H9.2 Negatieve getallen optellen.

    Welkom
💼 Neem je spullen voor je. 
📖 Leg bladzijde 96 (H9.2) voor je open.
      Leg je ipad op zijn kop klaar op tafel (dicht!)

DEZE LES:
§9.2 Negatieve getallen optellen.
Boek, schrift, schrijfspullen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom
💼 Neem je spullen voor je. 
📖 Leg bladzijde 96 (H9.2) voor je open.
      Leg je ipad op zijn kop klaar op tafel (dicht!)

DEZE LES:
§9.2 Negatieve getallen optellen.
Boek, schrift, schrijfspullen

Slide 1 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
§9.1 opd 1 t/m 8
Som en verschil met negatieve getallen
Zelfstandig werken aan opd. 9 en  10
aan de slag 
Netjes werken, maak een kantlijn, noteer je berekeningen.
huiswerk
voorkennis 
Negatieve getallen om je heen
Voorkennis H9.2 afmaken

Slide 2 - Tekstslide

        Nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Wat leer je in deze paragraaf?

Ik kan optellen met negatieve getallen.

Ik kan aftrekken met negatieve getallen.

Ik kan + - en - -  vervangen volgens de regels.
        leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Positieve getallen
Negatieve getallen
-10
0
7
-3
6,5

Slide 5 - Sleepvraag

6 ................ 4
A
is groter dan >
B
is kleiner dan <

Slide 6 - Quizvraag

-2 .......... 1
A
is groter dan >
B
is kleiner dan <

Slide 7 - Quizvraag

>
<
=
=
kleiner dan
groter dan

Slide 8 - Sleepvraag

-4 .............. -9
A
<
B
>

Slide 9 - Quizvraag


Negatieve getallen optellen
-4 + 3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 10 - Quizvraag


Negatieve getallen optellen
8 - 10=
A
2
B
-2
C
18
D
-18

Slide 11 - Quizvraag


Negatieve getallen optellen
-3 + 6=
A
-9
B
-3
C
3
D
9

Slide 12 - Quizvraag


Negatieve getallen optellen
4 - 7=
A
11
B
3
C
-3
D
-11

Slide 13 - Quizvraag

Stapgrootte
.



Negatieve getallen kun je natuurlijk ook optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Het vraagt wel wat extra begrip.

Om het beter duidelijk te maken luister
je naar een kort verhaal.
        Uitleg
Bewerkingen met negatieve getallen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Stapgrootte
.



        Uitleg
Bewerkingen met negatieve getallen

Slide 16 - Tekstslide

Stapgrootte
.



        Uitleg
Bewerkingen met negatieve getallen
blz. 97 opd.12

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Zelfstandig werken
timer
5:00
Open blz. 97 in het boek.
Maak  opd. 13

Klaar? 
werk verder aan opd 14 en 15
Werk zelfstandig zonder overleg of vragen.

Slide 18 - Tekstslide

Stapgrootte
.



blz. 98 opd.16
Samen oefenen 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Zelfstandig werken
timer
5:00
Open blz. 98 in het boek.
Maak  opd. 17 en o13

Klaar? 
Oefen extra, maak opd o17  (blz. 99)
Werk zelfstandig zonder overleg of vragen.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk 
Werk fluisterend binnen je tafelrij


Huiswerk:
Maak opd. 13 t/m 17   blz. 96/98

Klaar ?  mk: opd o17 en u3

Slide 21 - Tekstslide

Stapgrootte
.



Bij wiskunde kennen we de volgende bewerkingen:

Optellen +  ook wel som genoemd.
Eraf          -  ook wel het verschil genoemd
keer         x  het product
delen      :   quotiënt


  • De som van 3 en 4 is:  3 + 4 = 7

  • Het quotiënt van 18 en 6 is:  18 : 6 = 3
        Voorkennis

Slide 22 - Tekstslide

Wat moet je doen bij het quotiënt?
A
Plus
B
Min
C
Keer
D
Delen

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je deze bewerking?
3 + 5 =
A
Som
B
Verschil
C
Product
D
Quotiënt

Slide 24 - Quizvraag

Bereken het product van 12 en 4
A
12 + 4 = 16
B
12 - 4 = 8
C
12 x 4 = 48
D
12 : 4 = 3

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de tegengestelde bewerking van som (plus)
A
+ (Som)
B
- (Verschil)
C
x (Product)
D
: (Quotiënt)

Slide 26 - Quizvraag

Bereken het verschil tussen 18 en 6
A
18 + 6 = 24
B
18 - 6 = 12
C
18 x 6 = 108
D
18 : 6 = 3

Slide 27 - Quizvraag

Welke bewerking moet je eerst doen?

6 + 2 x 4 = ...
A
Je doet eerst plus
B
Je doet eerst keer
C
Je werkt gewoon van links naar rechts

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het quotiënt van 35 en 5?
A
40
B
7
C
30
D
175

Slide 29 - Quizvraag