In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Linking words
We gebruiken linking words om zinnen aan elkaar te verbinden. Linking words zijn bijvoorbeeld: and, but, because.
Ieder linking word heeft een andere betekenis. Aan het linking word kun je zien hoe de twee zinnen met elkaar in verbinding staan.
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Linking words
But--> Tegenstelling met vorige zin I want to hang out with my friends but I have to finish my homework first
And --> Toevoeging aan vorige zin Steve likes to use Tiktok and Twitch the most Because--> Reden van vorige zin I like English class because the teacher is awesome
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
9 questions
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
I’m using Mum’s bike _____ mine has broken down.
A
and
B
but
C
because
Slide 4 - Quizvraag
REDEN
I went upstairs, took a shower _____ went to bed.
A
and
B
but
C
because
Slide 5 - Quizvraag
SAMENVATTING / OVERZICHT
Linking words helpen je dus om ideeën en zinnen met elkaar te verbinden wanneer je Engels praat of schrijft.
We kunnen linking words gebruiken om voorbeelden, of een samenvatting , een reden of resultaatof om tegenstellingen te geven.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
I wanted to see that programme _____ I forgot about it.
A
and
B
but
C
because
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
She is not a fan of Italian food _____ she does like spaghetti.
A
and
B
but
C
because
Slide 8 - Quizvraag
TEGENSTELLING
______ you have been so kind to me, I want to give you this present.
A
And
B
But
C
Because
Slide 9 - Quizvraag
RESULTAAT
Comedy ______ romance are my favourite film genres.