H4.4 -> Jebi raast over Japan

Welkom!
Start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Zorg dat je schrift en pen klaarliggen op tafel


Hier Frozen voor tijdens het wachten
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Zorg dat je schrift en pen klaarliggen op tafel


Hier Frozen voor tijdens het wachten

Slide 1 - Tekstslide

Indeling van de les
1. Herhaling 4.3
2. Leerdoelen 4.4
3. Uitleg
4. Vragen
5. Verwerking
6. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Een caldeira is
A
een ingestorte stratovulkaan
B
een ingestorte schildvulkaan
C
een grootschalige aardverschuiving

Slide 3 - Quizvraag

Een schildvulkaan is
A
explosief
B
effusief

Slide 4 - Quizvraag

een schildvulkaan is:
A
Een vulkaan met een rustige uitbarsting
B
een vulkaan met een explosieve uitbarsting
C
Een vulkaan die puntig is qua vorm
D
Een vulkaan zonder gat erin

Slide 5 - Quizvraag

Een stratovulkaan
A
is breed met flauwe hellingen
B
is smal met steile hellingen

Slide 6 - Quizvraag

Een stratovulkaan is
A
effusief
B
explosief

Slide 7 - Quizvraag

caldeira vulkaan
A
lage, brede vulkaan met flauwe helling
B
vulkaan met steile hellingen die is opgebouwd uit lagen lava en pyroclastisch materiaal
C
vulkaan met zeer grote krater, ontstaan door het instorten van het dak van een leeggelopen magmakamer
D
stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde

Slide 8 - Quizvraag

Stratovulkanen ontstaan door...
A
Subductie
B
Convergentie
C
Divergentie
D
Subplooiing

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een schildvulkaan?
A
Een hoge vulkaan
B
Een lage vulkaan
C
Een lage brede vulkaan
D
Een hoge dunne vulkaan

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Vulkanen en aardbevingen komen voornamelijk voor bij plaatranden.
B
Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
C
Een continentale plaat is zwaarder dan een oceanische plaat.
D
Rond de Atlantische Oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor.

Slide 11 - Quizvraag

Iemand doet twee uitspraken:

I Nederland ligt bij een plaatrand, daarom zijn er veel aardbevingen.
II Nederland en Japan liggen op dezelfde plaat.

Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 12 - Quizvraag

Is de plaat bij nummer 2 een oceanische of een continentale plaat?
A
Een continentale
B
Een oceanische

Slide 13 - Quizvraag

Welke plaatbeweging vindt er plaats onder een mid-oceanische rug?
A
Divergent
B
Convergent
C
Subductie
D
Transform

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort vulkaan hoort bij de letter B?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Caldeiravulkaan
D
Mid-oceanische rug

Slide 15 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij cijfer 1?
A
Magma
B
Magmakamer
C
Kraterpijp
D
Lava

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar de juiste plaats.
Stratovulkaan
Schildvulkaan
Stroperig magma
Effusief / rustige uitbarsting
Explosief
Vloeibaar magma

Slide 17 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
• Weet je welk klimaat Gambia heeft.
• Weet je welke natuurlandschappen Gambia heeft.
• Heb je een beeld van de cultuur in Gambia.

Leerdoelen 4.4
Aan het einde van de les weet je:

- hoe een orkaan ontstaan en wat de werking ervan is 
- wat het verband is tussen het ontwikkelingspeil, de schade en het aantal slachtoffers van een orkaan
- wat de menselijke, economische en landschappelijke gevolgen zijn van een orkaan

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Wat is een orkaan?
Orkaan (of tyfoon, of cycloon): zware storm die ontstaat boven warm zeewater dat minimaal 26 graden is

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Jebi veroorzaakte:
  • Harde wind
  • Regenbuien -> Aardverschuivingen
      Overstromingen
  • Hoge golven

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Ontwikkelingspeil en orkanen
  • Hoe armer een land, hoe groter de gevolgen. Mensen hebben geen stevige huizen, geen mogelijkheid om te vluchten en er is geen goed alarmeringssysteem.

  • Hoe rijker een land, hoe minder groot de gevolgen. De huizen zijn stevig, de mensen kunnen vluchten en er is een goed alarmeringssysteem. 

Slide 28 - Tekstslide

Wind
Lucht bestaat uit miljarden kleine luchtdeeltjes.

Je kan ze niet zien, wel voelen

Het verplaatsen van deze luchtdeeltjes heet wind

Slide 29 - Tekstslide

Hoe meet je windsterkte?
Normale windkracht --> Schaal van Beaufort 

Orkaankracht --> Saffir-Simpson schaal

Slide 30 - Tekstslide

Windkracht meten wij met de
Schaal van Beaufort
Aantekening

Slide 31 - Tekstslide

Een orkaan ontstaat boven land
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee

Slide 33 - Quizvraag

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 34 - Quizvraag

Vanaf welke windkracht (op de schaal van Beaufort) noemen we een tropische storm een orkaan?
A
8
B
3
C
12
D
11

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

B50 Tornado

Tornado = zeer krachtige wervelwind.


De meeste tornado's komen voor in het midden van de VS.

Een lichte vorm van tornado: windhoos

Hoe heet dit boven zee?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Tornado
Orkaan

Slide 39 - Tekstslide

Waarom veroorzaken orkanen en tornado's in andere landen van Azië vaak meer schade dan in Japan?
A
Het ontwikkelingspeil is in die landen lager
B
Het ontwikkelingspeil is in die landen hoger
C
De orkanen hebben daar een hogere windkracht
D
De orkanen hebben daar meer regenval

Slide 40 - Quizvraag

Tornado
Windhoos / Twister
Krachtige wervelwind
Botsing koude en warme lucht
Boven land
Klein oog
Duurt paar minuten

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? Maak de opdr van 4.3 

                   Hoelang? Zie timer

                  Met wie? Zie stoplicht

Klaar? Maak een samenvatting in je schrift van deze paragraaf
timer
10:00
Rood = Stil, geen vragen

Oranje = Stil, vragen aan docent

Groen = Samenwerken, vragen aan docent

Slide 43 - Tekstslide

Ik kan antwoord geven op de volgende leerdoelen:
- hoe een orkaan ontstaan en wat de werking ervan is
- wat het verband is tussen het ontwikkelingspeil, de schade en het aantal slachtoffers van een orkaan
- wat de menselijke, economische en landschappelijke gevolgen zijn van een orkaan
Ja, moet lukken
Grotendeels
Een beetje
Nee

Slide 44 - Poll

Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll