Hoe om een vergelijkend warenonderzoek te gebruiken
Hoe je een gemiddelde kan berekenen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Wat leer je vandaag?
Hoe consumentenorganisties jou kunnen helpen
Hoe om een vergelijkend warenonderzoek te gebruiken
Hoe je een gemiddelde kan berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik - gemiddelde
Uitleg en instructie 1.3. (deel 1)
Maakwerk voor vandaag
Quiz
Filmpje
Slide 2 - Tekstslide
Startopdracht
Bloem 500g
Suiker 100g
Cacao 50g
Bakpoeder 5g
Dit zijn de droge bestanddelen voor een taart. Bereken wat het gemiddelde gewicht van een bestanddeel is
Slide 3 - Tekstslide
1.3. Sta je sterk als consument?
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Na afloop van deze les weet ik ...
Hoe consumentenorganisties jou kunnen helpen
Hoe om eenvergelijkend warenonderzoek te gebruiken
Slide 5 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van consumenten.
Ze geven advies over producten zonder hiermee als doel te hebben meer winst te maken.
Slide 6 - Tekstslide
Vergelijkend warenonderzoek
Test tussen verschillendemerken.
Vergelijkt kenmerken van het product zoals
prijs, kwaliteit, gebruiksgemak
Slide 7 - Tekstslide
Een vergelijkend warenonderzoek
Slide 8 - Tekstslide
Vergelijkend warenonderzoek van de consumentenbond
Vergelijkend warenonderzoek:
onafhankelijk onderzoek waarbij gelijksoortige producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken
Slide 9 - Tekstslide
Gemiddelde berekenen
Gemiddelde = totaal : het aantal
Voorbeeld: Bereken de klasgemiddeld.
Lize 6
Rimke 6,7
Jim 8
Totaal 20,7 : 3 = 6,9
Slide 10 - Tekstslide
Quiz
Slide 11 - Tekstslide
EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
C
DEZELFDE MERKEN
D
VERSCHILLENDE DIENSTEN
Slide 12 - Quizvraag
EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK MAAKT RECLAME VOOR EEN PRODUCT
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 13 - Quizvraag
Je koopt drinken voor een feest. Een fles cola voor 1,29 euro. Een fles sinas voor 1,13 euro. Twee flessen sap voor 0,60 euro per stuk. Bereken de gemiddelde kosten per fles.
A
1,01
B
3,62
C
3,02
D
0,91
Slide 14 - Quizvraag
Maakwerk
Basis:
Maak vanaf blz. 20 par 1.3. opgaven 36 t/m 43
Kader:
Maak vanaf blz. 16 par 1.3. opgaven 29 t/m 36
1
2
Slide 15 - Tekstslide
0
Slide 16 - Video
Huiswerk
Maak blz. 20 t/m 22, opgaven 36 t/m 43
Maak herhalingsopdrachten blz. 42, opgaven 20 t/m 23