H3.4_Nog meer bankzaken!

H3: De bank en jouw geld

Als je binnenkomt:
  • Ga je zitten
  • Je bent stil
  • Je pakt je boek(en) en pen
  • Tas op de grond
  • Je bent klaar voor de les:)

timer
2:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3: De bank en jouw geld

Als je binnenkomt:
  • Ga je zitten
  • Je bent stil
  • Je pakt je boek(en) en pen
  • Tas op de grond
  • Je bent klaar voor de les:)

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

H3.4: Nog meer bankzaken!

Programma:
  • Lesdoelen par. 3.4
  • Uitleg en instructie
  • Huiswerk volgende les
  • Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Na deze les weet je ....
  • Welke rol de bank speelt bij vraag en aanbod van geld
  • Welke voor en nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart
  • Wat vreemde valuta zijn en hoe je de wisselkoers gebruikt
  • Hoe je euro's naar vreemd geld omrekent en andersom

Slide 3 - Tekstslide

Naar welke landen ben jij geweest waar ze niet met de euro betalen

Slide 4 - Woordweb

Uitleg en instructie...

Slide 5 - Tekstslide

Vraag en aanbod van geld
Banken zijn belangrijk in ons geldverkeer
Banken lenen een deel van ons spaargeld uit.
De rente voor sparen is altijd lager dan voor lenen

Slide 6 - Tekstslide

Wil je nog meer spaargeld?
  • De rente op spaarrekeningen is momenteel erg laag.

  • Je kunt jouw geld ook beleggen

  • Je steekt je geld dan in bedrijven of projecten (aandelen).

  • Je verwacht dat jouw aandelen meer waard worden

Slide 7 - Tekstslide

Wil je nog meer spaargeld?
  • Als je een aandeel koopt, koop je een stukje van een bedrijf

  • Als het bedrijf goed presteert stijgt de prijs van jouw aandeel (de koers)

  • Als het bedrijf slecht presteert daalt de prijs van jouw aandeel (de koers)

!!! Daarom de waarschuwing, u kunt uw inleg met beleggen verliezen !!!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vreemde valuta
  • De meeste landen in de EU hebben de euro als wettig betaalmiddel. Dit is de eurozone 

  • Landen met een andere munt dan de euro betalen met vreemde valuta

  • Je moet rekenen met de wisselkoers om te wisselen van munteenheid

  • Je kunt vreemde valuta kopen en verkopen. 

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Met een bedrag in euro's vreemd geld kopen
Bij vreemd geld kopen doe je het aantal euro's keer de lage wisselkoers

Slide 12 - Tekstslide

Bereken hoeveel Japanse Yen je kunt kopen voor €250
A
114,67 yen
B
29.525 yen
C
118,10 yen
D
28.667,50 yen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Omrekenen van vreemd geld naar euro's
Bij het verkopen van vreemd geld doe je bedrag vreemd geld gedeeld door hoge wisselkoers

Slide 15 - Tekstslide

Je verkoopt 38 Britse ponden. Hoeveel euro's ontvang je daar voor
A
41,30
B
42,70
C
33,82
D
34,96

Slide 16 - Quizvraag

Zijn er vragen

Slide 17 - Tekstslide

Maken opdrachten 
Je hebt 15 minuten de tijd voor het maken van 
opgave 1 t/m 7 van paragraaf 3.4

Klaar? 
- Maak van de plusopdrachten  1+2+3
- Maak paragraaf 3.4 af

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken opgave 1 t/m 7

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk volgende les en vooruitblik
H3.4: Maken opdrachten 1 tot en met 9

Volgende les:
gaan we hoofdstuk 3 herhalen 

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
H3.4: Maken opdrachten 1 tot en met 9

Slide 21 - Tekstslide

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Welke rol de bank speelt bij vraag en aanbod van geld
  • Welke voor en nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart
  • Wat vreemde valuta zijn en hoe je de wisselkoers gebruikt
  • Hoe je euro's naar vreemd geld omrekent en andersom

Slide 22 - Tekstslide

Beleggen levert altijd meer op dan sparen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Het aanbod van geld wordt geleverd door ...
A
de banken
B
de overheid
C
de leners
D
de spaarders/beleggers

Slide 24 - Quizvraag

Beleggen brengt risico met zich mee, terwijl sparen zonder risico's is.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Bij de handel in de eurozone speelt de wisselkoers geen rol
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een wisselkoers?
A
geeft geen verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
B
geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
C
geeft de verhouding tussen de euro en euro aan
D
geeft de verhouding tussen de vreemde valuta en vreemde valuta aan

Slide 27 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro daalt
A
worden wij goedkoper ten opzichte van het buitenland
B
worden wij duurder ten opzichte van het buitenland

Slide 28 - Quizvraag

De wisselkoers was € 1 = $ 2, nu is de wisselkoers € 1 = $ 1. Daardoor kan de EU nu .... importeren.
A
Meer
B
Minder

Slide 29 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de € stijgt,
dan ...
A
wordt de € duurder
B
dan wordt de € goedkoper

Slide 30 - Quizvraag

Wisselkoers is de prijs van vreemd geld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

1 euro = wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: 1,28
Hoeveel krijg je voor 300 euro?
A
$384
B
$231
C
$234
D
$390

Slide 32 - Quizvraag

Vul hieronder de voor en nadelen van sparen en beleggen in
Sparen
Beleggen
Voordeel:
Nadeel:
Je krijgt Rente
De rente is laag
Je kunt jouw geld verliezen
Je belegging kan meer waard worden

Slide 33 - Sleepvraag

Huiswerk volgende les
Maken plusopdrachten: 13 t/m 15 (blz 91) en 
rekenopdrachten: 12 t/m 14 (blz 93)

Slide 34 - Tekstslide