Vraagzinnen klas 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vraagzinnen

Zinnen vragend maken

• _{Vraagzinnen  zonderz vraagwoord}
• _{Vraagzinnen met t vraagwoord} 

Vraagzinnen... hoe dan?

* Er zijn 3 manieren in het Frans:

- intonatie ( STEM )

- inversie ( OMKEREN ONDERWERP - PERSOONSVORM)

- est-ce que ( AAN HET BEGIN )

3 manieren om een zin vragend te maken

zonder vraagwoord

 

• _{1 . Vraagteken achter de normale zin (vragend uitspreken :
         stem omhoog)}
• _{2.  Omkering van onderwerp en persoonsvorm}
• _{3. est-ce que + gewone zin}
  
  
  
  

3 manieren om een zin vragend te maken

zonder vraagwoord

 

• _{1 . Tu regardes la télé?}
• _{2.  Regardes-tu la télé?}
• _{3.  Est-ce que tu regardes la télé?}
  
  
  
  

een vragende zin met vraagwoord

 Vraagwoord + est-ce que + onderwerp + persoonsvorm?

VOORBEELDEN:

• Quand est-ce que tu arrives?
• Pourquoi est-ce que tu viens?
• Comment est-ce qu'elle s'appelle?
• Qu'est-ce que tu vois?

== Deze manier kan altijd! ==

Andere manieren:

O + PV  +  vraagwoord

• vb. Tu arrives quand?

Vraagwoord + O + PV

• vb. Pourquoi tu es en retard?

Vraagwoord + PV + O

• vb. Où est-il?

Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.

wie

wat

waar

wanneer

hoe

hoe veel

combien

où

qui

qu'est-ce que/ qu'est-ce qui

quand

comment

Welke vraag is niet goed?

1. Ton frère est souvent malade?
2. Est- souvent malade ton frère ?
3. Est-ce que ton frère est souvent malade?

Welke vraag is niet goed?

1. Comment tu t'appelles?
2. Comment est-ce que tu t'appelles?
3. Comment t'appelles-tu?
4. Comment tu appelles?

welke vraag is niet goed?

1. la boulangerie est où?
2. Est la boulangerie où?
3. Où est la boulangerie?

Poser des questions

Op welke 3 manieren maak je zinnen vragend in het Frans met vraagwoorden?

1.

2.

3.

Poser des questions

Op welke 3 manieren maak je zinnen vragend in het Frans (zonder vraagwoorden)?

1.

2.

3.

Quel   Quelle

Quels  Quelles

Welk( e) of Wat is / Wat zijn

bijv. Quel temps fait -il?

:

Quelle heure est -il?

Dans quels pays parlent-ils anglais?

Quelles situations sont les plus dangereuses

MAAK DEZE ZIN D.M.V. INTONATIE VRAGEND:
Il a mal aux pieds.

Maak deze vraagzin op twee andere manieren vragend.
Quand tu pars en vacances?

Est-ce que vous avez encore des questions?

ou

Avez - vous encore des questions?

ou

Vous avez encore des questions?