In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Tijdsprong tijdvak 3
Mavo 1
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat macht betekent en wie de macht kreeg van de val van het west-Romeinse rijk. Ook kan je uitleggen welke standen er waren in de Middeleeuwen.
Slide 3 - Tekstslide
Middeleeuwen
Slide 4 - Woordweb
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Tijd van monniken en ridders
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Tijd van steden en staten
Slide 5 - Tekstslide
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Slide 6 - Tekstslide
1500
v. Chr.
1000
v. Chr.
500
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.
Slide 7 - Sleepvraag
Standensamenleving
Samenleving verdeeld in 3 groepen
Keuze was er nauwelijks:
Je werd meestal geboren in een stand en je bleef daar de rest van je leven
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 1:
Maak 3 groepen. Zorg dat je bij de mensen staat van jouw groep.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 2:
Bespreek met elkaar:
Wie hoort er bij je stand?
Is iedereen even belangrijk?
Maak een volgorde van belangrijk naar minder belangrijk
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 3:
Leg uit waarom jullie als stand belangrijk zijn?
Slide 11 - Tekstslide
Drie standen
1. Geestelijken
2. Adel
3. Boeren
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.