HAVO 4 Kapitel 2 (3) D: Sprechen Grammatik (die Wechselpräpositionen)

Guten Tag!
* Jassen uit
* telefoon in de tas
* boek/schrift op tafel
timer
3:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag!
* Jassen uit
* telefoon in de tas
* boek/schrift op tafel
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

In de les
Leerdoel: 
  • informatie kunt vragen en geven
  • de weg kunt vragen en wijzen
  • herhalen: de keuzevoorzetsels ( an, auf, hinter, neben, in, über, voor, zwischen ) 

Slide 2 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

Slide 3 - Tekstslide

herhaling: keuzevoorzetsels stap 1
Kijk naar keuzevoorzetsel en werkwoord:

rust = +3
beweging = +4

tijdsbepaling = +3

Slide 4 - Tekstslide

De 1e, 3e en 4e naamval
 1e    der Mann      die Frau     das Kind      die Kinder
3e    dem Mann   der Frau     dem Kind    den Kindern
4e    den Mann    die Frau      das Kind      die Kinder

1e    ein Mann          eine Frau      ein Kind           keine Kinder
3e   einem Mann   einer Frau    einem Kind     keinen Kindern
4e   einen Mann     eine Frau     ein Kind            keine Kinder

1e   ich     du        er/sie/es           wir        ihr            sie/Sie
3e  mir     dir        ihm/ihr/ihm     uns     euch     ihnen/Ihnen
4e mich  dich     ihn/sie/es         uns    euch          sie/Sie

                                                Te onthouden:
           In de 4e naamval verandert de mannelijke vorm (+en)
                     In de 3e naamval veranderen alle vormen!

TB blz.232-233

Slide 5 - Tekstslide

3e naamval
Je krijgt antw oord op de vraag: 
wo? (waar) of wann? (wanneer)

ergens zijn

Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld

Sie steht vor d... Laden(m). 
waar staat zij? "voor de winkel" dus 3e naamval
Sie steht vor dem Laden.

Slide 7 - Tekstslide

4e naamval
Je krijgt antwoord op de vraag:
wohin? (waarheen)

ergens komen

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld
  Er springt in d... Schwimmbad (o).
waarheen springt hij? "in het zwembad" dus 4e naamval
Er springt in das Schwimmbad.

Slide 9 - Tekstslide

Er setzte sich neben sein... Freund (m)
A
sein
B
seiner
C
seinem
D
seinen

Slide 10 - Quizvraag

Der Hund ist unter d... Sofa (o).
A
das
B
dem
C
die
D
der

Slide 11 - Quizvraag

Meine Mutter sitzt in … Küche (v).
A
die
B
der
C
das
D
dem

Slide 12 - Quizvraag

Das Heft fällt auf … Boden (m)
A
der
B
des
C
dem
D
den

Slide 13 - Quizvraag

Er hat vor _____ Jahr (o) einen Unfall gehabt.
A
ein
B
einem
C
einen
D
eine

Slide 14 - Quizvraag

Wir treffen uns vor der Schule
A
ergens zijn
B
tijdsbepaling
C
ergens heengaan
D
7/2

Slide 15 - Quizvraag

Wir gehen in die Stadt
A
ergens zijn
B
tijdsbepaling
C
ergens heengaan
D
7/2

Slide 16 - Quizvraag

Sprachmittel 

Aufgabe 26 Seite 77, Aufgabe 27 Seite 78

Slide 17 - Tekstslide

Hausaufgaben
Aufgabe 21 Seite 75
Aufgabe 22 Seite 75
Aufgabe 23 Seite 75

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Tekst
Deutscher Astronaut im All 

Gleich hörst du ein Interview mit dem Astronauten Alexander Gerst.

Stell dir vor, du bist 6 Monate im All.
Was würdest du am meisten vermissen?
(beantworte auf Niederländisch)

Aufgabe 1b Seite 86 

Slide 20 - Tekstslide

Programm
Neue Kontakte Kapitel 3 : F en H
H: Grammatik  De keuzevoorzetsels herkennen en gebruiken.
Een interview op de radio begrijpen. 
 F: Hören en Sehen "Deutscher Astronaut im All" S. 86 - 87

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide