2.1 intervalnotatie +soorten stijgen/dalen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zit 25 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Intervalnotatie
Met een interval kun je een gebied aangeven op een getallenlijn.

Een dicht rondje betekent dat een getal meedoet!  
Dat is het geval gebruik je rechte haakje(s) [-3,4]

Een open rondje betekent dat een getal niet meedoet!  
Dat is het geval gebruik je een puntig haakje <-3,4]

Slide 2 - Tekstslide

Tekens
< is kleiner dan                    ≤ is kleiner of gelijk aan           
> is groter dan                    ≥ is groter of gelijk aan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 3 - Tekstslide

Overzicht intervallen

Slide 4 - Tekstslide

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-7,-2]
B
<-7,-2]
C
<←,-2]
D
[7,-2>

Slide 5 - Quizvraag

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-1,4]
B
<-1,4]
C
[-1,4>
D
<-1,4>

Slide 6 - Quizvraag

Welke intervalnotatie hoort bij het interval op deze getallenlijn?
A
[-3,2]
B
<-3,→]
C
[-3,→>
D
[-3,2>

Slide 7 - Quizvraag

Noteer het interval op de getallenlijn als ongelijkheid

Slide 8 - Open vraag

Noteer het interval op de getallenlijn als ongelijkheid

Slide 9 - Open vraag

Noteer het interval op de getallenlijn als ongelijkheid

Slide 10 - Open vraag

Het interval [0, 5] betekent
timer
0:15
A
0<x<5
B
0≤x≤5
C
0<x≤5
D
geen idee

Slide 11 - Quizvraag

x>-3 is in intervalnotatie
timer
0:15
A
<-3, → >
B
[-3, → >
C
<←, -3>
D
geen idee

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
1,5 ≤ x < 8
B
x < 8
C
1,5 ≤ x ≤ 8
D
1,5 < x < 8

Slide 13 - Quizvraag

waar is het interval x ≤ -4 of x>0 getekend?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
x > 6
B
x < 6
C
x ≥ 6
D
x ≤ 6

Slide 15 - Quizvraag

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
-2 ≤ x ≤ 7
B
-2 ≤ x < 7
C
-2 < x ≤ 7
D
-2 < x < 7

Slide 16 - Quizvraag

Schrijf in de ongelijkheidsnotatie
A
3 < x > 11
B
3 ≤ x ≥ 11
C
x < 3 of x > 11
D
x ≤ 3 of x ≥ 11

Slide 17 - Quizvraag

Waar is het interval
x < 5 of x > 12
getekend?
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf in de intervalnotatie
A
x < -1 of x > 6
B
x < -1
C
x ≤ -1 of x ≥ 6
D
x ≥ 6

Slide 19 - Quizvraag

verder oefenen via geogebra

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg soorten stijgen en dalen

Slide 21 - Tekstslide

vb soorten stijgen en dalen

Slide 22 - Tekstslide

constante stijging
constante daling
toenemende stijging
toenemende daling
afnemende stijging
afnemende daling

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide