Rekenen economie en handel geld van de wereld

Rekenen economie en handel
Geld van de wereld
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Rekenen economie en handel
Geld van de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld van de wereld
In de wereld hebben we verschillende soorten geld, de landen die aangesloten zijn bij de Europese unie hebben één gezamenlijk betaalmiddel, de €uro. Maar is je geld overal evenveel waard? En betaal je voor het zelfde product overal hetzelfde?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je:
  • Dat dezelfde producten niet overal hetzelfde kosten
  • Dat de verschillende landen ook verschillende       betaalmiddelen hebben
  • Hoe zwaar bekende producten wegen
  • Hoe je geld moet teruggeven achter de kassa
  • Hoe je geld moet afronden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke muntsoorten heb je gezien?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In welk land betaal je het meeste voor je Big Mac?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land betaal je het minste voor je Big Mac?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou dit prijsverschil aan
kunnen liggen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op hoe zwaar een Big Mac weegt in grammen?

Slide 9 - Open vraag

Vooraf weegschaal klaarzetten
Zoek iets dat net zo zwaar is als een Big Mac. Weeg het na en maak er een foto van!

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Vooraf afdrukken en speelgeld, pionnen en dobbelsteen klaarleggen!
Hoeveel chocolade denk je dat de gemiddelde Nederlander per jaar eet?
A
4.6
B
1.3
C
5.1
D
10.3

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders en chocolade
De gemiddelde Nederlander consumeert 5,1 kilo chocolade per jaar. Daarmee valt Nederland net buiten de top 10 lijst. Welke landen staan wel in de lijst? En hoeveel kilogram chocola wordt er per persoon per jaar verorberd? Hier een top 10 landen naar consumptie van chocola!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Top 10 landen naar consumptie van chocola
Finland – 5,4
België – 5,6 kilo
Polen – 5,7 kilo
Noorwegen – 5,8 kilo
Estland – 6,5 kilo
Zweden – 6,6 kilo
Groot-Brittannië – 7,6 kilo
Duitsland, Ierland – 7,9 kilo
Oostenrijk – 8,1 kilo
Zwitserland – 8,8 kilo

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oostenrijk is het land waar de meeste chocolade per persoon wordt genuttigd, hoeveel was dat?
A
7.9
B
8.1
C
7.6
D
8.5

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel weegt een reep chocolade in grammen?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek iets dan net zo zwaar is als een reep chocolade, weeg het en maak er een foto van!

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkoop
Nu je meer weet van de achtergrond van bekende levensmiddelen, kijk je er misschien ook wel heel anders naar als je ze in de winkel ziet. Want ze hebben al een hele weg afgelegd als jij dit bij de kassa ziet.
Over de kassa én geld gesproken....
Hoe zat het ook alweer met terugbetalen en afronden?
Nog even oefenen!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

VERGELIJKEND WARENONDERZOEK
praktische opdracht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkend warenonderzoek

Dit is een test van een aantal dezelfde soort producten op prijs, kwaliteit en mogelijkheden.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vergelijkend warenonderzoek?
De consumentenbond geeft bijvoorbeeld informatie over producten door vergelijkend warenonderzoeken te houden en dit te publiceren. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Jullie gaan zelf een vergelijkend warenonderzoek doen. 
Om te bepalen welk merk dropjes het lekkerst is, kun je van een aantal merken de zakken kopen en proeven maar. Welke dropjes zijn het zoetst, grootst, goedkoopst of plakken het minst. Kopen, proeven, keuren en kiezen.

Maar als je een nieuwe spelcomputer wilt of een nieuwe laptop. Alle merken kopen, testen en kiezen wordt dan een duur geintje.

Op welke manier win jij informatie in als je iets groters/ duurders wilt kopen? Hoe maak jij daarin een goede keuze?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 verschillende producten vergelijken

  • Je gaat deze vier producten vergelijken
  • Welke eigenschappen vinden jullie belangrijk?
  • Geef een testoordeel over die eigenschappen (minimaal 3)
  • Gebruik voor je uitkomsten getallen (1 t/m 10) of plussen en minnen: ++ = heel goed  + = goed  o = voldoende  - = slecht  -- = heel slecht
Kijk in iTunesU voor de extra informatie over gewicht en prijzen!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkend warenonderzoek

Je koopgedrag kan ook worden beïnvloed door een vergelijkend warenonderzoek.
Een vergelijkend warenonderzoek is een test van een aantal soortgelijke producten.
De producten worden vergeleken op bijvoorbeeld gebruiksgemak, kwaliteit, energieverbruik, veiligheid en prijs.
Op de volgende dia zie je een onderzoek naar auto's die allemaal ong.    
€ 20.000,- kosten.


