Taal-reizen
Wintersport
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Wintersport
Slide 1 - Woordweb
A
Piste
B
Wintersport
C
Lawine
D
Berg
Slide 2 - Quizvraag
A
de herberg
B
ski's
C
de piste
D
de wandeltocht
Slide 3 - Quizvraag
A
de winkel
B
de herberg
C
het politiebureau
D
de skilift
Slide 4 - Quizvraag
Een vakantie naar de sneeuw noem je...
A
wintersport
B
ski's
C
zonvakantie
D
toerisme
Slide 5 - Quizvraag
Een uitstapje dat een dag duurt
A
wandeling
B
heuvelachtig
C
piste
D
dagtocht
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer is het hoogseizoen?
A
zomer
B
winter
C
herfst
D
lente
Slide 7 - Quizvraag
ski's
Piste
Slide 8 - Sleepvraag
heuvelachtig
Dagtocht
Toerisme
Wintersport
landschap met heuvels.
een uitstapje dat een dag duurt.
een vakantie naar
de sneeuw.
alles wat met reizen en
vakantie te maken heeft.
Slide 9 - Sleepvraag
Waar kun je wintersporten?
A
Italië
B
Oostenrijk
C
Spanje
D
Zuid-Afrika
Slide 10 - Quizvraag
A
wandelstokken
B
snowboard
C
ski's
D
helm
