3.1 Nationaalsocialisme

H3 Tweede Wereldoorlog
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik vorige deeltaak
  • Deeltaak 5
  • Introductie WOII
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoe is de toets gegaan?
Zijn er dingen die anders zou willen zien in de lessen of waar je meer hulp bij nodig hebt?

Slide 3 - Tekstslide

Deeltaak 5
  • Hoofdstuk 3 en 4 (WOII en Koude Oorlog)
  • Bouwen verder op kennis van vorige deeltaak
  • Toets over 2 hoofdstukken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Tweede Wereldoorlog
  • Nationaalsocialisme en NSDAP (Partij van Hitler)
  • Verloop van WOII
  • Holocaust
  • Bezetting van Nederland

Slide 9 - Tekstslide


3.1 Het Nationaal
Socialisme

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen op welke manier Hitler aan de macht kwam.

  • Je kunt uitleggen wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten waren. 
  • Je kan uitleggen dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat werd.

Slide 11 - Tekstslide

Planning
  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 1
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Waarom werd Hitler gekozen? 
  • De democratische regering had moeite met het oplossen van de economische problemen. 
  • Het verdrag van Versailles stelde veel Duitsers ontevreden
  • Duitse burgers hadden maar weinig vertrouwen in de nieuwe regering.
  • Er was angst voor een communistische revolutie.  

Slide 16 - Tekstslide

De ideeën van de nazi's 

  • Één partij, één leider:  beslissingen worden genomen door de leider. Führer
  • Nationalisme: alle Duitssprekenden moesten zich samenvoegen (Lebensraum)
  • Militarisme: het gebruik van geweld werd verheerlijkt. (SA/SD/Gestapo)
  • Racisme en antisemitisme: onderscheid tussen superieure en inferieure rassen. Ariërs waren superieur en moesten beschermd worden.
  • Anticommunisme: Nazi's geloofden in eenheid van het volk

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Hitler wordt kanselier


  • Na de democratische verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar.
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide



Rijksdagbrand




  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 
  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Machtingswet 

  • ...de brand komt Hitler namelijk wel érg goed uit: hij kan de noodtoestand in Duitsland uitroepen (Rijksdagbrandverordening)
  • Een maand later neemt het Duitse parlement een noodwet aan, de Machtigingswet.
  • Deze wet geeft Hitler onbeperkte macht: Duitsland is een dictatuur.
  • Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid werden afgeschaft. 

Slide 23 - Tekstslide


Leven in nazi-Duitsland

  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim)
  • Gelijkschakeling: iedereen moet zich houden aan de ideologie van de Nazi's.
  • Politieke tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen. 
  • Alle verenigingen en vakbonden kwamen in handen van de nazi's (Hitlerjugend)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video


Propaganda


  • Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film.
  • De belangrijkste Nazi-propagandafilm is Triumph de Willens, van Leni Riefenstahl, waarin Hitler zich laat neerzetten als de leider die Duitsland weer groot zal maken.
  • Er werd gebruikt gemaakt van indoctrinatie: de nazi-ideeën waren de enige goede ideeën. 


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video


Hitler's populariteit stijgt




  • Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • De herstelbetalingen worden gestopt, de dienstplicht wordt weer ingevoerd. Duitsland gaat over op een oorlogseconomie door de bouw van tanks. 
  • Vrouwen werden ontslagen, waardoor er meer banen kwamen voor mannen. 
  • Het vertrouwen van Duitsland neemt toe.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Oriëntatie H3 1, 3 t/m 5
Maken Paragraaf 3.1 opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 11, 12


Ben je klaar?
Opdrachten nakijken, Memo max online oefenen
Leerdoelen beantwoorden

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video