Quiz toetsstof GGZ 1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Quiz toetsstof GGZ 1

Wanneer is er sprake van afwijkend gedrag?

1. Gedrag dat afwijkt van de sociale normen
2. Gedrag dat samen gaat met een psychiatrische stoornis
3. Gedrag dat afwijkt van normaal en gezond gedrag en beoordeeld is door bijv. de huisarts
4. Gedrag dat afwijkend is van wat jij belangrijk vind

Hoe noem je een oordeel van de huisarts of psychiater om te beoordelen of bepaald gedrag moet worden opgevat als symptoom van een psychiatrische stoornis?

1. Klinisch oordeel/medische diagnose
2. Medische diagnose/ klinische diagnose
3. Klinische diagnose/ medische verantwoording
4. Medische verantwoording op afwijkend gedrag

Draaglast
is

1. Hoe je jouw leven: werk, school en privé in balans hebt
2. Wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
3. Het totaal aan taken en verplichtingen dat iemand op zijn schouders heeft
4. Alles wat je op een gezonde manier kunt hebben

Iemand die manisch is heeft (een)

1. angststoornis
2. schizofrenie
3. stemmingsstoornis
4. persoonlijkheids- stoornis

Depressie is een

1. Angststoornis
2. Persoonlijkheids-stoornis
3. Stemmingsstoornis
4. Eetstoornis

Een ander woord voor bipolaire stoornis is

1. depressie
2. manie
3. manisch depressieve stoornis
4. obsessief convulsieve stoornis

PAAZ staat voor

1. Patient Algemeen Acute Zaken
2. Praat Algemeen Acceptabel Zakelijk
3. Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis
4. Psychiatrische Aandoening Algemeen Ziekenhuis

Bij welke stoornis kan de zorgvrager in een sociaal isolement terecht komen?

1. Angststoornis
2. Schizofrenie
3. Depressie
4. A, B en C zijn juist

Als verpleegkundige is het in de GGZ ondeskundig als je hulp vraagt aan een collega als je moeite hebt met het gedrag van een zorgvrager.

1. Onjuist
2. Juist

Er wordt van een ................... gesproken als er een duidelijk aanwijsbare lichamelijke oorzaak is

1. organisch-psychiatrisch ziektebeeld
2. münchhausen-‘by-proxy’-syndroom
3. somatische-symptoomstoornis
4. conversiestoornis

Zorgvragers die alles als negatief ervaren, voortdurend kritiek uiten, hun gezondheid ondermijnen.

Over welke zorgvrager gaat het hier:

1. De zwijgzame zorgvrager
2. De verwarde zorgvrager
3. De regressieve zorgvrager
4. De destructieve zorgvrager

Wat is methodisch werken?

1. Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
2. Werken op basis van een cyclisch stappenplan
3. Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
4. Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Stelling: Bij een paniekstoornis heeft de zorgvrager last van continue paniek

1. Correct
2. Niet correct

Theorie: tijdens een paniekaanval kan iemand last krijgen van derealisatie.

Vraag: wat is derealisatie

1. het gevoel hebben dat je niet jezelf bent
2. het gevoel hebben dat de wereld niet echt is
3. de angst hebben om gek te worden
4. bang zijn om een nieuwe paniekaanval te ontwikkelen

Theorie: voor de verzorging van zorgvragers met depressie gelden enkele adviezen.

Stelling: Vragen naar gedachten over de dood moeten...….. vermeden worden

1. wel
2. niet

Welke behandeling heeft de voorkeur bij zorgvragers met een ernstige depressie?

1. Psychotherapie
2. Medicamenteuze therapie
3. elektroconvulsieve therapie
4. een gedwongen opname

Graag in het middelpunt van de belangstelling staan past bij zorgvragers met een theatrale persoonlijkheidsstoornis

1. Correct
2. Niet correct

...... past het minst bij mensen met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

1. het volgen van vaste patronen
2. zichzelf geen pleziertje gunnen
3. het gevoel hebben veel kritiek te krijgen
4. zaken willen plannen, moeite hebben met spontaniteit en flexibiliteit

Welke stelling over schizofrenie is juist?

1. De acute fase wordt overheerst door wanen en hallucinaties.
2. Schizofrenie begint met een psychose.
3. De stoornis ontwikkelt zich altijd heel langzaam

‘Zorgverleners weten wat goed is voor de zorgvrager. Zij kunnen beter kiezen voor de zorgvrager. Die kan het immers zelf niet.’ Dit hoort bij …..

