Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verpleegkunde quiz
Verpleegkunde quiz
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verpleegkunde quiz
Slide 1 - Tekstslide
Bij welk ziektebeeld krijgt iemand madopar?
A
Parkinson
B
Alzheimer
C
epilepsie
D
Alle drie antwoorden zijn juist
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de definitie van klinisch redeneren?
A
Het maken van klinische beslissingen op basis van persoonlijke ervaring.
B
Het proces van kritisch denken en het analyseren van klinische informatie om tot een diagnose en behandelplan te komen.
C
Het volgen van protocollen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste voordelen van het toepassen van klinisch redeneren in de gezondheidszorg?
A
Het vergroot de complexiteit van medische zorg.
B
Het verhoogt de kans op fouten.
C
Het verbetert de kwaliteit van zorg.
Slide 4 - Quizvraag
Welk punt van het klinisch redeneren proces beschrijft het nadenken over de mogelijke uitkomsten van verschillende interventies?
A
Diagnose.
B
Prognose.
C
Observatie
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt decubitus geclassificeerd?
A
In zes fases
B
In twee fases
C
In vier fases
D
In tien fases
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn mogelijke oorzaken van decubitus?
A
Voldoende mobiliteit
B
Langdurige druk op een specifiek huidgebied
C
Regelmatige huidinspectie
D
Goede voedingstoestand
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de eerste fase van decubitus?
A
Blaren op de huid
B
Roodheid van de huid
C
Diepe weefselschade
D
Zwarte verkleuring van de huid
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een mogelijke complicatie van diabetes type 2?
A
Huiduitslag
B
Hart- en vaatziekten
C
Longontsteking
D
Botbreuken
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een belangrijke steun voor mensen met MS?
A
Mantelzorg
B
Psycholoog
C
Thuiszorg
D
Medicatie
Slide 10 - Quizvraag
Welke lichaamsfunctie kan worden aangetast bij MS-patiënten?
A
Zicht
B
Reuk
C
Gehoor
D
Smaak
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een mogelijke behandeling voor de symptomen van MS?
A
Fysiotherapie
B
Acupunctuur
C
Operatie
D
Medicatie
Slide 12 - Quizvraag
Hoe kan katatonie worden behandeld?
A
Mentale begeleiding en gesprekstherapie
B
Fysiotherapie en massages
C
Kruidengeneeskunde en homeopathie
D
Medicatie zoals benzodiazepinen of elektroconvulsietherapie
Slide 13 - Quizvraag
Wat kan een oorzaak zijn van katatonie?
A
Psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie
B
Overmatige lichaamsbeweging
C
Te veel slaap en rust
D
Gezonde voedingsgewoonten
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn mogelijke symptomen van katatonie?
A
Overmatige energie en hyperactiviteit
B
Stijve spieren en gebrek aan respons op prikkels
C
Verlies van eetlust en gewichtsverlies
D
Helder denken en verhoogde concentratie
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn symptomen van kanker?
A
Onverklaarbaar gewichtsverlies, aanhoudende vermoeidheid, onverklaarbare pijn
B
Verhoogde eetlust, overmatig energiek, regelmatige hoofdpijn
Slide 16 - Quizvraag
Hoe wordt epilepsie meestal gediagnosticeerd?
A
EEG (hersenscan)
B
Oogtest
C
Röntgenfoto
D
Bloedonderzoek
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een veelvoorkomende oorzaak van epilepsie?
A
Genetische aanleg
B
Stress
C
Te veel slapen
D
Te weinig bewegen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een mogelijke trigger voor een epileptische aanval?
A
Frisse lucht
B
Rustige muziek
C
Flikkerend licht
D
Zachte aanraking
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de eerste stap in het EWS (Early Warning Score) systeem?
A
Bloeddruk meten
B
Ademhaling evalueren
C
Temperatuur controleren
D
Bewustzijn beoordelen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de oorzaak van de ziekte van Huntington?
A
Blootstelling aan chemische stoffen
B
Een tekort aan vitamine D
C
Een bacteriële infectie
D
Een erfelijke mutatie in het HTT-gen
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn veelvoorkomende symptomen van de ziekte van Huntington?
A
Stijve spieren, verminderde eetlust, verhoogde lichaamstemperatuur
B
Verhoogde energie, verbeterd geheugen, betere concentratie
C
Onwillekeurige bewegingen, emotionele stoornissen, cognitieve achteruitgang
D
Huiduitslag, hoofdpijn, gewichtsverlies
Slide 22 - Quizvraag
Op welke leeftijd openbaren de symptomen van de ziekte van Huntington zich meestal?
A
Tussen 60 en 70 jaar
B
Tussen 10 en 20 jaar
C
Tussen 30 en 50 jaar
D
Op de leeftijd van 80 jaar of ouder
Slide 23 - Quizvraag
Welke hersencellen worden voornamelijk aangetast bij de ziekte van Huntington?
A
Astrocyten in de hersenschors
B
Microglia in de hippocampus
C
Oligodendrocyten in het ruggenmerg
D
Neuronen in de basale ganglia
Slide 24 - Quizvraag
Waarom moet insuline via een injectie worden toegediend?
A
Insuline is te groot om via de mond te worden ingenomen.
B
Insuline kan de maagwand beschadigen.
C
Insuline wordt afgebroken in het spijsverteringskanaal.
D
Insuline kan alleen worden opgenomen via de huid.
Slide 25 - Quizvraag
Waarom is insuline-injectie de meest effectieve toedieningsmethode?
A
Insuline kan niet worden ingenomen via de mond.
B
Insuline bereikt snel en effectief de bloedbaan.
C
Andere toedieningsmethoden zijn te pijnlijk.
D
Injectie is de enige manier om insuline toe te dienen.
Slide 26 - Quizvraag
Wat is het doel van het Omaha systeem?
A
Het is een rekenkundig algoritme voor data-analyse.
B
Het biedt een gestructureerde classificatie van zorgproblemen.
C
Het is een financieel beheersysteem voor zorginstellingen.
D
Het is een softwareprogramma voor afsprakenplanning.
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel domeinen zijn er in het Omaha systeem?
A
Zes.
B
Drie.
C
Vijf.
D
Vier.
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van de classificatie in het Omaha systeem?
A
Het is gestandaardiseerd en eenduidig.
B
Het is flexibel en variabel.
C
Het is subjectief en interpretatief.
D
Het is complex en verwarrend.
Slide 29 - Quizvraag
Hoe worden gegevens in het Omaha systeem verzameld?
A
Door automatische gegevensuitwisseling.
B
Door observatie, interview en documentatie.
C
Door geautomatiseerde vragenlijsten.
D
Door telefonische enquêtes.
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een belangrijke manier om de privacy van de cliënt te waarborgen bij het samenwerken met mantelzorgers?
A
Het bespreken van vertrouwelijke informatie in een openbare ruimte.
B
Het delen van persoonlijke informatie met alle betrokkenen.
C
Het delen van persoonlijke informatie zonder toestemming.
D
Het delen van persoonlijke informatie enkel op een need-to-know basis.
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het doel van een zorg MDO?
A
Het organiseren van een zorgfeestje.
B
Het bespreken van de zorg en behandeling.
C
Het ontwikkelen van nieuwe medicijnen.
D
Het plannen van een vakantie.
Slide 32 - Quizvraag
Hoe kan je de privacy van de cliënt waarborgen bij het betrekken van mantelzorgers bij besluitvorming?
A
Besluiten nemen zonder toestemming van de mantelzorgers.
B
Enkel de mantelzorgers betrekken bij de besluitvorming.
C
Beslissingen nemen zonder de cliënt te raadplegen.
D
De cliënt betrekken bij de besluitvorming en toestemming verkrijgen.
Slide 33 - Quizvraag
Wat is tachycardie?
A
Een trage hartslag
B
Een onregelmatige hartslag
C
Een normale hartslag
D
Een snelle hartslag
Slide 34 - Quizvraag
Wat zijn symptomen van tachycardie?
A
Buikpijn en misselijkheid
B
Duizeligheid en kortademigheid
C
Koude rillingen en koorts
D
Stijve nek en hoofdpijn
Slide 35 - Quizvraag
Welk deel van het oog raakt beschadigd bij diabetes?
A
Lens
B
Hoornvlies
C
Oogzenuw
D
Netvlies
Slide 36 - Quizvraag
Wat is een mogelijke oorzaak van de ziekte van Crohn?
A
Genetische mutatie
B
Slechte eetgewoonten
C
Te weinig lichaamsbeweging
D
Een overactief immuunsysteem
Slide 37 - Quizvraag
Welk deel van het spijsverteringskanaal wordt meestal getroffen door de ziekte van Crohn?
A
Slokdarm
B
Dunne darm
C
Dikke darm
D
Maag
Slide 38 - Quizvraag
Welke behandeling wordt vaak gebruikt om de symptomen van de ziekte van Crohn te verminderen?
A
Ontstekingsremmende medicijnen
B
Chemotherapie
C
Pijnstillers
D
Antibiotica
Slide 39 - Quizvraag
Wat is een mogelijke complicatie van de ziekte van Crohn?
A
Longontsteking
B
Ooginfectie
C
Hartaanval
D
Darmvernauwing
Slide 40 - Quizvraag
Wat zijn de symptomen van etalagebenen?
A
Duizeligheid bij het staan
B
Gevoelloosheid in de voeten
C
Pijn in de benen bij het lopen
D
Pijn in de armen bij het lopen
Slide 41 - Quizvraag
Wat is de oorzaak van etalagebenen?
A
Te weinig vitamine D inname
B
Overmatig eten van suiker
C
Vernauwing van de bloedvaten in de benen
D
Te veel wandelen
Slide 42 - Quizvraag
Wat is stenose?
A
Een ontsteking van een lichaamskanaal of bloedvat.
B
Een afsluiting van een lichaamskanaal of bloedvat.
C
Een verwijding van een lichaamskanaal of bloedvat.
D
Een vernauwing van een lichaamskanaal of bloedvat.
Slide 43 - Quizvraag
Hoe wordt MRSA verspreid?
A
Direct contact met besmette mensen of voorwerpen
B
Via luchtdeeltjes
C
Consumptie van besmet voedsel
D
Insectenbeten
Slide 44 - Quizvraag
Wat is een mogelijke complicatie na maagverwijdering?
A
Dumpingsyndroom
B
Hoge bloeddruk
C
Diabetes
D
Migraine
Slide 45 - Quizvraag
Wat zijn veelvoorkomende eetbeperkingen na maagverwijdering?
A
Vetrijk dieet, veel koolhydraten
B
Overmatig zoutgebruik
C
Kleine porties, vermijden van suiker
D
Grote porties, veel frisdrank
Slide 46 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Toets Pathologie en theorie skills Januari 2021
Januari 2021
- Les met
30 slides
pathologie
MBO
Studiejaar 1
Taak 7 Pathologie van het darmstelsel
September 2022
- Les met
47 slides
Anatomie Fysiologie Pathologie
MBO
Studiejaar 2,3
Aandoeningen/ziekten aan het spijsverteringsstelsel
Juni 2024
- Les met
38 slides
Anatomie Fysiologie Pathologie
MBO
Studiejaar 2,3
bespreken taak 7
Februari 2021
- Les met
22 slides
ziektekunde
MBO
Studiejaar 2
crohn en colitis ulcerosa
September 2023
- Les met
23 slides
Anatomie Fysiologie Pathologie
MBO
Studiejaar 2,3
Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel
Februari 2021
- Les met
40 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Persoonlijke zorg les 13 Branches
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Verzorging
MBO
Studiejaar 1
6.0 Aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel
Mei 2022
- Les met
36 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2