Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Do 15-09-22 K1 L1 zwakke ww
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
T33
Donnerstag, 15. September 2022
Slide 2 - Tekstslide
die Planung
So verplaatsen
Herhalen: haben/sein
Nieuwe grammatica: zwakke ww
Aufgaben
Slide 3 - Tekstslide
Was weißt du noch?
wat weet je nog?
Over de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord 'sein'
9 vragen
Slide 4 - Tekstslide
Hoe vertaal je 'hij/zij/het' naar het Duits?
A
ich, sie, es
B
er, Sie, es
C
du, sie, er
D
er, sie, es
Slide 5 - Quizvraag
Hoe vertaal je 'jullie zijn' naar het Duits?
A
ihr sein
B
ihr seid
C
ihr sied
D
wir sind
Slide 6 - Quizvraag
Hoe vertaal je 'jij bent' naar het Duits?
A
du bist
B
du sein
C
sie ist
D
du bust
Slide 7 - Quizvraag
Om 'u' te gebruiken in het Duits. Schrijf je de letter s van Sie met een hoofdletter.
Richtig
Falsch
Slide 8 - Poll
(hebben) ______ ihr Geschwister?
A
Hat
B
Haben
C
Habt
D
Hast
Slide 9 - Quizvraag
(zijn) Wir ____ Freunde, keine Geschwister.
A
sind
B
seind
C
ist
D
sein
Slide 10 - Quizvraag
Hulpwerkwoord haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
bin
bist
ist
sind
seid
sind
haben
sein
Voltooid deelwoord:
gehabt gewesen
!
In een zin:
vorm van haben + gehabt
bv. ich habe Thee gehabt
vorm van sein + gewesen
bv. ich bin in den Bosch gewesen
Slide 11 - Tekstslide
Grammatik B
zwakke werkwoorden
Slide 12 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Wat is een zwak werkwoord?
Slide 13 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
klinker in de stam blijft hetzelfde:
Bijvoorbeeld: wonen --> ik woon, jij woont, wij wonen
Ezelsbruggetje: (fe) e st t en t en
Slide 14 - Tekstslide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij/u
wohn
e
wohn
st
wohn
t
wohn
en
wohn
t
wohn
en
red
e
red
e
st
red
e
t
red
en
red
e
t
red
en
reis
e
reis
t
reis
t
reis
en
reis
t
reis
en
wohnen reden reisen
stam d/t stam s-klank
1. stam? werkwoord -en
2. plaats uitgang die hoort bij het pers vnw
BV.: wohnen - wohn - du wohn
st
ezelsbruggetje:
(fe)esttenten
Slide 15 - Tekstslide
Aufgaben machen
opdrachten maken
Wa
s (wat
)?
Kapitel 1 Lektion 1: Aufgabe 2, 3, 8, 9, 11
Wie (hoe)?
Online of boek
Hilfe (hulp)?
Buren, docent
Zeit (tijd)?
10:30
Fertig (klaar)?
iets voor jezelf
An die Arbeit!
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Do 7-09-23 K1 L1 zwakke ww
September 2023
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Di 21-09-2021 Lektion 2
September 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Do 29-08-24 K1 L1 haben/sein+zwakke ww
Augustus 2024
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Ma 15-04-24 4.5
April 2024
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Ma 15-04-24 4.5
April 2024
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Do 11-05-2023 4.4/4.5
Mei 2023
- Les met
10 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woe 17-04-24 4.3
April 2024
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2 Woe 10-05-2023 4.4/4.5
Mei 2023
- Les met
10 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2