week 3

Mevrouw de Cuba
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿BIEN?
¿MAL?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?

  • Terugblik  
  • Comprensión auditiva 
  • Repaso de los verbos regulares 
  • vocabulario 
Semana 3, periodo 3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los objetivos
Aan het einde van de les
Hoe goed kan/ weet ik dit?
Wat ik nog kan doen is.. 
weet ik hoe ik belangrijke informatie moet opzoeken tijdens KLT
Begrijp ik een deel van een fragment in het Spaans
Kan ik vragen over een Spaanse fragment beantwoorden
Kan ik de regelmatige werkwoorden vervoegen in het Spaans 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programa
5 min - Bienvenidos 
5 min - terugblik
25 min - Verbos regulares 
20 min - comprensión auditiva
15 min - Blooket
¿Preguntas?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 
¿Qué hicimos la clase pasada?


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Información importante:
Bekijk magister (Telt 2x)

Grammatica: Je kent/kunt toepassen
- WB blz.21 Bron D : estar en hay.
- WB blz 24 Bron I : regelmatige ww op -ar, - er, -ir.

Woordenschat: Je kent/kunt toepassen
WB. blz.55-56 Woordjes 2.1 t/m 2.4, leren zoals het erboven staat.
TB. blz.22 Bron G : vraagwoorden NL-SP
TB. blz.24, Frases clave Bron J SP-NL en NL-SP.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Preguntas?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Repasamos los verbos regulares!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn regelmatige werkwoorden?
Regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de stam niet verandert bij het vervoegen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat regelmatige werkwoorden zijn en hoe ze verschillen van onregelmatige werkwoorden.
Presente de indicativo
De presente de indicativo is de tegenwoordige tijd in het Spaans. Om regelmatige werkwoorden in deze tijd te vervoegen, vervang je de -ar, -er of -ir uitgang van de infinitief door de juiste uitgang.

Slide 11 - Tekstslide

Laat zien hoe je regelmatige werkwoorden vervoegt in de presente de indicativo en oefen dit met de leerlingen.
De infinitief
De infinitief is de onvervoegde vorm van het werkwoord. In het Spaans eindigt de infinitief van regelmatige werkwoorden op -ar, -er of -ir.

Slide 12 - Tekstslide

Laat zien hoe de infinitief eruitziet voor regelmatige werkwoorden en leg uit wat de uitgangen betekenen.
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
yo
jij
hij - zij - u
él - ella - usted
wij
nosotros/-as
jullie
vosotros/-as
zij meervoud - u meervoud
ellos - ellas - ustedes

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

=Persoonlijke Voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbos regulares
(-IR)
Tener
Llevar
Ser
Verbos regulares
(-ER)
Verbos regulares
(-AR)
Vivir
Comer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervoegingen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los verbos regulares

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan 
Stap 1: Haal de laatste 2 letters van het werkwoord weg. Nu houd je de STAM  over.
Stap 2: Plak achter de STAM de juiste uitgang.
Stap 3: Klaar is kees :)



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maria _____ (hablar) español
Stap 1 = ? 
Stap 2= ?
Stap 3 =? 
Stap 4 = ?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maria ____ (hablar) español
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken? 
Él/ella/usted (Maria=Zij)
2. Wat is de stam?
Hablar - ar = HABL
3. In welk rijtje van het schema kijk ik? 
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald). 
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt? 
De juiste uitgang is A, want je kijkt in het rijtje van AR, bij Él/ella/usted.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Habla (stam+de juiste uitgang = habl + a)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El verbo TENER

het werkwoord HEBBEN

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El verbo TENER (hebben)
Yo
Tengo
Tienes
Él/ella/usted
Tiene
Nosotros
Tenemos
Vosotros
Tenéis
Ellos/ellas/ustedes
Tienen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cuántos años tienes?
Hoe oud ben je?
Ik ben ... jaar (oud).
      Tengo ... años

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué?  p. 68 - 69 ejercicio 9,10, 11 y 12
Hacer: 
¿Cómo? individual 
¿Tiempo? 20 min
¿Meta?  practicar con los verbos regulares

                
¡A trabajar!
timer
15:00
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luistervaardigheid

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué? Comprensión auditiva 
¿Cómo? juntos 
¿Tiempo? 20 min
¿Meta?  practicar con la comprensión auditiva 

                
¡A trabajar!
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blooket

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies