Les 2

Les 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2

Slide 1 - Tekstslide

4.4
Nog geen 18: wat mag je wel en niet?

hoe ouder je bent hoe meer je mag. Je wordt steeds sterker en wijzer. Daarom zijn de regels per leeftijd iets anders. 
Je mag heel veel dingen pas vanaf een bepaalde leeftijd doen. Voor die leeftijd mag dat dus niet. Bij elke leeftijd staat er alleen wat wel mag. Je moet daarom alles lezen om te weten wat je niet mag als je jonger bent. 

Slide 2 - Tekstslide

13 en 14 jaar 
Als 13 of 14 jarige mag je alleen een beetje helpen en kleine klusjes doen. Er moet altijd een stagebegeleider in de buurt zijn. Je mag geen machines gebruiken. 

Als 13 jarige mag je nog niet op stage. 

Slide 3 - Tekstslide

Vegen
Je mag kleine klusjes doen. Denk dan bijvoorbeeld aan vegen. 

Slide 4 - Tekstslide

servetten vouwen


Ook mag je helpen bij het tafeldekken. Denk dan bijvoorbeeld aan het vouwen van servetten

Slide 5 - Tekstslide

15 jaar
Als 15 jarige mag je al wat meer. Je mag bijvoorbeeld: 
  • de ochtendkrant bezorgen, 
  • vakken vullen in de supermarkt
  • groenten en fruit plukken
  • bedienen in een restaurant (geen alcohol)
  • helpen in een speeltuin. 

Je mag ook zelfstandig werken. Je stagebegeleider hoeft er dus niet steeds meer bij te blijven. 

Slide 6 - Tekstslide

Vakken vullen
Vanaf 15 jaar mag je zelfstandig vakken vullen. 

Slide 7 - Tekstslide

bedienen restaurant

Je mag werken in de bediening van een restaurant. Je mag geen alcohol schenken aan de gasten. 

Slide 8 - Tekstslide

16 en 17 jaar. 
Als je 16 of 17 jarige mag je wat moeilijker, gevaarlijker en zwaarder werk doen. Je mag:
  • meer dan 10 kg tillen of 20 kg duwen/ trekken, 
  • Langer dan 8 minuten in dezelfde houding werken, 
  • werk doen waarbij je zelf met geld moet omgaan, 
  • machines gebruiken waarbij je letsel kunt oplopen, zoals een cirkelzaag, 
  • werken in een fabriek of op een bouwplaats: een industriële omgeving
  • Werk doen waarbij je persoonlijke beschermingsmiddelen moet gebruiken, 
  • Alcoholhoudende drank op het werk rondbrengen. 

Slide 9 - Tekstslide

Tillen
Je mag meer dan 10 kg tillen. En je mag 20 kg duwen of trekken. 

Slide 10 - Tekstslide

geld
Je mag werk doen waarbij je zelf met geld moet omgaan. Je bent verantwoordelijk voor het geld. 

Slide 11 - Tekstslide

Onder begeleiding
Sommige werkzaamheden mag je alleen doen als je stagebegeleider erbij is. Je stagebegeleider kan ingrijpen en helpen als het niet helemaal goed gaat. 

  • Moet werken als er instortingsgevaar bestaat
  • moet werken met irriterende, bijtende of ontplofbare stoffen (staat op verpakking)
  • moet werken met stoffen waarbij op het etiket staat "onherstelbare effecten niet uitgesloten"
  • moet werken met gassen onder druk en vloeibaar gemaakte gassen
  • met vuurwerk moet werken of andere dingen die kunnen ontploffen moet vasthouden
  • trekker moet rijden (op de weg alleen met trekker rijbewijs)
  • aanhangers of werktuigen moet aan- en afkoppelen 

Slide 12 - Tekstslide

Onder begeleiding
  • moet werken met wilde, giftige of op een andere manier gevaarlijke dieren,
  • dieren moet slachten in het slachthuis
  • werk moet doen dat steeds hetzelfde is 
  • aan de lopende band met een constante snelheid moet werken. 

Slide 13 - Tekstslide

gevaarlijke stoffen

Je werkt met irriterende, bijtende of ontplofbare stoffen. Dit kan gevaarlijk zijn. Je kunt bijvoorbeeld last krijgen van hoofdpijn, duizeligheid of benauwdheid. Je stagebegeleider kan ingrijpen voordat het te laat is. 

Slide 14 - Tekstslide

lopende band

Je werkt aan de lopende band met een constante snelheid. Dit werk kan gevaarlijk zijn. Je stagebegeleider kan je helpen als je bijna vast komt te zitten. Of als je bijna gegrepen wordt door bewegende delen. 

Slide 15 - Tekstslide

vanaf 18 jaar 
Vanaf je 18e mag je alles doen. Ook dingen die voor 16 en 17 jarigen nog verboden zijn;

  • werken met bepaalde gevaarlijke stoffen, kankerverwekkende stoffen, stoffen die giftig zijn voor de voortplanting en stoffen die de erfelijke eigenschappen veranderen. 
  • werken onder overdruk (duiken)
  • werken met stoffen die schadelijke straling kunnen uitzenden, bijvoorbeeld: lasers, radar. 
  • werken met lawaai boven de 85 db(A)
  • werken met gevaarlijke trillingen. 

Slide 16 - Tekstslide

trillingen
Pas vanaf 18 jaar mag je met een trilplaat werken. Hij geeft te veel trillingen voor een jongere. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Maak in je werkboek opdracht 7 tot en met 16 

Slide 18 - Tekstslide