Van oprichting tot beursgang: De reis van een besloten vennootschap

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je verschillende rechtsvormen identificeren, begrijpen hoe een besloten vennootschap kan groeien, uitleggen wat M&A en beursvennootschappen zijn, en de aandachtspunten herkennen bij vastgoed in een besloten vennootschap.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je verschillende rechtsvormen identificeren, begrijpen hoe een besloten vennootschap kan groeien, uitleggen wat M&A en beursvennootschappen zijn, en de aandachtspunten herkennen bij vastgoed in een besloten vennootschap.

Slide 1 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en leg uit wat studenten zullen leren.
Van oprichting tot beursgang: De reis van een besloten vennootschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verschillende rechtsvormen en het oprichten van een vennootschap?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsvormen
Er zijn verschillende rechtsvormen, waaronder stichtingen en besloten vennootschappen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat rechtsvormen zijn en wat de verschillen zijn tussen stichtingen en besloten vennootschappen.
Oprichten B.V.
Een besloten vennootschap kan worden opgericht met behulp van een notariële akte.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf het proces van het oprichten van een besloten vennootschap en leg uit wat een notariële akte is.
Groeien van een B.V.
Financiering is vaak nodig om een besloten vennootschap te laten groeien. Dit kan worden verkregen van de bank.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de financieringsmogelijkheden voor een besloten vennootschap en hoe dit kan worden verkregen van de bank.
Pandrecht
De bank wil vaak zekerheid hebben en kan daarom pandrecht krijgen op de aandelen van de besloten vennootschap.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat pandrecht is en waarom de bank hierom vraagt.
M&A
M&A staat voor mergers and acquisitions en verwijst naar het proces van het kopen, verkopen of samenvoegen van bedrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat M&A is en wat de verschillen zijn tussen kopen, verkopen en samenvoegen van bedrijven.
Waarvoor wordt financiering vaak gebruikt bij een besloten vennootschap?
A
Om de groei van de besloten vennootschap te financieren.
B
Om aandelen van andere bedrijven te kopen.
C
Om dividend uit te keren aan de aandeelhouders.
D
Om de salarissen van het personeel te betalen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fusies en overnames
Fusies en overnames kunnen voordelen bieden, zoals toegang tot nieuwe markten en technologieën, en nadelen hebben, zoals integratieproblemen en cultuurverschillen.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf de voordelen en nadelen van fusies en overnames.
Beursvennootschappen
Een beursvennootschap is een bedrijf dat zijn aandelen op de beurs verhandelt.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat beursvennootschappen zijn en wat de voordelen zijn van het verhandelen van aandelen op de beurs.
Beursgang B.V.
Een besloten vennootschap kan naar de beurs gaan door middel van een beursgang.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf het proces van een beursgang voor een besloten vennootschap.
Beursgenoteerde vastgoedbedrijven
Er zijn speciale beursgenoteerde vastgoedbedrijven die zich richten op het beheren en ontwikkelen van vastgoed.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat beursgenoteerde vastgoedbedrijven zijn en hoe ze verschillen van andere beursvennootschappen.
Aandachtspunten vastgoed in B.V.
Als er vastgoed in een besloten vennootschap zit, zijn er aandachtspunten zoals financiering en waardering van het vastgoed.

Slide 14 - Tekstslide

Identificeer de aandachtspunten bij vastgoed dat zich in een besloten vennootschap bevindt en leg uit waarom ze belangrijk zijn.
Vragen?
Heb je nog vragen over de verschillende rechtsvormen, het oprichten van een vennootschap, groeien van een besloten vennootschap, M&A, beursvennootschappen of aandachtspunten bij vastgoed in een B.V.?

Slide 15 - Tekstslide

Neem de tijd om eventuele vragen van studenten te beantwoorden.
Quiz
Test je kennis! Wat is pandrecht?

Slide 16 - Tekstslide

Start een quiz of korte beoordeling om studenten te helpen hun kennis te testen.
Opdracht
Schrijf een korte samenvatting van wat je hebt geleerd over de groei van een besloten vennootschap.

Slide 17 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om een korte samenvatting te schrijven van wat ze hebben geleerd over de groei van een besloten vennootschap.
Opdrachtbespreking
Wie wil zijn samenvatting delen?

Slide 18 - Tekstslide

Laat studenten hun samenvattingen delen en bespreek de belangrijkste punten van wat ze hebben geleerd.
Discussie
Wat zijn enkele voordelen en nadelen van het verhandelen van aandelen op de beurs?

Slide 19 - Tekstslide

Start een discussie over de voordelen en nadelen van het verhandelen van aandelen op de beurs.
Groepsopdracht
Werk in groepen van drie en bespreek de aandachtspunten bij vastgoed in een besloten vennootschap. Maak een lijst van ten minste vijf aandachtspunten en presenteer deze aan de klas.

Slide 20 - Tekstslide

Verdeel de klas in groepen en laat ze samenwerken aan het identificeren van de aandachtspunten bij vastgoed in een besloten vennootschap. Laat elke groep hun bevindingen presenteren.
Reflectie
Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd over verschillende rechtsvormen en het oprichten van een vennootschap?

Slide 21 - Tekstslide

Laat studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd en vraag hen om te delen wat ze het belangrijkst vonden.
Einde les
Bedankt voor het deelnemen aan deze les over verschillende rechtsvormen en het oprichten van een vennootschap!

Slide 22 - Tekstslide

Sluit de les af en bedank de studenten voor hun deelname.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.