1. Bestwil
2. Autonomie

Welke stellingen over psychiatrische stoornissen zijn juist?

1. Psychiatrische zorgvragers zijn vaak mensen met een lage intelligentie.
2. Iemand die zich abnormaal gedraagt, heeft een psychiatrische stoornis
3. Niet alle gedrag dat afwijkt, is een symptoom van een psychiatrische stoornis.

‘Ieder mens, dus ook een persoon met een psychiatrische aandoening, heeft het recht om zelf te beslissen over zijn eigen leven.’ Dit hoort bij...

1. Bestwil
2. Autonomie

Welk gedrag = Gestoord gedrag ..

1. hard praten
2. denken dat je Jezus bent
3. in het openbaar in je neus peuteren
4. tics hebben

Gedrag is een combinatie van psychologisch functioneren, het eindproduct van de hersenen en de interactie tussen de persoon en zijn leefwereld.

1. biopsychosociaal
2. magisch/religieus
3. biologisch
4. psychologisch

Gedrag is het resultaat van de interactie tussen de persoon en zijn leefwereld.

1. magisch/religieus
2. psychologisch
3. biologisch
4. sociaal cultureel

De biologische benadering is de klassieke medische invalshoek. De behandelaar gaat ervan uit dat gedrag het eindproduct is van de hersenen. Dit betekent dat afwijkend gedrag het resultaat kan zijn van niet goed functionerende hersenen en dat dit mogelijk het gevolg is van erfelijke factoren, afwijkingen in de hersenen, niet goed functioneren van de neurotransmitters of problemen met de hormoonproducerende cellen in de hersenen.

Bij de psychologische invalshoek gaat de behandelaar ervan uit dat (afwijkend) gedrag de uitdrukking is van iemands psychologisch beleven en leven (psychologisch functioneren).. bijv angsten en emoties

sociaal-culturele=. Een zorgvrager met een psychiatrische stoornis is dan het symptoom van een niet-functionerend sociaal-cultureel systeem. Dat kan bijvoorbeeld gaan om de invloed van een familie- of gezinssituatie die uit balans is of dat in het gezin ernstige communicatieproblemen zijn. 

De zorgvrager hoort, ziet, ruikt of proeft dingen die er niet zijn. Dit zijn...

1. wanen
2. hallucinaties

De zorgvrager heeft gedachten en overtuigingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Dit zijn...

1. wanen
2. hallucinaties

Welke symptomen kunnen aanwezig zijn bij de stoornis schizofrenie?

1. een duidelijke aanwezigheid van hallucinaties
2. ernstig gedesorganiseerd gedrag of gedrag met sterke bewegingsverstarring (katatoon gedrag)
3. een duidelijke aanwezigheid van wanen
4. negatieve symptomen als gevoelsvervlakking of initiatiefverlies

Een manier om de diagnostische kenmerken voor schizofrenie te ordenen, is ze onder te verdelen in positieve symptomen en negatieve symptomen...

Welke symptomen zijn Negatieve Symptomen?

1. Beperkte sociale interactie en/of sociaal isolement Sterk verminderde aandacht en concentratie
2. Hallucinaties Impulsief gedrag

De samenhang tussen wat hij denkt, voelt en wil is weg. Hij heeft de greep op zichzelf verloren en is niet meer in staat om zijn belevingen aan de werkelijkheid te toetsen. Er is een breuk met de werkelijkheid. Hierdoor ontstaan gedragingen die je normaal gesproken bij gezonde mensen niet ziet. Deze ‘nieuwe gedragingen’ noem je positieve symptomen of ook wel psychotische symptomen genoemd.

De belangrijkste positieve symptomen van schizofrenie zijn verstoorde gedachten, verstoorde (zintuiglijke) waarnemingen en verstoorde aandacht

Bij negatieve symptomen ontbreekt gedrag wat normaal gesproken wel bij een mens aanwezig is om goed te kunnen functioneren. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld de behoefte jezelf te verzorgen, iets leuks te gaan doen, contact te maken met anderen en/of activiteiten te plannen en uit te voeren.

Psychotische (positieve) en negatieve symptomen kunnen naast elkaar aanwezig zijn. 

DSM 5 bestaat uit hoeveel delen/assen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 8

wat is de POH-GGZ?

