H4 - taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

H4 - taalverzorging

Programma

- Welkom

- Doelen

- Instructie

- Aan het werk

- Evaluatie

Doelen

Aan het einde van de les

- weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft

- weet je hoe je bijvoeglijke naamwoorden schrijft die zijn afgeleid van een werkwoord

- weet je wanneer je als of dan gebruikt

Meervoudsvormen

Meeste woorden hebben enkelvoud en meervoud. Meervoud door:  

-en	boeken, kasten, sokken, bloemen
-s / - 's	horloges, hotels, fot o 's, om a 's, tax i 's
-ën	zeeën, ko pie ën, bac te riën, po riën
bijzonder	groenten/groentes, schepen, kalveren

Meervoud menu

1. menus
2. menuus
3. menu's
4. menu heeft geen mv

Meervoud tasje

1. tasjes
2. tasje's
3. tassen

Meervoud kolonie

1. kolonieën
2. koloniën

Werkwoord als bijv.nw.

Sommige woorden zijn afgeleid van een werkwoord. 

Ik ben altijd de gebeten hond. (van een vdw)

De bijtende hond werd gevangen door zijn baas. (van een odw)

Schrijfwijze: altijd zo kort en eenvoudig mogelijk. 

Het ... (verbreden) fietspad is mooi aangelegd.

De ... (verbazen) man zat achter in de klas te kijken naar de geweldige docent.

De ... (blaffen) hond trok aan de lijn.

Trappen vergelijking als/dan

stellende trap	Schrijf zo simpel mogelijk groot klein	even groot als net zo klein als
vergrotende trap	Voeg -er of -der toe groter kleiner	groter dan kleiner dan
overtreffende trap	Voeg -st toe + het voor het woord het grootst het lekkerst	x x

Jouw pizza is net zo lekker ... die van mij.

Jouw cijfers zijn beter ... die van mij.

Aan het werk

Wat?                    Opdr. 5, 10, 11 + 19, blz. 142 - 148

Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes

Hulp?                  Vraag je duo of docent

Tijd?                     Ca. 10 minuten

Klaar?                  Leren voor PTA

Uitkomst?         Antwoorden in Magister

Huiswerk?         Volgende les PTA

Evaluatie

Aan het einde van de les

- weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft

- weet je hoe je bijvoeglijke naamwoorden schrijft die zijn afgeleid van een werkwoord

- weet je wanneer je als of dan gebruikt