(a)specifieke afweer
1 / 11
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een antigeen is altijd lichaamsvreemd
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Plasmacellen...
A
maken antigenen
B
maken antistoffen
C
vernietigen geïnfecteerde cellen
D
activeren T en B cellen
Slide 3 - Quizvraag
Welke vorm van afweer bouw je pas na de geboorte (=verworven afweer) op?
A
specifieke afweer
B
aspecifieke afweer
C
mechanische afweer
D
chemische afweer
Slide 4 - Quizvraag
Virusinfecties zijn te bestrijden met antibiotica
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
macrofagen spelen een rol in ...
A
de aspecifieke afweer
B
de specifieke afweer
C
de aspecifieke en de specifieke afweer
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een plasmacel?
A
Een gedifferentieerde B-cel die antistoffen aanmaakt
B
Een synoniem voor 'witte bloedcel' of 'lymfocyt'
C
Een gedifferentieerde T-helpercel die het afweersysteem reguleert
D
Een voorstadium van een macrofaag die nog in het bloed circuleert
Slide 7 - Quizvraag
de stof die T-cellen activeert heet
A
perforine
B
antigeen
C
cytokine
D
antistof
Slide 8 - Quizvraag
Welk type afweercellen doodt als eerste de cellen die geïnfecteerd zijn met het virus?
A
Witte bloedcellen
B
Fagocyten
C
Natural Killer Cellen
D
B-cellen
Slide 9 - Quizvraag
Welke cellen van de specifieke afweer worden ingeschakeld door de macrofaag/dendritische cel/APC?
A
Natural killer cellen
B
B-cellen
C
T-cellen
D
Granulocyten
Slide 10 - Quizvraag
Hoe zorgen antistoffen voor het onschadelijk maken van het virus?
A
door een virus te omsluiten
B
door virussen aan elkaar te plakken
C
door losse giftige antigenen te binden
D
zowel A, B als C