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het testoordeel van de Reanault Scénic?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke auto is het goedkoopst?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke auto is het zuinigst?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke auto heeft de beste beveiliging?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Pietersen wil een auto die op de meeste punten een + scoort. Het mag niet de duurste auto zijn. Welke auto adviseer je mevrouw Pietersen?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hamburgers vergelijken


We hebben het al eerder over hamburgers gehad, we gaan nu een onderzoek doen.

Slide 35 - Tekstslide

Dit formulier is als bijlage toegevoegd. Leerlingen kunnen dit invullen en inleveren via elk willekeurig platform. Ze kunnen ook een foto maken van het formulier en deze insturen via deze LessonUp.
In welk land is de hamburger het duurst?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land worden de kleinste hamburgers verkocht?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land hebben de hamburgers per portie de meeste calorieën?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke landen scoort McDonalds op het punt hygiëne minimaal goed?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over de vleessamenstelling van de hamburgers in Finland?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Keurmerken
Als je door de supermarkt loopt zie je heel veel producten. De meeste producten hebben een verpakking waar veel informatie op staat. Sommige informatie op de verpakkingen is verplicht zoals productnaam, hoeveelheid en houdbaarheidsdatum. Er zijn ook veel producten die andere informatie op de verpakking hebben staan zoals logo’s en keurmerken. Veel mensen kijken naar dit keurmerk. Is het bijvoorbeeld biologisch, of fair Trade.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke keurmerken ken je?

Slide 42 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Consumentisme
Bij het kopen van producten heb je vaak de keuze uit verschillende merken.
Voor jou als consument is het vaak moeilijk om zelf te controleren of de fabrikant van het product de juiste informatie geeft. Om toch de juiste keuze te maken, kun je hulp krijgen van een consumentenorganisatie.
Voorbeelden van consumentenorganisaties zijn de Consumentenbond, de ANWB en Vereniging Eigen Huis.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze consumentenorganisaties voeren ook vergelijkend warenonderzoeken uit. Het verschil in chips kun je zelf nog wel testen door het te kopen, maar je koopt niet 4 verschillende auto's voordat je een keuze maakt. Daarom doen deze organisaties dat voor je. De resultaten hiervan kun je lezen in hun magazine of via internet.
Het streven van consumenten om door zich te organiseren meer invloed te hebben op de fabrikanten noem je consumentisme.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke consumentenorganisaties
werden er genoemd?

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Pepernoten onderzoek
3 jaar geleden hebben een aantal basisscholen samen een onderzoek gedaan naar de verschillende pepernoten. In de tabel op de volgende dia zie je de uitslag hiervan. Sindsdien zijn er een paar dingen gewijzigd. Op basis van dit vergelijkend warenonderzoek hebben toen alle scholen Bolletje gekocht.

 Twee scholen ga jij nu adviseren.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

School 1 is milieubewuster geworden en koopt liever de pepernoten met EKO keurmerk. Voordat ze dit gaan doen willen ze eerst een advies van jou waarom ze dit wel of niet moeten doen. Geef meerdere redenen.

Slide 47 - Open vraag

De Eko pepernoten scoren op alle punten onvoldoende en zijn heel erg duur. De school kan beter op zoek naar een ander eco merk of kiezen voor een merk uit de tabel.
School 2 heeft minder geld beschikbaar voor het Sinterklaasfeest op school. Bolletje is dus te duur geworden voor hen. De krokant-heid en smaak van de pepernoot vinden zij wel heel belangrijk. Welk merk adviseer je hen om te kopen en waarom?

Slide 48 - Open vraag

De keuze voor scholen is tussen de Hema en AH.
Hema: kraak: 7.4 smaak: 7 prijs:2,-
AH kraak: 8.5 smaak: 6.8 prijs:1.98

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies