In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nederlands
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat was het leukste dit weekend?
Slide 3 - Open vraag
Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Spreken, kijken, luisteren
Ik leer hoe ik een dialoog voer.
Ik leer tips voor een goed gesprek.
Slide 5 - Tekstslide
Hoort Wesley in dit gesprek waarom ze dat wil weten?
Slide 6 - Open vraag
Wat is Wesley aan het doen denk je?
Slide 7 - Woordweb
Waardoor raak jij soms afgeleid?
Slide 8 - Woordweb
Vraag 2
Luister naar het fragment
Beantwoord vraag 2
Slide 9 - Tekstslide
Moeder stelt Wesley vragen. Begrijpt Wesley waarom ze die vragen stelt?
Slide 10 - Open vraag
Stel, moeder begint het gesprek anders. Ze zegt: ‘Wesley, ik moet vanmiddag met tante Vera naar het ziekenhuis.’ Hoe zou Wesley dan reageren, denk je?
Slide 11 - Open vraag
Vraag 3
Slide 12 - Tekstslide
Regels
1. Laat iemand uitpraten.
2. Luister en stel vragen over wat hij/zij vertelt.
3. Laat je niet afleiden.
4. Houding: kijk iemand aan, rechtop zitten.
Slide 13 - Tekstslide
Vraag 3a
Jij vertelt je vriend over een leuk filmpje.
Hij praat er steeds doorheen.
Hij geeft steeds zijn mening over het filmpje.
Waarom is dit vervelend?
Slide 14 - Tekstslide
Jij vertelt je vriend over een leuk filmpje. Hij praat er steeds doorheen. Hij geeft steeds zijn mening over het filmpje. Waarom is dit vervelend?
Slide 15 - Open vraag
Vraag 3b
Je leraar legt iets uit.
Een klasgenoot zit op zijn telefoon.
Hij hangt onderuitgezakt.
Wat denkt jouw leraar?
Slide 16 - Tekstslide
Je leraar legt iets uit. Een klasgenoot zit op zijn telefoon. Hij hangt onderuitgezakt. Wat denkt jouw leraar?
Slide 17 - Open vraag
Vraag 3c
1. Laat iemand uitpraten.
2. Luister en stel vragen over wat hij/zij vertelt.
3. Laat je niet afleiden.
4. Houding: kijk iemand aan, rechtop zitten.
Aan welke regels heb jij je net goed gehouden? Leg uit!
Slide 18 - Tekstslide
1. Laat iemand uitpraten. 2. Luister en stel vragen over wat hij/zij vertelt. 3. Laat je niet afleiden. 4. Houding: kijk iemand aan, rechtop zitten. Aan welke regels heb jij je net goed gehouden? Leg uit!
Slide 19 - Open vraag
Vraag 4a
Luister naar het gesprek tussen Nadia en David.
David vertelt over zijn rol in de slotmusical.
Blijft hij bij het onderwerp van het gesprek?
Wat vind jij? Leg uit!
Slide 20 - Tekstslide
David vertelt over zijn rol in de slotmusical. Blijft hij bij het onderwerp van het gesprek? Wat vind jij? Leg uit!
Slide 21 - Open vraag
Vraag 4b
David laat Nadia aan het einde van het gesprek niet uitpraten.
Wat denk je dat daar de reden voor is?
Slide 22 - Tekstslide
David laat Nadia aan het einde van het gesprek niet uitpraten. Wat denk je dat daar de reden voor is?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Vraag 5a
Je hebt een nieuwe spijkerbroek nodig.
Je gaat een kledingwinkel binnen.
Hoe zou jij het gesprek met de verkoopster beginnen?
Slide 25 - Tekstslide
Vraag 5b
De verkoopster breng je verschillende broeken.
Je past de broeken, maar ze zitten allemaal niet lekker.
Je wilt naar een andere winkel.
Hoe sluit je het gesprek met de verkoopster af?
Slide 26 - Tekstslide
Vraag 5c
Jouw nieuwe broek mag maximaal 45 euro kosten.
De verkopen begroet je en vraagt waar hij mee kan helpen.
Wat zeg jij?
Slide 27 - Tekstslide
Vraag 6a
Geeft Wesley een antwoord op de vraag van zijn moeder?
Waarom wel of niet? Leg uit!
Slide 28 - Tekstslide
Geeft Wesley een antwoord op de vraag van zijn moeder? Waarom wel of niet? Leg uit!
Slide 29 - Open vraag
Vraag 6b
Moeder moet met tante Vera naar het ziekenhuis.
Wesley vindt zijn tante heel aardig.
Wat had Wesley beter kunnen zeggen in plaats van
'O ja, moet dat?'
Slide 30 - Tekstslide
Moeder moet met tante Vera naar het ziekenhuis. Wesley vindt zijn tante heel aardig. Wat had Wesley beter kunnen zeggen in plaats van 'O ja, moet dat?'