Nectar Hfst 12.1-1 GL

1 / 25
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Een nieuw hoofdstuk
- Vooraf
- Leerdoelen
- Lesinstructie
- Huiswerk opdrachten (als de tijd het toelaat)

Slide 3 - Tekstslide

Welke vraag over evolutie heb jij?

Slide 4 - Open vraag

Vooraf
  • Evolutietheorie gaat niet over de ontstaanstheorie van het leven.
  • De evolutietheorie is vooral een theorie over hoe het leven zich ontwikkelt.

Slide 5 - Tekstslide

Vooraf
  • Evolutie werkt met natuurlijke selectie.
  • Natuurlijke selectie is een biologisch systeem wat werkt op de organismen die onder de huidige omstandigheden het beste aangepast zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Vooraf
  • Evolutie streeft niet naar beter worden.
  • Evolutie streeft helemaal nergens naar. Evolutie gaat erom dat je beter en beter aangepast wordt aan het milieu (omgeving) waar je op dat moment inzit. Als het milieu verandert kun je dus ook teruggaan.

Slide 7 - Tekstslide

Vooraf
  • Mensen stammen NIET af van de apen.
  • Huidige levensvormen (waaronder dus ook homo sapiens, de huidige mens) zijn het gevolg van evolutie uit gemeenschappelijke voorouders. Daardoor lijken veel organismen op elkaar wat betreft hun bouw en levenswijze.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe Darwin ontdekte dat de aarde en de organismen voortdurend veranderen. 

- Je kunt uitleggen hoe verschillende rassen ontstaan.
- Je weet wat natuurlijke selectie is, kan dit uitleggen met een voorbeeld.



Slide 9 - Tekstslide

  • Darwin
Charles Darwin maakte een reis door Zuid-Amerika en ontwikkelde uit zijn bevindingen de evolutietheorie.

Slide 10 - Tekstslide

  • Darwin
  • Concludeerde dat de huidige soorten organismen op de wereld zijn ontstaan uit andere organismen
  • Hij zag dat op verschillende eilanden die dicht bij elkaar lagen vinken woonden die allemaal een beetje van elkaar verschilden. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is evolutie?
A
Het ontstaan en weer uitsterven van een diersoort.
B
Het ontstaan van de ene soort uit de andere soort.
C
Het ontstaan van nieuwe soorten organismen door klimaatverandering.
D
Organismen die in een nieuwe omgeving zijn gaan leven.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Darwin bestudeerde ook duiven en kwam tot de
conclusie dat alle duiven afstammen van één 
gezamenlijke voorouder: de rotsduif

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Ras: groep individuen van dezelfde soort met 
ongeveer hetzelfde fenotype

Slide 15 - Tekstslide

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Ras: groep individuen van dezelfde soort met 
ongeveer hetzelfde fenotype
Fenotype: is de verzameling van alle
waarneembare eigenschappen --> Uiterlijk

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Ras: groep individuen van dezelfde soort met 
ongeveer hetzelfde fenotype
Fenotype: is de verzameling van alle
waarneembare eigenschappen
Veredelen/kunstmatige selectie:
selecteren en kruisen zodat het ras steeds 
beter of mooier wordt.
Dit gebeurt door mensen.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe ontstaan verschillende rassen?
Veredelen/kunstmatige selectie:

selecteren en kruisen zodat het ras steeds 
beter of mooier wordt.

Slide 18 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Selecteren en kruisen voor nieuwe rassen
kan alleen wanneer er variatie in fenotype is, oftewel .

Variatie in fenotype ontstaat door:

1. Omgeving, een organisme krijgt weinig te eten, 
daardoor blijft hij klein
2. Erfelijke variatie, het verschil in genotype, genen. 
Het organisme is klein door een gen, de ouders 
van het organisme waren ook klein. 


Slide 19 - Tekstslide

Natuurlijke selectie


In de natuur vindt ook selectie plaats:

Natuurlijke selectie: organismen passen
zich aan aan hun omgeving.

Slide 20 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
In de natuur vindt ook selectie plaats:
Natuurlijke selectie: organismen passen
zich aan aan hun omgeving.


Organismen die het best aangepast zijn op hun omgeving overleven. Zo selecteert de natuurlijke omgeving welke individuen zich kunnen voortplanten en hoe het soort dus verandert.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een voorwaarde voor
natuurlijke selectie?
A
Variatie in eigenschappen
B
Mannelijke en vrouwelijke organismen
C
Recombinatie
D
Mutatie

Slide 22 - Quizvraag

Het fokken van schapen zonder hoorns is een voorbeeld van kunstmatige selectie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wat is natuurlijke selectie?
A
De verschillen binnen een populatie.
B
De organismen die het best zijn aangepast aan het milieu, krijgen de meeste nakomelingen.
C
Organismen die sterkste zijn krijgen de meeste nakomelingen.
D
Verschil tussen rassen.

Slide 24 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Maak de opdrachten 1 t/m 17 van paragraaf 12.1

Slide 25 - Tekstslide