Basisstof 4 spieren + basisstof 5 houding en beweging

Basisstof 4 'spieren'
Basisstof 5 'houdig'
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 4 'spieren'
Basisstof 5 'houdig'

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Korte herhaling botverbindingen
  • Uitleg spieren 
  • Uitleg houding
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Welke botverbindingen ken je nog?

Slide 3 - Open vraag

Op welke plek(ken) zit kraakbeen om botten te verbinden?
A
Ribben
B
Heiligbeen
C
Vingerkootjes
D
Ruggenwervels

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoelen
-Aan het einde van de les weet je uit welke onderdelen een spier is opgebouwd
- Aan het einde van de les weet je hoe een spier werkt
- Aan het einde van de les ken je het begrip antagonisten en kan je hier een voorbeeld van noemen
-Aan het einde van deze les weet je wat de dubbele-s-vorm is en waarom deze houding goed is 
- Kun je benoemen wat een goede lichaamshouding is.
- Hoe je verstandig kunt tillen.
- Waarom beweging goed voor je is.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke spieren zijn elkaars antagonisten?
Spier 1 en spier

Spier 2 en spier
3
4

Slide 12 - Sleepvraag

Benoem de onderdelen van de spier, sleep de woorden naar de juiste plek.
Spiervezel
Spiervezelbundel
Pees
Spier

Slide 13 - Sleepvraag

De spier die het been laat buigen is de ....
De spier die het been weer strekt is de ....
Achterste dijspier
Voorste dijspier

Slide 14 - Sleepvraag

bot
pees
spier

Slide 15 - Sleepvraag

Houding en beweging

Slide 16 - Tekstslide

Wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit wervels met tussen de wervels steeds een schijfje kraakbeen. Die schijfjes noem je tussenwervelschijven.






Door de tussnwervelschijven is de rug een beetje flexibel.

Slide 17 - Tekstslide

Lichaamshouding
Door een verkeerde lichaamshouding kan de wervelkolom scheef komen te staan. Hierdoor komt er op één kant van de wervelkolom meer druk te staan. Sommige spieren moeten dan harder werken en kunnen overbelast raken.

Slide 18 - Tekstslide

Rughernia

Slide 19 - Tekstslide

Zithouding
Om de kans op nek- en rugklachten te verminderen moet je een goede lichaamshouding aannemen. Ook een goede zithouding is daarbij ook belangrijk. 

  • Zit rechtop: wervelkolom dubbele-S-vorm
  • Ellebogen in een hoek van 90 graden
  • Knieën in een hoek van 90 graden
  • Let ook op de houding van je nek.

Slide 20 - Tekstslide

2

Slide 21 - Video

Tillen
Als je niet op de juiste manier tilt krijg je later vaak last van rugklachten.

Let op! dubbele-s-vorm als je tilt

In de afbeelding hiernaast zie je
6 regels voor verstandig tillen

Slide 22 - Tekstslide

00:14
Wat is er verkeerd aan de lichaamshouding van deze vrouw?
Noem minstens 3 voorbeelden

Slide 23 - Open vraag

02:03
Waarom is het belangrijk om na elk half uur computergebruik even te bewegen?

Slide 24 - Open vraag

Door de vorm van je wervelkolom kan deze schokken opvangen als je loopt.
De tussenschijfwervels zijn een soort schokdempers.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Beweging
Door regelmatig te bewegen krijg je een goede conditie.
De kans om bijvoorbeeld diabetes te krijgen is kleiner als je regelmatig beweegt. 

Ongetrainde spieren raken sneller overbelast dan getrainde spieren.
Overbelaste spieren doen pijn.

Diabetes type 1 begint met aanleg voor diabetes type 1, ook zonder diabetes in de familie. Vervolgens raken de cellen die insuline aanmaken uit evenwicht, waardoor het afweersysteem de cellen aanvalt die insuline maken.
We weten niet precies waardoor diabetes ontstaat. Mensen krijgen eerder diabetes type 2 als het in de familie zit, als ze te zwaar zijn en als ze weinig bewegen. Maar lang niet iedereen kan voorkomen dat hij diabetes type 2 krijgt. Er zijn ook mensen die altijd gezond leven en die toch diabetes type 2 krijgen.

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Basis: lz 4.4 + m 1 t/m 4 en lz 4.5 + m 1 t/m 6, 9
Kader: lz 5.4 + m 1 t/m 6 en lz 5.5 + m 1 t/m 6
Mavo: lz 5.4 + m 1 t/m 6 en lz 5.5 + m 1 t/m 6

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video