1889-1914 tot WOI economisch, wetenschappelijk en cultureel een gouden tijd in Europa en de VS.
Amerikaanse beurskrach 1929.
De grote depressie in Nederland.
Enorme werkloosheid.
Steun in ruil voor stempelen voor werklozen en werkverschaffing.
Slide 10 - Tekstslide
Politiek: Minster H. Colijn
Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
Minister-president rond 1930.
Wil gouden standaard behouden.
Bezuinigingspolitiek: lagere ambtenarensalarissen minder onderwijsgeld en werklozensteun,
Nog minder bestedingen= grotere crisis
Sprak kerkelijken, niet-kerkelijke én nationalistische Nederlanders aan die anders NSB kozen.
9.
Slide 11 - Tekstslide
Democratie onder druk
In crisistijd zijn mensen gevoeliger voor extreme oplossingen.
In Italië, Duitsland en de Sovjet Unie is extreem rechts en extreem links aan de macht.
Totalitaire partijen die meer één politieke partij willen (NSB= Nationaal-Socialistische Beweging/ CPN communistische partij van Nederland) blijven klein in Nederland.
Slide 12 - Tekstslide
Democratie onder druk
Extreem rechts: Nationalisme: het volk tegen de regende partijen die handelen uit eigen belang.
Links: nationalisme: Alles is van iedereen i.p.v. de markt bepaalt wat iets kost.
Mensen leende geld voor luxe spullen (koelkast/auto).
Fabrieken en boeren leende geld en maakte meer producten dan nodig.
1929 beurskrach, crisis: leningen konden niet afbetaald.
fabrieken sloten = mensen werkloos.
Amerika handelde niet meer met het buitenland.
Crisis en werklozen in Nederland.
Werkverschaffing en steun voor werklozen.
Slide 16 - Tekstslide
Zet op volgorde: Wat gebeurde er? aanpassen
Na 1e WO, economische bloei in Amerika.
Werkverschaffing en steun voor werklozen.
1929 beurskrach, crisis: leningen konden niet afbetaald.
Fabrieken en boeren leende geld en maakte meer producten dan nodig.
Mensen leende geld om veel (luxe) spullen te kopen (koelkast/auto).
Crisis en werklozen in Nederland.
Amerika handelde niet meer met het buitenland.
fabrieken sloten = mensen werkloos.
Slide 17 - Sleepvraag
De tijd van nu
Een crisis zoals in de jaren 30 zal zich binnenkort herhalen omdat:
De vraag naar producten nu is groter dan het aanbod doordat: ..........
onze economie heropent snel na de crisis.
hogere energieprijzen drijven de prijzen op.
de prijzen waren eerder door Corona juist erg laag.
Slide 18 - Tekstslide
veranderingen, verschillen en overeenkomsten met het nu Kloppen de feiten wel?
Slide 19 - Woordweb
De tijd van nu
We betalen nu 11 % meer dan een jaar geleden voor dezelfde producten
Door de hoge prijzen zal de vraag naar producten afnemen.
Dan is de productie groter dan het aanbod.
De kosten van bedrijven worden groter dan inkomsten.
Leningen kunnen niet afbetaald worden.
Mensen worden ontslagen en hebben minder te besteden.
De vraag naar producten wordt kleiner.
Slide 20 - Tekstslide
Zet de gebeurtenissen op de juiste volgorde:
Fabrieken sluiten, Banken gaan Failliet, ontslag nog meer mensen...
De fabrieken produceren meer dan de vraag naar producten.
We betalen nu 11 % meer dan een jaar geleden voor dezelfde producten
Door de hoge prijzen zal de vraag naar producten afnemen.
Fabrieken houden voorraad over, leningen kunnen niet afbetaald.
Mensen worden ontslagen en hebben minder te besteden.
De kosten van bedrijven worden groter dan inkomsten.
Slide 21 - Sleepvraag
wanneer waren de crisisjaren?
A
1929-1940
B
1930-1940
C
1835-1840
D
1950-1955
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heette de Nederlandse minister-president tijdens de crisisjaren van de jaren '30 in de vorige eeuw?
A
Rutte
B
Drees
C
Colijn
D
Schaepman
Slide 23 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je premier Colijn. Hij was de minister-president in de crisisjaren in Nederland. Premier Colijn bestreed de crisis door fors te bezuinigen. Maar de crisis verslechterde daardoor juist. Waarom?
A
Door de bezuinigingen werden de rijken alleen maar rijker.
B
Er braken overal stakingen uit.
C
De socialisten kwamen in opstand en sloten de fabrieken.
D
De mensen hadden steeds minder te besteden, waardoor nog meer bedrijven failliet gingen.
Slide 24 - Quizvraag
Welke woorden horen bij de crisisjaren? Kies er 3 uit.
A
Bedrijven sluiten
B
Grote werkloosheid
C
Armoede
D
Veel werk
Slide 25 - Quizvraag
Het communisme was er ook populair in de jaren na WO2, omdat ...
A
Europeanen bewonderden de heldhaftige strijd van de Sovjets tegen de nazi's
B
Door de armoede van de crisisjaren waren veel Europeanen het vertrouwen in het kapitalisme verloren
C
Europeanen dachten dat het communisme hun leven beter kon maken, dat het in de SU nog erger was wisten ze niet