N2 H4+5: Allerlei maten KOK1
1 / 16
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zet de eenheden van lengte van groot (links)
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 2 - Sleepvraag
Met welk getal moet vermenigvuldigd worden om te weten hoeveel centimeter 2 meter is?
A
10
B
20
C
100
D
1000
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel kilometer is 7000 meter?
Vul alleen een getal in.
Vul alleen een getal in.
Slide 4 - Open vraag
57 cm + 10 dm =
A
15,7 dm
B
57,1 cm
C
571 cm
D
10,57 dm
Slide 5 - Quizvraag
Hoe laat is het op deze klok?
A
10:25
B
09:25
C
05:47
D
06:47
Slide 6 - Quizvraag
90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6
Slide 7 - Sleepvraag
Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.
Vul alleen een getal in.
Slide 8 - Open vraag
Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut
Slide 9 - Quizvraag
3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000
Slide 10 - Sleepvraag
Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g
Slide 11 - Sleepvraag
Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 15 appeltaarten?
A
9 kg
B
0,9 kg
C
9000 mg
D
9000 g
Slide 12 - Quizvraag
Karel-Jan heeft 1,5 kg paneermeel nodig voor een recept. Hij maakt gebruik van deze aanbieding.
Hoeveel moet hij betalen?
Hoeveel moet hij betalen?
Slide 13 - Open vraag
Jan heeft € 3,55 in zijn portemonnee.
Hij koopt een zak kruidnoten voor 80 cent.
Hoeveel geld zit nu nog in zijn portemonnee?
Hij koopt een zak kruidnoten voor 80 cent.
Hoeveel geld zit nu nog in zijn portemonnee?
A
B
C
D
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat heb je deze les geleerd?
