unité 2

Faire
A
verbe régulier
B
verbe irrégulier
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Faire
A
verbe régulier
B
verbe irrégulier

Slide 1 - Quizvraag

faire in de présent / tegenwoordige tijd:

je ____ (faire)
A
faire
B
fais
C
fait
D
faise

Slide 2 - Quizvraag

Faire du foot
Faire du hockey
Faire de la danse
faire de la natation

Slide 3 - Sleepvraag

hebben
maken
willen
gaan
kunnen
nemen
zijn
nemen
vouloir
aller
avoir
être
pouvoir
faire

Slide 4 - Sleepvraag

hockeyen
zwemmen
fietsen
skiën
paardrijden 
faire du hockey
faire du cheval

faire de la natation
faire du vélo
faire du ski

Slide 5 - Sleepvraag

faire
avoir
aller
vouloir
être
pouvoir
hebben
willen
gaan
kunnen
zijn
maken/doen

Slide 6 - Sleepvraag

vous (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
veut
D
voulez

Slide 7 - Quizvraag

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'vouloir' met het onderwerp
veux
veux
veut
voulons
voulez
veulent

Slide 8 - Sleepvraag

je ___ (vouloir)
A
veut
B
veux
C
veulent
D
voulez

Slide 9 - Quizvraag

je
tu vas
il/elle/on
voulons
veux
veut
vouloir

Slide 10 - Sleepvraag

nous
vous
ils/elles
vouloir
voulez
veulent
voulons

Slide 11 - Sleepvraag

Hij wil (vouloir)
A
il peut
B
il veut
C
elle veut
D
il voulez

Slide 12 - Quizvraag

zijn
hebben
gaan
willen
maken/doen
kunnen/mogen
aller
avoir
être
faire
pouvoir
vouloir

Slide 13 - Sleepvraag

faire = ................
A
doen, maken
B
doen, hebben
C
hebben, zijn
D
doen, zijn

Slide 14 - Quizvraag

nous ___ (vouloir)
A
veux
B
voulons
C
voulez
D
veulent

Slide 15 - Quizvraag

Les sports | Faire + du / de la / de l' / des
*Bij sporten zonder tegenspeler/bal (individueel)
1.


2.
3.
4.
5.
Faire du cheval
Faire de la natation
Faire de ski
Faire du jogging
Faire du vélo

Slide 16 - Sleepvraag

faire du foot
faire du vélo
faire du patinage
faire du tennis
faire de l 'equitation
faire du skateboard

faire du shopping

jouer aux échecs

faire du basket

Slide 17 - Sleepvraag

Vertaling?
être
avoir
vouloir
aller
                              hebben
                                   gaan
                                      zijn
willen

Slide 18 - Sleepvraag