5.3 botten

botten
Onderdelen benoemen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

botten
Onderdelen benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Werkblad
Pak het werkblad en vul dit tijdens het filmpje in.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Vul het werkblad verder in met een groepje van drie / vier kinderen.
Over een paar minuten gaan we het werkblad bespreken.  

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Basisstof 3: de bouw van botten
Leerdoel: 

Je kunt de kenmerken van bot en kraakbeen noemen en  beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 6 - Tekstslide

Kraakbeen en bot 
Botten geven stevigheid en bescherming aan je lichaam.

Je skelet is stevig door kraakbeen en bot.

Botten bevatten lijmstof en kalk.
  • Kraakbeen kan buigen.
  • Bot is hard en stevig en kan niet buigen

 

Slide 7 - Tekstslide

Kraakbeen vs Botten

Slide 8 - Tekstslide

Kraakbeen
Botten met veel lijmstof en weinig kalk noemen we kraakbeen.

Lijmstof maakt botten buigzaam.
Kalk maakt botten hard.

In de botten van baby's zit veel kraakbeen. 
Naarmate ze ouder worden wordt kraakbeen vervangen door bot.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Harde en buigzame botten
Harde botten zijn van been. Dat bevat kalk en een beetje lijmstof.



Buigzame botten zijn van kraakbeen. Kraakbeen bevat veel lijmstof en weinig kalk. Buigzame botten breken niet snel.


Het skelet van een baby is buigzaam door veel kraakbeen met lijmstof.

Slide 11 - Tekstslide

veel lijmstof/ weinig kalk 
weinig botbreuken 
weinig lijmstof / veel kalk
vaker botbreuken

Slide 12 - Tekstslide

Gewrichten
Zoek in je lichaam waar deze gewrichten zitten:
- Kogelgewricht
- Scharniergewricht
- Zadelgewricht
- Rolgewricht
- Draaigewricht

Slide 13 - Tekstslide

  • Kogelgewricht (zit in een kom): heup en schouders 
  • Scharniergewricht: knieën, ellebogen en vingers
  • Zadelgewricht: waar de duim aan de hand zit
  • Rolgewricht: tussen de ellepijp en het spaakbeen
  • Draaigewricht: hoofd

Slide 14 - Tekstslide

De wervelkolom

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet het been
op de afbeelding?


A
schouderblad
B
bovenbeen
C
dijbeen
D
scheenbeen

Slide 16 - Quizvraag

Botten bestaan uit kalk en lijmstof. Lijmstof zorgt voor stevigheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Kraakbeen bevat
A
veel lijmstof weinig kalk
B
veel kalk weinig lijmstof
C
evenveel kalk als lijmstof
D
geen kalk alleen lijmstof

Slide 18 - Quizvraag

Wie heeft meer lijmstof, een baby of een bejaarde?
A
Baby
B
Bejaarde

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je nummer 8?
A
Heupbeen
B
Heup
C
Dijbeen
D
Bekken

Slide 20 - Quizvraag

Welk nummer geeft je opperarmbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we nummer 15?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Kuitbeen
D
Voet

Slide 22 - Quizvraag

Welk nummer geeft je sleutelbeen aan?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het onderste botje van je wervelkolom?
A
heiligbeen
B
lendenwervel
C
stuit
D
borstwervel

Slide 24 - Quizvraag

Welk gewricht zit tussen je hoofd en je nek?
A
rolgewricht
B
kogelgewricht
C
draaigewricht
D
scharniergewricht

Slide 25 - Quizvraag