Toets ecologie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Deze vogel heeft een snavel om een grotere prooi te vangen.

Deze vogel loopt op het wad en haalt zijn voedsel uit de natte bodem.

Darwin kwam bij deze vogelsoort er achter dat de snavel zich aanpast aan het voedsel op verschillende eilanden. 
d

Deze vogel zeeft het water op zoek naar kleine diertjes en plantjes.

Met een pincetsnavel kan insecten uit een boomschors gehaald worden.

Slide 4 - Sleepvraag


Dit zijn watervogels. De vogels hebben vliezen tussen de poten om te kunnen peddelen.

Ook uilen hebben deze poten.

Deze vogels zoeken voedsel in ondiep water of in de modder.

Dit zijn loopvogels. Je ziet ze nooit op een tak in een boom zitten.

Dit zijn zangvogels. Er staat een teen naar achteren en de rest naar voren zodat ze goed aan een takje kunnen vasthouden.
 

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Waarom hebben
vogels holle botten?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Waarom hebben struisvogels
géén holle botten?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Waarom hebben pinguïns
géén holle botten?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Dit organisme
heeft luchtkanalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Dit organisme
heeft slappe stengels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Dit organisme
heeft
windbloemen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Noem één aanpassing van
de ijsbeer die ontstaan zijn door
invloeden van abiotische factoren:

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Noem één aanpassing van
de ijsbeer die ontstaan zijn door
invloeden van biotische factoren:

Slide 21 - Woordweb

Afvaleter
Alleseter
Consument van de eerste orde
Planteneter
Producent
Reducent
Vleeseter

Slide 22 - Sleepvraag