In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer je bij een baby vlak na de geboorte je vinger in zijn handje legt, "knijpt" hij in je vinger
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer je een rood licht ziet, stop je
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
Slide 7 - Quizvraag
Bij het zien van een schaduw, sperren kuikens hun bek open
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
Slide 8 - Quizvraag
Insecten vliegen naar een brandende kaars
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
Slide 9 - Quizvraag
Als de bel gaat, staan leerlingen "automatisch" op
A
Aangeboren
B
Aangeleerd
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de sleutelprikkel voor de pupilreflex?
A
Een donkere ruimte
B
Hoeveelheid licht
C
Iets in de verte zien
D
Iets dichtbij zien
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de sleutelprikkel voor de kniepeesreflex?
A
Een schop of klap tegen je bovenbeen
B
Een schop of klap tegen je onderbeen
C
Een schop of klap op je kniepees
D
Een schop of klap op je knieschijf
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Territoriumgedrag Wat is NIET waar?
A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
0
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Operante conditionering - leren door belonen en straffen
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Leren - inprenting
Lorenz - 1903-1989
Gevoelige periode
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Slide 36 - Video
Gewenning
soms kan de drempelwaarde hoger worden, bijvoorbeeld als je heel lang dezelfde prikkel krijgt. Dit noem je gewenning.
door gewenning wordt de drempelwaarde voor druk verhoogd en voel je je kleding niet meer
Slide 37 - Tekstslide
gewenning
Slide 38 - Tekstslide
Gewenning
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
Vormen van leergedrag:
Inprenting
Imitatie
Trial and error
Klassiek conditioneren
Operant conditioneren
Gewenning
Inzicht
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Een koekoek profiteert van het broedzorggedrag van andere vogels. Een koekoeksvrouwtje legt haar ei in het nest van bijvoorbeeld een roodborstje. De vogel die het nest heeft gemaakt, treedt daarna op als pleegouder voor de jonge koekoek. Opmerkelijk is dat een koekoeksvrouwtje haar eieren vrijwel altijd legt in het nest van de pleegoudersoort waardoor zij zelf is grootgebracht. Door welk leerproces leren koekoeken welke soort hun pleegouder is?
A
inprenting
B
imitatie
C
conditionering
D
gewenning
Slide 43 - Quizvraag
Wat is gewenning?
A
Leren dat je altijd moet reageren.
B
Leren dat reageren niet altijd nodig is.
C
Leren dat reactie noodzakelijk is.
D
Leren in korte gevoelige periode.
Slide 44 - Quizvraag
Een jonge beer probeert voor het eerst zalm te vangen. Welk leerproces is dit?
A
Trial and error
B
Operante conditionering
C
Imitatie
D
Inprenting
Slide 45 - Quizvraag
A
trial and error
B
imiteren
C
inzichtelijk leren
D
gewennen
Slide 46 - Quizvraag
Elke keer als je een appje krijgt, gooit je kamergenoot een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van je mobiel. Welk leerproces is dit?
A
Operante conditionering
B
Klassieke conditionering
C
Gewenning
D
Inzicht
Slide 47 - Quizvraag
Op welke manier kun je deze vaardigheid het beste aanleren: Een rebus oplossen
A
Beloning en straf
B
Imiteren
C
Inzicht
D
Oefenen
Slide 48 - Quizvraag
Malika is gebeten door een grote herdershond. Nu is ze zelfs bang voor puppy's. Dit is een voorbeeld van: