Herhalen 4mavo alles

Herhalen 4mavo 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen 4mavo 

Slide 1 - Tekstslide

OPDRACHT VACCIN

Slide 2 - Tekstslide

Een conserveringsmiddel wordt soms weergegeven met een E-nummer.
Tussen welke getallen kan dit E-nummer liggen?
A
E100-E163
B
E200-E252
C
E400-E466
D
E620-E633

Slide 3 - Quizvraag

Geef aan uit hoeveel atoomsoorten sucrose bestaat.

Slide 4 - Open vraag

Geef aan waarom in de formule van aluminiumhydroxide haakjes staan

Slide 5 - Open vraag

Van welk van de gegeven bestanddelen bevat vaccin A de grootste massa?
A
aluminiumhydroxide
B
conserveringsmiddel
C
sucrose
D
ziekteverwekker

Slide 6 - Quizvraag

Welk van de gegeven aluminiumzouten is slecht oplosbaar in water?
A
alleen aluminiumfosfaat
B
alleen aluminiumhydroxide
C
beide
D
geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

OPDRACHT VAN GOGH

Slide 8 - Tekstslide

Welk soort mengsel is de beschreven verf?
A
emulsie
B
oplossing
C
suspensie
D
legering

Slide 9 - Quizvraag

In de rationele naam van het rode pigment CrO3 kan een Romeins cijfer
worden gebruikt. Geef dit Romeinse cijfer.

Slide 10 - Open vraag

Uit welk soort deeltjes bestaat het groene pigment?
A
atomen
B
ionen
C
moleculen

Slide 11 - Quizvraag

Het oranje pigment bestaat uit kaliumionen en één soort negatieve ionen. Wat is de lading van dit soort negatieve ionen?
A
1-
B
2-
C
3-
D
4-

Slide 12 - Quizvraag

Geef de formule van de vulstof die Van Gogh in zijn verf gebruikte.

Slide 13 - Open vraag

OPDRACHT LEVULINEZUUR

Slide 14 - Tekstslide

Geef de ontbrekende formule in de vergelijking van reactie 1.

Slide 15 - Open vraag

Ruimte I bevat een mengsel van 200 kg beginstoffen. Hiervan bestaat 3,1 massa% uit een zwavelzuuroplossing. Deze oplossing heeft een dichtheid van 1,83 kg/L. Bereken hoeveel L zwavelzuuroplossing het mengsel van beginstoffen bevat.

Slide 16 - Open vraag

Bij filtreren wordt gebruikt gemaakt van een verschil in stofeigenschap. Welke stofeigenschap is dit?
A
Aanhechting
B
deeltjesgrootte
C
dichtheid
D
kookpunt

Slide 17 - Quizvraag

Geef de naam van de scheidingsmethode die gebruikt wordt in ruimte III

Slide 18 - Open vraag

Uit het blokschema blijkt dat twee stoffen kunnen worden hergebruikt in
dit proces. Geef de namen van deze twee stoffen. Kies uit: levulinezuur,
zwavelzuur, methaanzuur en oplosmiddel.

Slide 19 - Open vraag