Les 2 W5

Onvoorziene/crisis situaties
Ten gevolge van somatische problemen
P5 week 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onvoorziene/crisis situaties
Ten gevolge van somatische problemen
P5 week 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
1. Waar gaat het om?
2. Kennis testen ( tussen uitleg door, zorg dat je je mobiel bij je
      hebt)
3. Bespreken hoe je risicovolle situaties van somatische aard
     opmerkt, welke kennis en vaardigheden je hiervoor nodig
     hebt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn crisissituaties 
Persoonlijke crisis: een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis

Organisatie crisis: een plotseling en onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie

Lichamelijke crisis: vitale functies zoals hart, longen of hersenen zijn in gevaar. 


Slide 3 - Tekstslide

Een acute situatie hoeft niet altijd levensbedreigend te zijn, een gebroken heup is bijvoorbeeld niet levensbedreigend maar vraagt wel acuut om zorg
Kenmerken van een persoonlijke crisis
  • Er is sprake van een situatie die diep ingrijpt, in iemands leven.
  • De betrokkene raakt een korte of lange periode volledig uit z'n evenwicht (lichamelijk, psychisch en sociaal).
  • Het lukt de betrokkene niet dit evenwicht op de gebruikelijke manier te herstellen. De betrokkene heeft meer tijd nodig dan gewoonlijk en moet meer en andere (geestelijke) inspanning plegen.
  • Er is sprake van psychische nood en er is (vaak) psychische zorg nodig.




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn heel veel voorbeelden van situaties die een crisissituaties kunnen zijn
Wat voor de een een crisissituatie is, is dat voor een ander niet. Het hangt af van:

  • iemands persoonlijke beleving: voor de een is het overlijden van zijn/haar opa een groot verlies, voor een ander is dat niet het geval.
  • de mate waarin de situatie ingrijpt in iemands leven: het overlijden van je opa die bij jullie in huis woont grijpt heel direct in je dagelijks leven in. Je wordt iedere dag opnieuw geconfronteerd met het verlies van je opa. Woont je opa 150 kilometer verderop, dan grijpt het minder in je dagelijks leven in en is die dagelijkse confrontatie met het gemis van je opa er niet.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verliessituatie
Crisissituatie kan verliessituatie zijn.


Gebeurtenis waarin iemand een persoonlijk verlies lijdt, zoals het overlijden van een nabije persoon, een echtscheiding, ernstige ziekte of beperkt raken.


Theorie over rouwverwerking komt over een paar weken aan bod.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie crisis
Een plotselinge en onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor alle medewerkers, cliënten en/of de organisatie.


Voorbeelden:
Arbeidsconflicten, langdurige uitval, geweldsmisdrijf, onvrede personeel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van crisis tot trauma

Soms is de impact van een crisis zó groot, dat mensen er jaren later nóg mee bezig zijn. Er is dan sprake van een trauma (lichamelijke of psychische verwonding)

Een psychotrauma is de heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een trauma

  • Herbeleving
  • Vermijdingsreacties 
  • Verhoogde waakzaamheid 


Merk je dat bij een cliënt sprake is van een trauma,
verwijs de cliënt dan voor deskundige,
psychische hulp.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken trauma
  • het persoonlijke evenwicht tussen draagkracht en draaglast;
  • de eigen persoonlijkheid;
  • de mogelijkheden tot sociale steun;
  • eventueel aanwezige ziekten en stoornissen;
  • het gebruik van drugs, geneesmiddelen, alcohol;
  • de persoonlijke levensgeschiedenis/eerdere trauma’s

Of een ingrijpende gebeurtenis uitgroeit tot een trauma is afhankelijk van de persoon.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaglast: De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart.

Draagkracht: De belasting die iemand aankan.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ondersteuning. Voorbeelden hiervan zijn: je verhaal kunnen doen, begripvolle reacties, blijk van genegenheid.
Waardering. Voorbeelden hiervan zijn: een compliment krijgen, positieve feedback krijgen
Instrumentele ondersteuning. Dit houdt een praktische vorm van ondersteuning in. Denk aan: ergens heen gebracht worden, een boodschap die voor je gedaan wordt
Informatieve ondersteuning. Bij deze vorm van ondersteuning geeft de ander je informatie. Denk aan: een folder die de ander voor je meeneemt, informatie die de ander je geeft hoe je iets het beste kunt aanpakken.

Sociale steun is het contact tussen mensen waarbij wordt voorzien in basisbehoeften, zoals de behoefte aan liefde, acceptatie, erbij horen.
Bij sociale steun gaat het niet zozeer om de feitelijke steun die iemand krijgt, maar om de ervaren steun.
Vormen van sociale ondersteuning
Er zijn vijf verschillende typen van ondersteunende interacties.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis situatie doorstaan als MZER
  • Kalm blijven
  • Voorbereiden op eventuele crisis
  • Doorgaan met gewone werkzaamheden.
  • Flexibel zijn
  • Prioriteiten stellen
  • Aandacht voor emoties van cliënten
  • Aandacht voor familie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vijf basisprincipes bij ingrijpen Crisis
  • Voorrang geven aan de dagelijkse routine.
  • Ingrijpen aan het begin van een gedragsketen.
  • Benoemen van de rol van de cliënt
  • Veiligheid voorop stellen.
  • Vraag assistentie en verdeel rollen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf lezen
Boek communicatie thema 9.19. Onderdeel: Cliënten opvangen ten tijde van een crisis


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thieme opdrachten
Boek communicatie thema 9.19

Verwerkingsopdrachten niveau 3 en 4:
Opdrachten: 1AB, 3A, 4A, 5A, 6A, 7AB, 8A, 9A, 10A, 11, 12AB

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies