TH2C's Unit 2 (making questions using 'did' & making negations using 'didn't'

TH2C's English Lesson
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TH2C's English Lesson

Slide 1 - Tekstslide

Today's Programme
*Morning Devotions
*Rules and regulations
*Show what you know (Words, expressions Unit 2) 
* Uitleg: Het gebruik van: 'Did' & 'didn't' om vragen te stellen en ontkenningen maken in de verleden tijd
*Do: exercises 
*write down homework in our diaries. 

Slide 2 - Tekstslide

Rules & regulations
*During instructions: One person is talking (if you want to say something, raise your hand). 

* When you're working: Talk to the person sitting next to you. We talk quietly. 

* We stay on our seats till the bell rings. 

Slide 3 - Tekstslide

Words lesson 2: (TL-level)
One of the 1. ______(herkenningspunten) of the hobbit homes is the 2. __________(cirkelvormige) windows. The windows have a round shape.
A
1. circular 2.feature
B
1. feature 2. circular

Slide 4 - Quizvraag

words lesson 3: (havo-level)

When you are driving towards Paris, you can see the Eiffel Tower 1. __________. The Eiffel Tower is a very famous 2. _____ that many people 3. ________________.
A
1. recognize 2. landmark 3. in the distance
B
1. landmark 2. in the distance 3. recognize
C
1. in the distance 2. landmark 3. recognize
D
1. recognize 2. in the distance 3. recognize

Slide 5 - Quizvraag

Expressions B: "_______(kunt u mij de weg vertellen) to the 'Europa Allee'?

Slide 6 - Open vraag

Vertaal: "Je vindt het Ichthus College aan uw linkerhand."

Slide 7 - Open vraag

De verleden tijdsvorm...
In de vorige lessen hebben we het gehad over de verleden tijd. 
*we hebben geleerd dat als iets stopt in het verleden dat je dan een -ed achter het werkwoord zet. Dit doe je bij (I,you,he,she,it,we,they) 

1. I walked on the road yesterday. ("Ik liep op de weg gisteren") 

2. My father played tennis two days ago. 

3.My parents travelled to Indonesia last year.

Slide 8 - Tekstslide

Let op! 
*My sister hurried to catch the train to Zwolle yesterday     (hurry -> hurried)
(medeklinker voor de 'y' -> 'ied') 

*My father stayed at a hotel last Sunday. 
(in dit voorbeeld staat een 'a' voor de 'y'. De 'a' is geen medeklinker dus kun je er gewoon een 'ed' achter het werkwoord zetten); 

*Soms heeft een werkwoord een eigen (onregelmatige vorm). Die leer je uit je hoofd (staan op p.81); 
- My neighbour____________(find) the wallet that I lost yesterday. 
-My neighbour found the wallet that I lost yesterday.

Slide 9 - Tekstslide

Vragen stellen in de verleden tijd..
*Je zet 'did' vooraan in de zin. Dit doe je bij 'I,you, he,she,it,we,they'
* Het andere werkwoord laat je staan in de tegenwoordige tijd. Dáár zet je geen 'ed' achter. 

Did I walk to school yesterday?  (deed jij lopen naar school gisteren?) 
Did you walk to school yesterday?
Did he/she walk to school yesterday?
Did they walk to school yesterday? 

Slide 10 - Tekstslide

correct the mistake:

Did she played hockey last night?

Slide 11 - Open vraag

Ontkenningen maken in de v.t.
*Je zet 'didn't' voor het werkwoord in de tegenwoordige tijd om aan te geven dat iets niet gebeurde in de verleden tijd. 

I didn't walk to school yesterday. 
she didn't walk to school yesterday.
We didn't walk to school yesterday. We cycled to school. 
They didn't walk to school yesterday. 

Slide 12 - Tekstslide

(-) My father ________(not hurry) to the train station yesterday.

Slide 13 - Open vraag

Close your laptops + get your book out.. 
* in your book (turn to page _______)

We're checking the homework exercises first. 

Slide 14 - Tekstslide