Herhaling AFRONDEN

Deze les herhalen we
- Hoe je moet afronden op ronde getallen.
- Hoe je moet afronden op decimale getallen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les herhalen we
- Hoe je moet afronden op ronde getallen.
- Hoe je moet afronden op decimale getallen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels
Afronden op een tiental: je kijkt naar de eenheden.
Afronden op een honderdtal: je kijkt naar de tientallen.
Afronden op een duizendtal: je kijkt naar de honderdtallen

Dan geldt:
0 t/m 4 afronden naar beneden (het cijfer dat je laat staan verandert niet).
5 t/m 9 afronden naar boven (je verhoogt het cijfer dat je laat staan met 1).


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld
Afronden op een tiental:
12 wordt 10

Afronden op een honderdtal:
183 wordt 200

Afronden op een duizendtal:
3490 wordt 3000

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Rond het getal 93 af op een tiental.

Slide 4 - Open vraag

Je kijkt naar de eenheid: 3. Bij 3 rond je af naar beneden: de 9 verandert niet.

Rond het getal 428 af op een honderdtal.

Slide 5 - Open vraag

Kijk naar het tiental: 2. Bij 2 rond je af naar beneden: de 4 verandert niet.

Rond het getal 2.759 af op een duizendtal.

Slide 6 - Open vraag

Kijk naar het honderdtal: 7. Bij 7 rond je af naar beneden: de 2 wordt een 3.
Tip!
Na afronden op een tiental eindigt het getal op één nul.

Na afronden op een honderdtal eindigt het getal op twee nullen.

Na afronden op een duizendtal eindigt het getal op drie nullen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Rond het getal 28.815 af op een duizendtal.

Slide 8 - Open vraag

Je kijkt naar het honderdtal: 8. Bij 8 rond je af naar boven: het achterste cijfer dat je laat staan (de 8) verhoog je met 1.

Rond het getal 4.540 af op een honderdtal.

Slide 9 - Open vraag

Je kijkt naar het tiental: 4. Bij 4 rond je af naar beneden: het achterste cijfer dat je laat staan (de 5) verandert niet.
Regels
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Slide 14 - Tekstslide

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.
Afronden op een geheel getal

                 a.     5,7368
                 b.     0,5137
                 c.    24,4967

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op honderdtallen:
345

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op honderdtallen:
354

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog vragen? Schrijf ze hier op.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Maak digitaal h1 en h2 digitaal.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies