Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
De docent leest een aantal briefjes voor en de leerlingen proberen te raden om wie het gaat. De leerling wiens kaartje wordt voorgelezen, moet natuurlijk zorgen dat hij niet geraden wordt en doet actief mee met het spel. Na een paar minuten discussie wordt er gestemd. De meeste stemmen gelden. De docent vraagt aan de gekozen leerling of het inderdaad zijn/haar kaartje is. Nu moet hij/zij eerlijk antwoorden. Is hij/zij inderdaad de leerling op de kaart, dan schrijft de docent de naam op het briefje en prikt dat op een prikbord. Is er niet goed geraden, dan gaat het briefje terug in de doos voor een volgende ronde.
De volgende les speel je weer een aantal rondes van het spel. De leerlingen
die aan het eind van het spel nog in de doos zitten, winnen!
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Deze slide heeft geen instructies
Door naar onderdeel 2! Een onderdeel waar leerlingen (persoonlijke) ervaringen met elkaar gaan delen.
Maak duo’s. De leerlingen interviewen elkaar over de vakantie. Eerst vertelt de één (5 tot 7 min). Dan -op teken van de docent- wisselen ze van rol (5 tot 7 min). Ze moeten elkaar flink aan de tand voelen, blijf vissen tot je alle feiten hebt. Het is de bedoeling dat de leerling goed doorvraagt en de gekste details verzamelt.
Loop rond en check of er goed wordt doorgevraagd.
De leerlingen moeten
goed opletten of aantekeningen maken want ze moeten het straks nog na kunnen
vertellen!
Maak nu viertallen.
De leerlingen presenteren elkaar aan
elkaar in deze viertallen:
Leerling 1 zegt wat
leerling 2 heeft verteld.
Leerling 2 zegt wat
leerling 1 heeft verteld.
Leerling 3 zegt wat
leerling 4 heeft verteld.
Leerling 4 zegt wat leerling
3 heeft verteld.
Sluit de les klassikaal af.
Vraag elk viertal wat
het leukst, gekst of meest bijzondere detail was wat ze hebben gehoord.