Het tijdvak van de pruiken en revoluties. (1700 - 1800)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Verlichting en Revolutie
Het tijdvak van de pruiken en revoluties. (1700 - 1800)
Slide 1 - Tekstslide
Verlichting en Revolutie
Kenmerkende aspecten:
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
Hoofdvraag v/h hoofdstuk:
Waardoor ontstond de Frans Revolutie en welke politieke en maatschappelijke veranderingen bracht die teweeg?
Slide 2 - Tekstslide
Verlichting en Revolutie
Hoofdvraag v/h hoofdstuk:
Waardoor ontstond de Frans Revolutie en welke politieke en maatschappelijke veranderingen bracht die teweeg?
Deelvragen:
Hoe bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk?
Welke kritiek hadden de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?
Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?
Hoe verliep de Franse Revolutie en waarom liep die uit op de Terreur?
Wat veranderde er door de komst van Napoleon?
maak aantekeningen
extra bron
Slide 3 - Tekstslide
Lodewijk XIV, een absoluut heerser
Deelvraag:
Hoe bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk?
Begrippen
absolutisme
Personen
Lodewijk XIV
Anna van Oostenrijk
Kardinaal Marazin
Fouquet
Colbert
Migault
Lodewijk XV
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV was erg jong (5 jaar oud) toen zijn vader stierf en hij de nieuwe koning van Frankrijk werd. Zijn moeder, Anna van Oostenrijk, regeerde namens hem als regentes. Hierbij vertrouwde zij volledig op haar eerste minister, kardinaal Marazin. Dit schilderij wil toch laten zien dat Lodewijk de rechtmatige heerser is. Zo draagt hij de mantel van een koning, zit hij op de troon, houdt hij een lauwerenkrans beet en in zijn andere hand een scepter (staf).
Slide 4 - Tekstslide
Een moeizame start
1649 - Lodewijk XIV was 11 jaar oud. Anna van Oostenrijk (moeder) regeert namens hem met ondersteuning van de eerste minister kardinaal Mazarin.
Oorlog met Spanje en lege staatskas.
Verhoging v/d belastingen leidde tot weerstand, adel en bevolking Parijs spande samen om van de koning af te komen.
Lodewijk vlucht Parijs uit.
Mazarin belegert de stad en weet orde te herstellen door verdeeldheid te zaaien.
1661 stierf Mazarin, hij adviseerde de koning voortaan alleen verder te regeren.
Lodewijk vertrouwde de adel niet meer.
Slide 5 - Tekstslide
De adel onder de duim
Door de gebeurtenissen uit zijn jeugd vertrouwde Lodewijk de adel niet meer.
Hij liet bij Versailles een gigantisch paleis bouwen en verplichtte de adel om hier ook te komen wonen (1200 adellijke gezinnen en 4800 bedienden).
'Lettre de cachet'
Koning kon iedereen zonder proces laten opsluiten.
Hij begon zichzelf de Zonnekoning te laten noemen.
Fouquet
De eerste persoon die door een 'lettre de cachet' werd opgesloten was de rijke minister van financiën Fouquet. Hij had zijn paleis aangeboden aan de koning om te gebruiken als feestzaal. Lodewijk XIV had dit als belediging opgevat en hij zag Fouquet als concurrent.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Waarom werd de adel gedwongen om aanwezig te zijn bij het paleis van Versailles?
Slide 8 - Open vraag
Wat was een 'lettre de cachet'?
A
Dit was een aanbevelingsbrief die de Franse koning uitgaf voor mensen die hij goed vond en wilde helpen.
B
Het was een officiële brief van de minister van justitie, hierbij werden mensen zonder proces opgesloten.
C
Dit was een verzegelde uitnodiging van de Koning waarbij hij mensen van adel uitnodigde voor deftige feesten.
D
Het was een brief met de zegel van de Koning, hij kon hiermee mensen laten opsluiten zonder proces.
Slide 9 - Quizvraag
Waarom liet Lodewijk zich 'De zonnekoning' noemen?
A
Omdat de zon in het middelpunt van het sterrenstelsel staat, en hij stond als koning in het middelpunt van Frankrijk.
B
Omdat hij bekend stond om zijn goede (zonnige) humeur.
C
Omdat hij net zo krachtig was als de zon, hij kon leven geven en nemen wanneer hij dat wilde.
D
Omdat hij populair wilde worden bij het gewone volk. Iedereen houdt van een mooie zonnige dag dus liet hij zich de zonnekoning noemen.
Slide 10 - Quizvraag
Wetenschap en handel
Minister van financiën Colbert (niet van adel) schakelde wetenschap in op Frankrijk beter te besturen, rijker en machtiger te maken.
De Fransen moesten meer geld gaan verdienen.
Het innen van belastingen moest beter gaan.
Slide 11 - Tekstslide
Fransen moesten meer geld verdienen:
import beperken (dmv. tarieven) en export stimuleren
luxe industrie stimuleren door het oprichten van staatsfabrieken en het aantrekken van buitenlandse ambachtslieden
Handel bevorderen b.v. door het aanleggen van kanalen en wegen
Belasting innen moest beter gaan:
controle op adellijke titels en de handel van adellijke titels verbieden
benoemen van 30 opzichters die belasting inning moesten controleren (intendanten), elke intendant kreeg een eigen deel van Frankrijk om toezicht over te houden
Slide 12 - Tekstslide
Welke twee doelen had Colbert?
Slide 13 - Open vraag
Geef een verklaring waarom Lodewijk XIV zo'n belangrijke positie gaf aan iemand die niet van adel was?
Slide 14 - Open vraag
Eén wet, één geloof, één vorst
1685 afschaffing van het Edict van Nantes
Lodewijk nam de rechten van de Hugenoten weer af (b.v. recht op eigen geloof, bestuur en onderwijs in bepaalde gebieden)
Hugenoten mochten niet meer als ambtenaar werken
soldaten werden ingekwartierd in huizen van Hugenoten
Hij wilde het leven zo moeilijk maken voor de Hugenoten dat zij zich zouden bekeren tot het katholicisme. Velen deden dit, maar ook zo'n 200.000 zijn gevlucht naar andere landen.
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit waarom het afdwingen van één geloof past bij het begrip absolutisme.
Slide 16 - Open vraag
Verlichting: theorie en praktijk
Deelvraag:
Welke kritiek hadden verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?
Begrippen
rationalisme
Trias politica
standplaatsgebondenheid
Gebondenheid aan tijd en plaats
Personen
John Locke
Montesquieu
John Locke
Belangrijke verlichtingsfilosoof.
Slide 17 - Tekstslide
De rede wordt steeds belangrijker
Rationalisme
De wereld beter begrijpen en bestuderen dmv. het verstand en de logica. Ratio = het verstand.
Isaac Newton
Christiaan Huygens
Galileo
Was hoogleraar, astronoom, natuurkundige en filosoof. Hij gebruikte telescopen om de bewegingen van sterren en planeten te bestuderen. Hierdoor kon hij het bewijs leveren voor de theorie van Copernicus. Copernicus had gesteld dat het geocentrische wereldbeeld dat uit de bijbel kwam niet klopte, volgens deze theorie was de aarde het middelpunt van het helal en draaide de sterren en planeten om de aarde. Galileo bewees dat dit niet klopte en dat het heliocentrische wereldbeeld klopte, namelijk dat de zon het middelpunt was en dat de planeten daar omheen draaide.
Slide 18 - Tekstslide
Wat was de kern van Locke's filosofie?
Slide 19 - Open vraag
Wat was de kern van Montesquieu's filosofie?
Slide 20 - Open vraag
Het Ancien Régime
Deelvraag:
Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?
Begrippen
Ancien Régime
standenmaatschappij
Personen
Jean Jacque Rousseau
Slide 21 - Tekstslide
Welke drie groepen waren er in middeleeuwse samenleving? Welke taken hadden die groepen?
Slide 22 - Open vraag
De Franse Revolutie
Deelvraag:
Hoe verliep de Franse Revolutie en waarom liep die uit op de Terreur?
