2.4 Franse Tijd in de Nederlanden

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 2

Pak je spullen:

• Geschiedenisboeken
• Map + pen

          Welkom M2C

Agenda voor vandaag

1. Terugblik met bespreken huiswerk.
2. Uitleg hoofdstuk 2.4
3. Werkboek opdrachten 2.4 maken

• Absolutisme, Standenmaatschappij en verlichting
• Franse Revolutie - terreur - Napoleon Bonaparte
• Directe en indirecte bronnen
• Grondwet opdracht

Terugblik

Opdracht 4

A)

• In een grondwet staan de belangrijkste (afspraken) wetten van een land: de rechten en de plichten van de burgers en de regering. Iedere inwoner van een land moet zich aan de grondwet houden. Alle andere wetten moeten kloppen met wat er in de grondwet staat.

B) 

• In artikel 1 staat dat je niet mag discrimineren en dat alle mensen voor de wet gelijk zijn. Mensen anders behandelen omdat zij bijvoorbeeld een andere huidskleur hebben of homo zijn, is verboden. Als deze wet niet nageleefd wordt kunnen er grote problemen in ons land ontstaan. Een land waar mensen elkaar mogen discrimineren is geen fijn land om in te leven.

Opdracht 5A

A)

• Het is een gevangenis, ze zijn het eens met de vijanden van de koning, er liggen wapens opgeslagen. 

Opdracht 8

• 4 Er volgden jaren van terreur.
  
• 5 Napoleon werd de baas van Frankrijk.
  
• 1 De Parijse bevolking bestormde de Bastille.
  
• 6 Frankrijk werd een dictatuur.
  
• 3 De leiders van de revolutie wilden een eerlijke regering.
  
• 2 De koning werd afgezet.
  

Opdracht 9

A)

• Meer vrijheid = A, C, D
  Minder vrijheid = B, E
  

B) (Mening van verschillende leerlingen)

• Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
  
  Gelukt, want de koning en edelen verloren hun macht. 
  Gelukt, want er kwam een nieuwe grondwet waarin onder meer staat dat mensen gelijk zijn aan elkaar.
  Niet gelukt, want Napoleon kwam aan de macht en Frankrijk werd een dictatuur.
  Niet gelukt, want veel mensen die tegen de revolutie waren, werden opgepakt en gedood. 

Video

Histoclips: De Franse Revolutie

0

De Franse Revolutie

3. Het Koninkrijk Holland

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• ken je de begrippen Bataafse Republiek, Koninkrijk Holland, patriotten en Code Napoléon. (R)

• kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Franse Revolutie voor de Nederlanden had. (T1)

• kun je uitleggen welke grote veranderingen er dankzij Napoleon Bonaparte zijn gekomen.  (T2)

• Je kunt zelf beoordelen welke zaken er in een grondwet horen te staan. (I)

Frankrijk bezet Nederland

1795-1813

• Op verzoek van de Patriotten, Nederlanders die van de prins van Oranje, af willen, vallen Franse troepen Nederland binnen.
• Nederland wordt de Bataafse Republiek, maar de Nederlanders zelf hebben maar weinig te zeggen.

Koninkrijk Nederland

1806-1810

• De broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, wordt in 1806, de eerste koning van Nederland.
• Hij is geliefd in ons land: zo probeerde hij ook Nederlands te praten. 
• Dat was niet altijd makkelijk. Zo noemde hij zichzelf: 'konijn van Olland'

Lodewijk Napoleon laat het stadhuis van Amsterdam tot zijn paleis verbouwen. 

Tegenwoordig heet het daarom nog steeds Paleis op de Dam.

Zijn vrouw vond het helemaal niets en vertrok weer naar Frankrijk

Deel van Frankrijk

1810-1813

• Napoleon vindt dat zijn broer veel te vriendelijk is voor de Nederlanders, en stuurt hem weg.
• Nederland wordt nu een deel van het Franse Keizerrijk.
• In 1811 brengt hij zijn eerste, en enige, bezoek aan Nederland.

Erfenis van Napoleon

• Verkeer: rechts rijden

• Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte (Code Napoléon)

• Invoering van achternamen

• Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)

• Nederland wordt écht één land

Begrippen uit deze les

• Bataafse Republiek
• Koninkrijk Holland
• patriotten 
• Code Napoléon

Jaartallen uit deze les

1795-1806: Patriotten en Bataafse Republiek.

1806-1810: Koninkrijk Holland

1810-1813: Nederlanden onderdeel Franse Keizerrijk

Personen uit deze les

• Lodewijk Napoleon
• Napoleon Bonaparte

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

          Aan de slag

Hoofdstuk 2.4

• opdracht  1, 3, 4, 5, 6 en 8 (dus 2 en 7 niet!)
• Werkboek pagina 32 + 33

Huiswerk voor vrijdag

• Opdrachten afmaken
• SO hoodstuk 2.2 + 2.3 + 2.4