!

De opdrachten in havo 4 hebben weging 10 en VT2 weging 20. 

Slide 5 - Tekstslide

Beoordeling H5
In havo 5 hebben de opdrachten weging 6 en DT3, het literair essay over boek 6 en 7, heeft weging 24. Je schoolexamencijfer voor Nederlands bestaat dus voor 30% uit literatuur. 

De verschillende onderdelen zijn niet herkansbaar.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbereiden
  • Maak  tijdens en na het lezen van je boeken aantekeningen. 
  • Lees ook recensies die over de boeken verschenen zijn. 
  • Zorg dat je de theorie van fictie kent die op It’s Learning in de map literatuur te vinden is.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een gedicht?

Slide 10 - Tekstslide

Gedicht
strofen
rijm
witregels
soorten poëzie (sonnet, haiku, vrije vers, limerick, rap)

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf een gedicht van 8 regels:
Begin het gedicht met één van deze zinnen:
• ‘Waarom zie ik dat leed en gaat het aan anderen voorbij?’
• ‘Je moet je er dwars tegenin opstellen’
Eindig het gedicht met één van deze zinnen:
• ‘Alle dingen zijn schitterend’
• ‘het zonlicht stroomt dan vanzelf op je toe’
• ‘Maar op een ochtend nam ze dat mee, voorgoed’

Slide 12 - Tekstslide