Begrippen
Nationale Vergadering
grondwet
Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger
afgevaardigden van de standen konden klachten aanvoeren
stemming per stand, niet per hoofd (300 adel, 300 geestelijken, 600 burgers)
gevolgen
Mensen van de 3e stand realiseerde zich dat ze geen invloed hadden want de 1e en 2e standen zouden elkaar steunen en tegen stemmen voor de veranderingen die de 3e stand wilde.
Daarom vertrokken ze boos en weigerde ze nog deel te nemen.
Spotprent
Lodewijk XVI afgebeeld met een monsterhoofd erbij.
Slide 24 - Tekstslide
Bestorming van de Bastille
3e stand gaat naar de kaatsbaan en roept de Nationale Vergadering uit
Eisen een grondwet
Koning zegt in te stemmen, maar laat tegelijkertijd zijn soldaten Parijs omsingelen
Opstandelingen bestormen de Bastille
Dit was het symbool van de absolute macht en corruptie van de koning
Hier werden wapens en buskruit opgeslagen die ze goed konden gebruiken
Mensen van de 3e stand buiten Parijs horen het nieuws en doen mee aan de revolutie
paleizen van de 2e stand en kerken van de 1e stand worden aangevallen, geplunderd en meerdere mensen uit de 1e en 2e stand worden vermoord
Slide 25 - Tekstslide
De Revolutie leidt tot Terreur
Koninklijk echtpaar onthoofden of gevangenisstraf?
Republiek of Koninkrijk met grondwet?
Adel vlucht naar Oostenrijk & Pruisen, verzamelen legers
3e stand begint oorlog tegen Oostenrijk & Pruisen (verloopt slecht)
Spanning tussen gematigden (Girondijnen) en radicalen (Jacobijnen)
Radicalen grijpen de macht en onthoofden iedereen die volgens hun niet radicaal genoeg was.
Leider van de Jacobijnen was Robbespière
De Terreur is een feit
Robbespière
Robbespière werd de leider van de radicalen, onder zijn bewind zijn duizenden "vijanden van de revolutie" onthoofd door de guillotine.
Slide 26 - Tekstslide
Napoleon
Deelvraag:
Welke veranderingen werden door Napoleon doorgevoerd?
Begrippen
Code Napoleon
Continentaal stelsel
Personen
Napoleon Bonaparte
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Napoleon aan de macht
In de onrust na de Terreur komt Napoleon omhoog in het leger
Talent voor tactiek en leiding geven
1804 kroont zichzelf tot keizer (afschaffing republiek)
Afschaffing van standenmaatschappij en horigheid (herendiensten)
Invoering code Napoleon
Verovering Europees continent
Engeland lukt niet (want het is een eiland dus moeilijk aan te vallen)
Invoering continentaal stelsel
Rusland houdt zich er niet aan
Oorlog tegen Rusland
Kaart Frankrijk onder Napoleon
Slide 29 - Tekstslide
Een moeizame start
Russen gebruiken de tactiek van de verschroeide aarde (scorched earth)
Ze trekken zich steeds verder terug en nemen alles mee dat bruikbaar is. Alles dat ze niet mee kunnen nemen verbranden of verwoesten ze zodat de Fransen het niet kunnen gebruiken. Hierdoor worden de aanvoerroutes van het Franse leger steeds langen er komen er meer en meer tekorten.
De Russische winter komt en hierop zijn de Fransen niet goed voorbereid (te weinig warme kleding)
Napoleon begon met 600.000 soldaten en keert terug met +/- 20.000 soldaten.
Wordt bij Waterloo in een veldslag gelokt door een leger van verschillende landen (Engeland, Oostenrijk, Nederlander etc.) hier wordt hij verslagen en daarna verbannen.
Wie maakte dezelfde fout als Napoleon?
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vielen de Nazi's Rusland aan zonder goede voorbereidingen (te weinig warme kleding en tanks die niet tegen extreme kou konden). Ook toen pastte de Russen de tactiek van de verschroeide aarde toe en wisten hierdoor het Duitse leger uit te putten en hun te dwingen zich weer terug te trekken.