Elektriciteit 1.6 Beveiliging van de stroomkring B3

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1: Elektriciteit
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Maak opdracht 11 en 13 van 1.5
START IN: 




Jas over je stoel
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1: Elektriciteit 
  • 1.1  De stroomkring
  • 1.2 In serie of parallel schakelen
  • 1.3 Stroomsterkte en spanning meten
  • 1.4 Vermogen
  • 1.5 Energie
  • 1.6 Beveiliging van de stroomkring



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  1. Huiswerkcontrole
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Zelfstandig aan de slag
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit
Nova code:

klascode 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkcontrole

1. Maak van paragraaf 1.5 Energie: 
    opdracht 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  1. Je kunt het energieverbruik met een kWh-meter aflezen.
  2. Je kunt het energieverbruik van een apparaat berekenen.
  3. Je kunt de kosten van het energieverbruik berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de juiste grootheid, symbool en eenheid
Weerstand
Spanning
Stroomsterkte
Ohm
Volt
Ampere
R
I
U

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer stelt een spanningsmeter voor?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule om het vermogen van een apparaat te berekenen?

A
stroomsterkte = vermogen : spanning
B
vermogen = spanning : stroomsterkte
C
vermogen = spanning × stroomsterkte
D
vermogen = spanning + stroomsterkte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bouwlamp heeft een vermogen van 250 W.
Bereken de energie die de bouwlamp verbruikt als hij 3 uur brandt.

energie = vermogen × tijd
A
750 wh
B
750 kWh
C
0,75kWh
D
1000 kWh

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de kosten van de energie voor een lamp van 60 W die 1000 uur brandt.

energie = vermogen × tijd
A
€ 1,38
B
€ 138,0
C
€ 13,80
D
€ 600,

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 1.6 Beveiliging van de stroomkring

  1. Je kunt de werking van een zekering uitleggen.
  2. Je kunt de werking van een aardlekschakelaar beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen wat dubbele isolatie is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.6 Beveiliging van de stroomkring
Als de stroom te groot wordt, kan er brand ontstaan. Als stroom weglekt, kan dat levensgevaarlijk zijn. Daarom moet je een stroomkring hiertegen beveiligen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zekeringen
Een huisinstallatie bestaat uit groepen. Iedere groep wordt beveiligd door een eigen zekering. 
Als de stroomsterkte in een groep te groot wordt, 
schakelt de zekering de stroom uit. 
De draden kunnen dan niet zo heet worden 
dat er brand ontstaat.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zekeringen
In oudere huizen is de zekering vaak een smeltveiligheid. Een smeltveiligheid wordt meestal een stop genoemd (figuur 1). 
In een smeltveiligheid zit een dunne draad van metaal.
De draad smelt door als de stroomsterkte te groot wordt.
De smeltveiligheid kan maar één keer de stroom uitschakelen.
Daarna is ze kapot en moet je de zekering vervangen
door een nieuwe.
Een smeltveiligheid of stop.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Installatie-automaten in de meterkast
De zekeringen in een nieuw huis zijn installatie-automaten (figuur 2). 
Een installatie-automaat heeft een hendel. 
Als de stroomsterkte te groot wordt, klapt de hendel om. 
Zo zie je meteen in welke groep het probleem zit. 
Als het probleem is opgelost, kun je de stroom weer 
inschakelen.
Je moet dan de hendel omhoogduwen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aardlekschakelaar
In de meterkast vind je ook één of meer aardlekschakelaars (figuur 3). 
Soms gebeurt het dat er ergens stroom ‘weglekt’. 
Bijvoorbeeld doordat de isolatie van een apparaat 
kapot is. Er kan dan stroom ‘ontsnappen’. 

Als je dat apparaat aanraakt, kun je een schok krijgen.
De aardlekschakelaar zit in een gesloten stroomkring. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zit in een gesloten stroomkring. De aardlekschakelaar meet de stroomsterkte aan het begin en aan het einde van de stroomkring.


Aardlekschakelaar
Voorziening die de stroomsterkte aan het begin vergelijkt met de 
stroomsterkte aan het einde van de stroomkring. Als het verschil
groter wordt dan 30 mA, dan schakelt de aardlekschakelaar de 
stroom uit. Er kan dan geen stroom meer ‘weglekken’.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ‘lekken’ van stroom
Stroom kan op verschillende manieren weglekken uit een apparaat of uit de elektriciteitsdraden. 

Vocht (water)
Kapot 
Isolatie om de draad kapot
Mens of dier de draad met spanning
aanraakt
 Lekt stroom weg via de aarde

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ‘lekken’ van stroom
Een aardlekschakelaar schakelt uit als er stroom door een mens gaat.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele isolatie
Bij veel apparaten zijn niet alleen de draden in het apparaat geïsoleerd. Ook de buitenkant van het apparaat is geïsoleerd. De buitenkant is bijvoorbeeld van kunststof. Kunststof is een goede isolator en laat dus geen stroom door. Als een mens zo’n apparaat aanraakt, 
kan er geen stroom weglekken. 
Zo’n apparaat is dus extra veilig.
Een apparaat met twee manieren van isolatie heet:
dubbel geïsoleerd.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Maak Opdracht:  
1 t/m 4 en 8 t/m 12  van paragraaf 1.6

Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 25 - Tekstslide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Welke vraag vond je makkelijk?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Beveiliging van de stroomkring: samengevat
Iedere groep in huis is beveiligd met een zekering.
Zo’n zekering kan een smeltveiligheid of een installatie-automaat zijn.
In een smeltveiligheid zit een dunne draad van metaal. Deze draad smelt als de stroomsterkte te groot wordt.
Een installatie-automaat heeft een hendel die omklapt als de stroomsterkte te groot wordt.
Een aardlekschakelaar moet uitschakelen bij een lekstroom van meer dan 30 milliampère.
Dubbel geïsoleerd betekent dat een apparaat op twee manieren is geïsoleerd.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: we weten.....

  1. Je kunt de werking van een zekering uitleggen.
  2. Je kunt de werking van een aardlekschakelaar beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen wat dubbele isolatie is.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt de werking van een zekering uitleggen.
Je kunt de werking van een aardlekschakelaar beschrijven.
Je kunt uitleggen wat dubbele isolatie is.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

1. Maak van paragraaf 1.6 Beveiliging van de stroomkring: 
   opdracht 1 t/m 4 en 8 t/m 12 

Dank voor jullie aandacht!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies