1. Waar in de stad wonen jonge mensen volgens de tekst?
In het centrum (La gente joven quiere vivir en el centro)
2. En gezinnen met kinderen?
Verder weg van het centrum (más lejos del centro)
3. Hoe zien de huizen in de steden eruit?
Ze hebben twee of drie slaapkamers, woonkamer, keuken en 1 of 2 badkamers.
Het is gebruikelijk dat ze een klein balkon hebben of een terras met bloemen of planten.
4. Welke voorzieningen zijn er volgens de tekst in de stad?
Supermarkten, parken, kerken, gezondheidscentra, winkels.
Ook zijn er veel transportmiddelen (metro/bus/trein).
5. Hoe zien de huizen in de dorpen eruit?
De huizen zijn groter, chalets of rijtjeshuizen. Ze hebben 3 of 4 slaapkamers, woonkamer,
eetkamer, keuken en patio. Het heeft 1 of 2 etages.
6. Wat heb je meestal niet in een dorp volgens de tekst?
Er zijn minder voorzieningen (transport, scholen, gezondheidscentra etc.)