In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De Pacificatie van 1917
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
1. verzuiling
2. de schoolstrijd
3. de kiesrecht kwestie
4. de pacificatie van 1917
5. wat weet je nu?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
grondwet van 1848
Artikel 6
1. Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. .....
Slide 5 - Tekstslide
0
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
3. Schoolstrijd en de opkomst van politieke partijen
1878: Wet op Lager Onderwijs stelt hoge eisen aan onderwijs Stijging bouw- inrichtingseisen en lonen onderwijzers
Ook bijzondere scholen moesten hieraan voldoen --> onbetaalbaar
Opkomst politieke partijen om eigen eisen kracht bij te zetten Kuypers Anti-Revolutionaire Partij (1878), Liberale Unie (1885), Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (1894), Katholieke Algemene Bond (1904),
Politieke partijen en achterban 'keren naar binnen'. Weinig contact met anderen
- 'hoe meer stemmen, hoe meer zetels in het parlement'
- stemmen waar dan maar ook gehaald in het land worden bij elkaar opgeteld
Slide 12 - Tekstslide
stelsel van evenredige vertegenwoordiging:
- geen districten
- 'hoe meer stemmen, hoe meer zetels in het parlement'
- stemmen waar dan maar ook gehaald in het land worden bij elkaar opgeteld
gevolg:
Ook de kleinere partijen krijgen een kans op vertegenwoordiging in het parlement (2e Kamer)
Slide 13 - Tekstslide
oefenen!
telefoon bij de hand?!
Slide 14 - Tekstslide
Caoutchouc-artikel
Het Caoutchouc-artikel ("rubberen artikel") is artikel 80 uit de Nederlandse Grondwet van 1
887. Hierin werd het kiesrecht toegekend aan alle volwassen mannelijke inwoners die konden aantonen dat zij beschikten over "kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand". Deze bepaling kwam in de plaats van het censuskiesrecht dat het kiesrecht voorbehield aan mensen die een minimumbedrag aan belasting betaalden. Doordat de begrippen "geschiktheid" en "maatschappelijke welstand" niet verder werden ingevuld bleek het in de volgende discussies over de uitbreiding van het kiesrecht mogelijk om de eisen uit het artikel steeds lager te stellen. Als gevolg hiervan steeg het percentage kiesgerechtigde mannen tussen 1890 en 1910 van 14 naar 65 %, zonder dat de grondwet gewijzigd hoefde te worden. Aan deze flexibiliteit dankte het artikel zijn naam "caoutchouc"-artikel.
Ministeriële verantwoordelijkheid is de staatsrechtelijke rechtsfiguur waarbij de ministers en niet het staatshoofd, de Koning, verantwoordelijk zijn voor de daden van het staatshoofd. De verantwoordelijkheid wordt meestal afgelegd in het parlement. Dit principe is daarom een belangrijk beginsel in landen met een parlementair systeem en geldt in de meeste hedendaagse democratieën.