GeschiedenisCrisisjarenGroep7/8

Crisisjaren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Crisisjaren

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Wat gebeurde tijdens
economische crisis na WOI?

Slide 2 - Woordweb

Dit ga je leren in deze les
Les De crisisjaren
Je leert
Wat een crisis is en hoe deze ontstond.
Wanneer de crisis was en hoe de crisis van Amerika naar Europa kwam.
Wat werklozen moesten doen om geld te krijgen van de regering.
les 2 Waar de overeenkosten zijn met de huidige tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurde er
  • Meer aanbod producten dan vraag daarnaar. 
  • Lager vertrouwen in de economie.
  • Werkloosheid loopt op.
  • Werklozen kunnen minder kopen.
  • Nog minder vraag naar producten.

Slide 4 - Tekstslide

Programma
Alleen op chromebook
Waarneer was het?
Samen met klas
Bespreken waarneer, kijken, uitleg
Op digibord
Maatjes maken in gynzy
Opdracht 2-tallen chromebook
Wat gebeurde er
Samen
Samenvatting en kijken naar het nu 
Alleen op chromebook
Quizzvragen
Samen
Quizzvragen bespreken

Slide 5 - Tekstslide


Sleep naar de juiste tijd?
timer
1:00
    Wanneer was het?
De crisisjaren

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

https://schooltv.nl/video/popup/zwarte-donderdag-het-begin-van-de-crisis-in-de-jaren-dertig/

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

De crisistijd.
  • 1889-1914 tot WOI economisch, wetenschappelijk en cultureel een gouden tijd in Europa en de VS.
  • Amerikaanse beurskrach 1929.
  • De grote depressie in Nederland.
  • Enorme werkloosheid.
  • Steun in ruil voor stempelen voor werklozen en werkverschaffing.

Slide 10 - Tekstslide

Politiek: Minster H. Colijn
  • Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
  • Minister-president rond 1930.
  • Wil gouden standaard behouden.
  • Bezuinigingspolitiek: lagere ambtenarensalarissen minder onderwijsgeld en werklozensteun,
  • Nog minder bestedingen= grotere crisis
  • Sprak kerkelijken, niet-kerkelijke én nationalistische Nederlanders aan die anders NSB kozen.
9.

Slide 11 - Tekstslide

Democratie onder druk
  • In crisistijd zijn mensen gevoeliger voor extreme oplossingen.
     
  • In Italië, Duitsland en de Sovjet Unie is extreem rechts en extreem links aan de macht. 
     
  • Totalitaire partijen die meer één politieke partij willen (NSB= Nationaal-Socialistische Beweging/ CPN communistische partij van Nederland) blijven klein in Nederland.

Slide 12 - Tekstslide

Democratie onder druk
  • Extreem rechts: Nationalisme: het volk tegen de regende partijen die handelen uit eigen belang.
  • Links: nationalisme: Alles is van iedereen i.p.v. de markt bepaalt wat iets kost. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Lees over de crisisjaren
https://www.canonvannederland.nl/nl/crisisjaren
Maak met maatje de kruiswoordpuzzel (werkblad)

Meer lezen:
 https://historiek.net/crisisjaren-1930-economische-crisis/
https://www.examenoverzicht.nl/geschiedenis/beurskrach-1929

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen
  • Crisis
  • Steun
  • Werkloos
  • Werkverschaffing 

Slide 15 - Tekstslide

Zet op volgorde: Wat gebeurde er?
  • Na 1e WO, economische bloei in Amerika.
  • Mensen leende geld voor luxe spullen (koelkast/auto). 
  • Fabrieken en boeren leende geld en maakte meer producten dan nodig.
  • 1929 beurskrach, crisis: leningen konden niet afbetaald.
  • fabrieken sloten = mensen werkloos.
  • Amerika handelde niet meer met het buitenland.
  • Crisis en werklozen in Nederland.
  • Werkverschaffing en steun voor werklozen. 

Slide 16 - Tekstslide

Zet op volgorde: Wat gebeurde er? aanpassen

Na 1e WO, economische bloei in Amerika.
Werkverschaffing en steun voor werklozen. 
1929 beurskrach, crisis: leningen konden niet afbetaald.
Fabrieken en boeren leende geld en maakte meer producten dan nodig.
Mensen leende geld om veel (luxe) spullen te kopen (koelkast/auto).
Crisis en werklozen in Nederland.
Amerika handelde niet meer met het buitenland. 

fabrieken sloten = mensen werkloos.

Slide 17 - Sleepvraag

De tijd van nu
Een crisis zoals in de jaren 30 zal zich binnenkort herhalen omdat:
  • De vraag naar producten nu is groter dan het aanbod doordat: ..........
  •         onze economie heropent snel na de crisis. 
  •         hogere energieprijzen drijven de prijzen op.
  •         de prijzen waren eerder door Corona juist erg laag. 

Slide 18 - Tekstslide

veranderingen, verschillen en
overeenkomsten met het nu
Kloppen de feiten wel?

Slide 19 - Woordweb

De tijd van nu
  • We betalen nu 11 % meer dan een jaar geleden voor dezelfde producten
  • Door de hoge prijzen zal de vraag naar producten afnemen.
  • Dan is de productie groter dan het aanbod. 
  • De kosten van bedrijven worden groter dan inkomsten.
  • Leningen kunnen niet afbetaald worden.
  • Mensen worden ontslagen en hebben minder te besteden.
  • De vraag naar producten wordt kleiner.

Slide 20 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde:

Fabrieken sluiten, Banken gaan Failliet, ontslag nog meer mensen...
De fabrieken produceren meer dan de vraag naar producten.
We betalen nu 11 % meer dan een jaar geleden voor dezelfde producten
Door de hoge prijzen zal de vraag naar producten afnemen.
Fabrieken houden voorraad over, leningen kunnen niet afbetaald.
Mensen worden ontslagen en hebben minder te besteden.

De kosten van bedrijven worden groter dan inkomsten.

Slide 21 - Sleepvraag

wanneer waren de crisisjaren?
A
1929-1940
B
1930-1940
C
1835-1840
D
1950-1955

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heette de Nederlandse minister-president tijdens de crisisjaren van de jaren '30 in de vorige eeuw?
A
Rutte
B
Drees
C
Colijn
D
Schaepman

Slide 23 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je premier Colijn. Hij was de minister-president in de crisisjaren in Nederland.
Premier Colijn bestreed de crisis door fors te bezuinigen. Maar de crisis verslechterde daardoor juist. Waarom?
A
Door de bezuinigingen werden de rijken alleen maar rijker.
B
Er braken overal stakingen uit.
C
De socialisten kwamen in opstand en sloten de fabrieken.
D
De mensen hadden steeds minder te besteden, waardoor nog meer bedrijven failliet gingen.

Slide 24 - Quizvraag

Welke woorden horen bij de crisisjaren?
Kies er 3 uit.
A
Bedrijven sluiten
B
Grote werkloosheid
C
Armoede
D
Veel werk

Slide 25 - Quizvraag

Het communisme was er ook populair in de jaren na WO2, omdat ...
A
Europeanen bewonderden de heldhaftige strijd van de Sovjets tegen de nazi's
B
Door de armoede van de crisisjaren waren veel Europeanen het vertrouwen in het kapitalisme verloren
C
Europeanen dachten dat het communisme hun leven beter kon maken, dat het in de SU nog erger was wisten ze niet
D
A, B en C zijn alle drie goed

Slide 26 - Quizvraag