toetsweek

Mevrouw de Cuba
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

Programa, groep 1
  • Quiz
  • Noordhoff/ Leren/ PO


Slide 2 - Tekstslide

Groep 1:  Abdul, Deniz, Madelief, Rogier, Carsten en Sheng

Groep 2: Femke, Romenique, Roshan, Sarah, Sven, Tim, Timo, Vidar en Dilana

Groep 3: Zakaria, Sanne, Alex en Noé
Groep 1: 
eerst Noordhoff, daarna uitleg 
en of PO!

Groep 2:
eerst uitleg. daarna Noordhoff/ PO en inleveren / leren 

Groep 3: 
Noordhoff

Slide 3 - Tekstslide

Presente
Tegenwoordige tijd

Hoe maak je de presente?
1. Stam (- ar, er of ir)
2. In welke persoon moet ik vervoegen?
3. De juiste uitgang erachter plakken

Slide 4 - Tekstslide

Presente
Hablar
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes

Slide 5 - Tekstslide

Presente
Hablar
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
habl
habl
habl
habl
habl
habl

Slide 6 - Tekstslide

Presente
Hablar
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
habl
habl
habl
habl
habl
habl
o
as
a
amos
áis
an

Slide 7 - Tekstslide

Presente
Comer
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes

Slide 8 - Tekstslide

Presente
Comer
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
com
com
com
com
com
com

Slide 9 - Tekstslide

Presente
Comer
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
com
com
com
com
com
com
o
es
e
emos
éis
en

Slide 10 - Tekstslide

Presente
Vivir
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes

Slide 11 - Tekstslide

Presente
Vivir
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
viv
viv
viv
viv
viv
viv

Slide 12 - Tekstslide

Presente
Vivir
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
viv
viv
viv
viv
viv
viv
o
es
e
imos
ís
en

Slide 13 - Tekstslide

Presente / tegenwoordige tijd.

Beber -> tú
A
Bebes
B
has bebido
C
bebe
D
ha bebido

Slide 14 - Quizvraag

Presente/tegenwoordige tijd
Comer -> nosotros

Slide 15 - Open vraag

Presente:
1. Tú --> bailar
2. Nosotros --> escribir
3. Ellos --> beber

Slide 16 - Open vraag

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 17 - Tekstslide

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
1. Yo (tener) _______ 14 años.
2. Mis padres (tener) _______ 3 gatos.
3.Juan y tú (tener) _______ muchos amigos.

Slide 18 - Tekstslide

Tener
Tener = hebben

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
1. Yo (tener) tengo 14 años.
2. Mis padres (tener) tienen 3 gatos.
3.Juan y tú (tener) tenéis muchos amigos.

Slide 19 - Tekstslide

Je hebt bvnw die op een -o eindigen:
deze passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen (mannelijk/vrouwelijk, meervoud/enkelvoud)
El mercado bonito
Los mercados bonitos
La casa bonita
Las casas bonitas

Slide 20 - Tekstslide

... en je hebt bijvoeglijke naamwoorden
die niet op een -o eindigen:
interesante (interessant)
grande (groot)
actual (actual)
fácil (makkelijk)
difícil (moeilijk)

Slide 21 - Tekstslide

Meervoud
Of het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is, maakt dan dus niet uit.
Una casa grande
Un libro grande

Wel komt er bij meervoud een S achter:
Una casa grande > unas casas grandes

Slide 22 - Tekstslide

Son unas maletas ...
A
caro
B
cara
C
caros
D
caras

Slide 23 - Quizvraag

Son unas iglesias ...
A
antiguo
B
antigua
C
antiguos
D
antiguas

Slide 24 - Quizvraag

Es un perro ...
A
pequeño
B
pequeña
C
pequeños
D
pequeñas

Slide 25 - Quizvraag

Es una casa ...
A
bonito
B
bonita
C
bonitos
D
bonitas

Slide 26 - Quizvraag

Es un libro ...
A
interesante
B
interesantes

Slide 27 - Quizvraag

Son unos edificios muy ...
A
grande
B
grandes

Slide 28 - Quizvraag

Es una pregunta ...
A
fácil
B
fáciles

Slide 29 - Quizvraag

Hacer en noordhoff groep 2
 3. mi casa es su casa

 PO INLEVEREN!, niet inleveren is helaas een 1. 
(Timo, Sarah, Dilana en Roshan)

Hoofdstuk 3 af (ook tarea) en PO ingeleverd = leren voor de toets

Slide 30 - Tekstslide

Pauze!
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Wat zijn bepaalde lidwoorden?
A
El
B
Un
C
Unos
D
Las

Slide 32 - Quizvraag

Zet het juiste bepaalde lidwoord bij het juiste woord
hijo
problema
piscina
ciudad
canción
holandesa
chica
vacaciones
hermanos
pueblos
mexicanos
radio
alemán
amigas
EL
LA
LOS
LAS

Slide 33 - Sleepvraag

fiestas
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 34 - Quizvraag

Welke lidwoorden staan in meervoud?
A
Un
B
Unas
C
Una
D
Los

Slide 35 - Quizvraag

juiste lidwoord: amistad
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 36 - Quizvraag

pantalón
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn onbepaalde lidwoorden?
A
La
B
Los
C
Un
D
Unas

Slide 38 - Quizvraag

operación
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 39 - Quizvraag

lidwoord: libros
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 40 - Quizvraag

ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois

Slide 41 - Quizvraag


Wat betekent 'ser'?
A
heten
B
zijn

Slide 42 - Quizvraag


Vul op de puntjes de juiste vorm van 'ser' in:
Isabel y yo ....... hermanas.
A
son
B
somos
C
es
D
ser

Slide 43 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois

Slide 44 - Quizvraag

Él betekent:
A
zij
B
hij
C
u
D
wij

Slide 45 - Quizvraag

Nosotros betekent:
A
u
B
jij
C
jullie
D
wij

Slide 46 - Quizvraag

Juiste vertaling van 'vosotros sois':
A
wij zijn
B
jullie zijn
C
zij zijn
D
u bent

Slide 47 - Quizvraag


A
cuatro
B
seis
C
nueve
D
cinco

Slide 48 - Quizvraag

Wat is het getal 9?
A
diez
B
siete
C
nueve
D
ocho

Slide 49 - Quizvraag

diecisiete
A
16
B
19
C
13
D
17

Slide 50 - Quizvraag

¡Mucha suerte!

Slide 51 - Tekstslide