Het vinden van de hoofdgedachte in een tekst

Het vinden van de hoofdgedachte in een tekst
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het vinden van de hoofdgedachte in een tekst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de hoofdgedachte van een tekst identificeren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het vinden van de hoofdgedachte in een tekst?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap of het belangrijkste idee van een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de hoofdgedachte?
Lees de titel, inleiding en de eerste en laatste zin van elke alinea om de hoofdgedachte te vinden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Signaalwoorden zoals 'daarom', 'omdat' en 'dus' kunnen helpen bij het identificeren van de hoofdgedachte.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Zoek de hoofdgedachte
Lees de tekst en bepaal de hoofdgedachte.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreking oefening
Bespreek de gevonden hoofdgedachtes en vergelijk ze met elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen van de kennis
Lees een nieuwe tekst en bepaal de hoofdgedachte.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap of het belangrijkste idee van een tekst. Door de titel, inleiding en de eerste en laatste zin van elke alinea te lezen, kun je de hoofdgedachte vinden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.