1. kortdurende opname GGZ
2. praktijkzorg GGZ
3. Praktijk huisarts ondersteuner GGZ
4. nurse practioner

Welke van de volgende verschijnselen komt altijd voor bij een depressie?

1. slapeloosheid
2. veel aan de dood denken
3. paniekaanvallen
4. sombere gevoelens

Hoelang moeten depressieve symptomen aanwezig zijn voordat je officieel spreekt van een depressie?

1. vijf dagen
2. twee weken
3. een maand
4. drie maanden

Wat moet je vooral niet doen als je weet dat iemand in je omgeving depressief is?

1. adviezen geven
2. stimuleren de deur uit te gaan
3. doorvragen naar iemands gedachten
4. iemand naar de huisarts vragen

Tijdens welk dagdeel voelen de meeste mensen met een depressie zich het slechtst?

1. in de ochtend
2. in de middag
3. in de avond
4. dat maakt niet uit

Borderline valt onder....

1. Angststoornissen
2. Persoonlijkheidsstoornissen
3. Psychotische stoornissen
4. Stemmingsstoornissen

Wat is geen kenmerk van borderline

1. woedeaanvallen
2. geen schuldgevoel
3. stemmingswisselingen
4. verlatingsangst

Welk specifiek gedrag kenmerkt iemand met borderline

1. Abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relatie, zelfbeeld en gedrag
2. Flexibel kunnen reageren op alle eisen van de dag 
3. Kan de eigen impulsen goed beheersen
4. Makkelijk te herkennen gedrag 

De oorzaak van Borderline kan zijn?

1. onveilige hechting
2. haat- liefde relatie/hechting
3. genetisch bepaald
4. alle drie de antwoorden zijn goed

Het voornaamste kenmerk van borderline is sterke wisselingen in:

1. stemmingen, gedachten en gedrag
2. wanen, hallucinaties en gedrag
3. groepsgedrag, agressie
4. aandacht vragen en manipuleren

Een client met Borderline is instabiel, als het gaat om relaties met anderen, hun zelfbeeld, hun identiteit en hun emoties.

1. dat is niet waar
2. dat is waar

Aandachtspunten bij het verzorgen/begeleiden bij een cliënt met Borderline.
Je ben je als VP/VZ:

1. Betrouwbaar
2. Consequent
3. Geef je je grenzen aan
4. Geef je de client zijn eigen regie

Welke gevoelens heeft Jane die passen bij een angststoornis?

1. Neerslachtig en negatief
2. Gespannen en moe
3. Angstig en gespannen
4. Neerslachtig en moe

Jane is tijdens haar afspraak bang voor/om

1. Een nieuwe paniekaanval
2. In slaap te vallen
3. Flauw te vallen
4. Een huilbui

Welk niveau van stress, op een schaal van 0 - 10 past bij een normaal niveau voor dagelijkse stress?

1. 1
2. 3
3. 6
4. 9

Wat voelt Jane lichamelijk wanneer ze denkt aan het krijgen van een paniekaanval?

1. Zweetaanval
2. Hoofdpijn
3. Steken in haar buik
4. Haar hart overslaan en hard bonzen

Bij negatieve symptomen ontbreekt gedrag wat normaal gesproken wel bij een mens aanwezig is om goed te kunnen functioneren.

1. juist
2. onjuist

Bij positieve symptomen gaat het om psychotische verschijnselen als hallucinaties, wanen en verward denken.

1. juist
2. onjuist

Beperkte sociale interactie en/of sociaal isolement

1. positief symptoom
2. negatief symptoom

Zichzelf slecht verzorgen of zelfs verwaarlozen:

1. positief symptoom
2. negatief symptoom

Wat is een prodromale fase?

1. Dit is een acute fase, veel positieve symptomen
2. Dit is een voorfase, veel negatieve symptomen

Van welke neurotransmitter zijn er aanwijzingen, dat ze een rol spelen bij Schizofrenie?

1. Serotonine
2. Adrenaline
3. Dopamine

Dopamine=Het is belangrijk voor bepaalde functies van het zenuwstelsel, zoals beweging, genot, aandacht, stemming en motivatie

Adrenaline= Het geeft energie en uw hart gaat bijvoorbeeld sneller kloppen. Ook vernauwt adrenaline de bloedvaten, waardoor uw bloeddruk omhoog gaat.

 (stress)

Serotonine= serotonine juist een kalmerende werking (tekort krijg je slapeloosheid)