In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vrijdag 6 november - V1b
Vandaag
10 minuten stillezen
Huiswerkopdrachten van woensdag bespreken
Aan de slag!
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les heb je...
...de regels van werkwoordspelling herhaald.
Slide 2 - Tekstslide
Deze les ga je...
...terugblikken op het huiswerk van woensdag
...een aantal vragen over Wonder beantwoorden.
Slide 3 - Tekstslide
Wonder t/m blz. 317
Maak de vragen op de volgende slides (5 t/m 35).
Je werkt individueel OF je overlegt zachtjes met je buur.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is er tot nu toe gebeurd? (dus tussen blz. 266 en 317)
Slide 5 - Open vraag
Welke verwijzingen naar films/personages/games ben je tegengekomen? (Denk aan The sound of music, Star Wars (Darth Sidious)).
Slide 6 - Open vraag
Zoek op internet op wat deze verwijzingen betekenen.
Slide 7 - Open vraag
Welk personage vind je nu het leukst? Waarom?
Slide 8 - Open vraag
Auggie en Jack worden door een paar oudere kinderen geduwd en uitgescholden als ze in het bos zijn op het natuurkamp. Hoe zou jij reageren als je dit zag gebeuren?
Slide 9 - Open vraag
Welk personage vind je nu het stomst? Waarom?
Slide 10 - Open vraag
In welk personage kun je je het beste inleven? Waarom?
Slide 11 - Open vraag
Welk personage zou jij het liefst willen zijn? Waarom?
Slide 12 - Open vraag
Wat vind je tot nu toe van het boek? Waarom? (Gebruik een beoordelingswoord en een argument)
Slide 13 - Open vraag
Je hebt het boek bijna uit. Hoe denk je dat het gaat aflopen? (Als je het boek al uit hebt, mag je deze vraag overslaan).
Slide 14 - Open vraag
Fictie: begrippen
Maak de vragen op de volgende slides. De vragen gaan over de theorie van fictie (begrippen).
Slide 15 - Tekstslide
Fictie is ...
A
verzonnen
B
echt gebeurd
Slide 16 - Quizvraag
Realistisch is ...
A
lijkt op de werkelijkheid, kan echt gebeuren
B
lijkt niet op de werkelijkheid, kan niet echt gebeuren
Slide 17 - Quizvraag
“Het steile bergpad had hem ongeveer de halve dag gekost. De zon begon net achter de berg te verdwijnen toen hij het hoogste punt bereikte. Opeens voelde hij een reusachtige windvlaag langs zijn armen strijken en hoorde hij een luid gebrul. Hij keek omhoog en zag een zwarte draak die hem vernietigend aankeek.”
A
Realistisch
B
Onrealistisch
Slide 18 - Quizvraag
''Waar blijft Thijs, denkt Julia als ze 's morgens beneden zit. Ze moet eigenlijk al weg, maar ze wacht op haar broer; dan komt ze maar te laat. Eindelijk komt hij de kamer in. Hij grijpt een appel van de schaal en wil weggaan. 'Thijs,' zegt Julia. 'Nu papa definitief op de boot blijft wonen, wordt alles anders.‘’
A
Realistisch
B
Onrealistisch
Slide 19 - Quizvraag
Genre
Het 'soort' verhaal: Avontuur, griezel, psychologisch, sciencefiction, romantisch, detectice.
Boeken van hetzelfde genre hebben dezelfde kenmerken.
Soms is er overlap tussen genres, genres hebben dan een aantal dezelfde kenmerken.
Slide 20 - Tekstslide
Genres herkennen
Detective – oplossen van een misdaad
Griezelverhaal – enge dingen en vreemde wezens
Psychologisch verhaal – nadruk op innerlijk van personage
Sciencefiction – in toekomst of in ruimte (niet realistisch)
Slide 21 - Tekstslide
Genres herkennen
In de bibliotheek staan er vaak symbolen op de boeken die aangeven welk genre het is.
Handig om snel te zien welke boeken leuk zijn voor jou.
Je kan ook altijd advies vragen aan iemand die veel boeken heeft gelezen.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Hierna staan drie flapteksten van leesboeken. Bij welk genre horen deze boeken?
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Reinhart hoort bij het genre:
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Het Morelli principe hoort bij het genre:
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Vuurbom hoort bij het genre:
Slide 30 - Open vraag
Schrijf de titel op van het laatste boek dat jezelf gelezen hebt of van een boek dat je wel zou willen lezen. Bij welk genre hoort dit boek? (Een ander boek dan wonder).